Down? De emotiedoos bij personene met een matige verstandelijke beperking en het syndroom van Down

Kim
Peeters

Artikel

 

"Totdat een mens zijn emotie heeft getoond, weet hij nog niet welke emotie het is. Het tonen ervan is derhalve een ontdekking van zijn eigen emoties." (R.G. Collingwood)

 

Elke persoon heeft emoties, al zijn deze bij de ene al wat duidelijker te merken dan bij de andere. Meestal herken je de emoties wel, maar is het moeilijk te achterhalen waar ze vandaan komen.

Zeker bij personen met een verstandelijke beperking is dit een hele opgave. Vaak kunnen zij de oorzaak van hun emoties moeilijk onder woorden brengen en uiten ze hierdoor gedrag dat als storend en ongepast wordt ervaren door buitenstaanders.

 

Dit eindwerk tracht dan ook een antwoord te formuleren op volgende onderzoeksvraag: ‘Is de emotiedoos een geschikt middel om emoties van personen met syndroom van Down, met een matige verstandelijke beperking, beter te begrijpen?’

Om een antwoord op deze vraag te kunnen formuleren werd een grondige literatuurstudie gedaan rond de verschillende van de onderzoeksvraag.

 

Emoties

 

“Een Emotie is een innerlijke beleving die door een bepaalde situatie wordt opgeroepen. Het gaat hierbij om een prikkel van buitenaf, iets wat je meemaakt en waar je gevoelsmatig op reageert, of een reactie op een interne prikkel, een gedachte, beelden die je bij jezelf oproept.” (Jeanin N., Adriaenssens P., Mertens E. 2008)

 

Een emotie wordt dus gestuurd door een voorafgaande prikkel en veroorzaakt een reactie. Deze reactie is het gedrag dat een persoon stelt als gevolg van de emotie.

Door dit gedrag, zal de persoon zijn emoties uiten en herkennen anderen mogelijk deze emoties.

 

“Een emotie kan op verschillende momenten, bij verschillende mensen een ander gedrag uitlokken.

Er bestaan bepaalde stereotype gedragingen bij bepaalde emoties. Bijvoorbeeld blijdschap wordt geuit door lachen of springen, verdriet door huilen, boosheid door slaan of roepen en angst door te vluchten of ineen te krimpen.

Maar natuurlijk zal niet iedereen zijn emoties op deze manier uiten.

Gedrag en emoties zijn geen exacte wetenschap, er bestaat geen lijstje om te bepalen welk gedrag normaal of abnormaal is bij het ervaren van een emotie. Gedragsveranderingen en aanhoudend hetzelfde gedrag vertonen kunnen soms wel als abnormaal gedrag gezien worden.”

(Jeanin N., Adriaenssens P. & Mertens E. 2008)

 

Emoties kunnen onderverdeeld worden in vier basisemoties; boos, bang, blij en verdrietig.

Natuurlijk mogen deze basisemoties ook niet eenduidig worden gezien, deze vier emoties zijn meer dan louter één gevoel.

Ik heb gekozen om met deze vier basisemoties te werken binnen dit eindwerk.

Dit maakt dat het werken rond emoties eenvoudiger wordt en beter bij het niveau aansluit van de personen bij wie dit eindwerk is uitgewerkt.

 
Het syndroom van Down en een matige verstandelijke beperking

 

Dit eindwerk is uitgewerkt bij 4 vrouwen met een matige verstandelijke beperking met het syndroom van Down. Deze dames zijn allen uniek en hebben hun eigen karakter, opvoeding en temperament. Toch zijn er enkele gemeenschappelijke kenmerken.

Personen met het syndroom van Down hebben specifieke en herkenbare lichamelijke kenmerken. Deze kenmerken kunnen, maken dat de personen zich ‘anders’ gaan voelen omdat ze er anders uitzien dan personen zonder het syndroom.

 

Men vindt meer informatie over het gedrag bij kinderen met het syndroom van Down dan over volwassenen.

Mark Selikowitz (1997) bespreekt dat kinderen met het Down syndroom langer dan andere kinderen bepaalde gedragingen uiten. Voorbeelden die hij hierbij bespreekt zijn driftbuien, destructief gedrag, geweld naar andere kinderen.

Hierbij zegt hij ook dat je moet proberen te begrijpen hoe het kind zich voelt en waardoor dit gedrag ontstaat.

Hij koppelt dit gedrag dus meteen terug aan de emoties van het kind.

 

De ernst van de verstandelijke beperking bepaalt het niveau van de ontwikkeling. Dus ook het niveau van de emotionele ontwikkeling. Deze ligt meestal lager dan het gewone ontwikkelingniveau, omdat mensen op een emotioneel hoogtepunt mogelijk terugvallen naar een lager niveau.

 

Mevissen L. (2005) beschrijft dat personen met een verstandelijk beperking, in het algemeen, gevoeliger zijn voor ingrijpende gebeurtenissen.

Zelfs dagdagelijkse situaties kunnen al een bron van stress vormen voor hen.

Bijvoorbeeld het wegvallen van vaste structuren in hun dagbesteding, wanneer ze iets voorgeschoteld krijgen wat ze niet lekker vinden, wanneer iemand een flauw mopje met hen uithaalt, … Deze situaties kunnen dus een extra grote impact hebben op deze stress en dus ook op hun emoties.

 

Personen met een matige verstandelijke beperking hebben een ontwikkelingsleeftijd tussen 5,5 tot 8 jaar. Ze zijn vrij egocentrisch, al kunnen zij zich reeds beperkt inleven in andere personen.

Zo kennen ze andere mensen bijvoorbeeld emoties toe, alleen kleuren zij deze op hun eigen wijze.

 

Kwaliteit van bestaan

 

In het werken bij personen met een verstandelijke beperking is de term ‘kwaliteit van leven’ de laatste jaren erg belangrijk geworden.

Mogelijk past dit eindwerk binnen de visie van de kwaliteit van bestaan.

Er zijn acht deeldomeinen, volgens Shalock, binnen de kwaliteit van bestaan. Binnen de deeldomeinen emotioneel welbevinden, sociale inclusie, interpersoonlijke relaties, zelfbepaling en persoonlijke ontplooiing kan dit eindwerk zich mogelijk kaderen.

 

 

 

De methode

 

Vooraf werd er gewerkt met een eigen vragenlijst, rond het begrijpen van de emoties van de personen bij wie dit eindwerk is uitgewerkt. Deze werd niet rechtstreeks van de personen afgenomen, maar werd ingevuld door de begeleiders. (voormeting)

 

Vervolgens werden over een periode van zes weken in kleine groepjes informatieve sessies gegeven rond de vier basisemoties.

Na deze zes weken werden de materialen aangeboden, die de personen zouden moeten helpen om hun emoties beter te kunnen uiten naar de begeleiders toe.

 

De emotiedoos is gebaseerd op enkele hulpmiddelen, rond het werken met emoties, die reeds bestaan.

Zo heb je de doos vol gevoelens, deze is ontworpen om met kleuters rond emoties te werken.

Ook de emotion color cards, de emotiepop en het gevoelenswereldspel hebben inspiratie gebracht bij het maken van de emotiedoos en het opstellen van de informatieve sessies.

 

Na de totale periode van 12 weken werd opnieuw de zelfde vragenlijst afgenomen van de begeleiding om zo mogelijke veranderingen waar te kunnen nemen. (nameting)

 

Resultaten van de vragenlijst

 

Wanneer de vragen van de vragenlijst positief worden beantwoord, betekend dit een positieve evolutie in het begrijpen van de emoties van de personen.

Voorbeelden van vragen zijn: vertelt de persoon zelf waarom hij/ zij verdrietig is?, Vindt u het gemakkelijk om op haar gedrag in te gaan?

 

Op basis van de samengetelde antwoorden uit de verschillende vragenlijsten zijn onderstaande cirkeldiagrammen opgemaakt. Het eerste behandelt de gegevens verzameld tijdens de voormeting, het tweede behandelt deze van de nameting.

 



 

          

 

Figuur 7.5: resultaten vragenlijsten voor                        Figuur 7.6: resultaten vragenlijsten na

 

Zoals te zien is in de cirkeldiagrammen is er opvallend minder ‘nee’ en meer ‘ja’ en ‘soms’ geantwoord, na het werken met de emotiedoos.

Dit betekend dus dat er een positieve evolutie is in het begrijpen van emoties van de personen, zoals hierboven reeds beschreven werd.

 

Besluit

 

Wanneer we kijken naar alle behaalde resultaten, kunnen we besluiten dat de emotiedoos veranderingen brengt op basis van het uiten van emoties bij de personen. Maar ook in het beter begrijpen van deze emoties door de begeleiders

Uitgaande van de vragenlijst kan men stellen dat dit echter niet te veralgemenen valt. Voor sommige personen bracht de emotiedoos duidelijke veranderingen, terwijl deze voor andere personen zeer minimaal bleven.

Het niet bereiken van grotere resultaten is mogelijk te wijten aan de korte periode waarop dit onderzoek uitgewerkt is.

Als besluit kan men stellen dat de emotiedoos een meerwaarde heeft bij het begrijpen van de emoties van personen met een matige verstandelijke beperking met het syndroom van Down. Daarmee is de onderzoeksvraag ‘Is de emotiedoos een geschikt middel om emoties van personen met syndroom van Down, met een matige verstandelijke beperking, beter te begrijpen?’ positief beantwoord.

 

“Probeer de gevoelens van de ander te herkennen en te erkennen. Dan durft de ander zich open stellen, dan kan hij zijn ervaringen delen en zich begrepen voelen.” (Mevissen L. 2005)

 

Literatuurlijst

 

Doos vol gevoelens (1996)

Gevonden op 10 oktober 2009 op internet:  http://www.cego.be/CEGO_C01/default.asp?modid=662&itemid=0&time=194

 

Emotion color cards (1996)

Gevonden op 17 oktober 2009 op internet via Google scholar: http://igitur-archive.library.uu.nl/student-theses/2008-1008-202246/Sch…

 

Gevoelenswereldspel (2003)

Gevonden op 5 januari 2010 op internet: http://www.gevoelswereldspel.info/sitemap.php

 

Ingeborg Pop en theater(2007) De emotiepop

Gevonden op 17 oktober 2009 op internet: http://www.ingeborgpop.nl/emotiepop.html

 

Jeannin N., Adriaenssens P., Mertens E. (2008) Beter omgaan met de emoties van kleuters: met de methode van het toverbos. Tielt: Lannoo

 

Mevissen L. (2005) Kwetsbaar en afhankelijk: gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking, van beeldvorming naar behandeling. Amsterdam: SWP

 

Roger P.T., Coleman M., Buckley S. (1992) Medical care in Down syndrome: a preventive medicine approach

Gevonden op 20 december 2009 op internet:

http://books.google.be/books?id=7FYzr-3lExYC&pg=PA325&dq=Down+syndroom&…

Selikowitz M. (1997) Down syndrome: the facts

Gevonden op 20 december 2009 op internet: http://books.google.be/books?id=LCMK00coLVwC&q=behaviour&source=gbs_wor…

 

Spagaat (s.a.) Kwaliteit van bestaan, Shalock

Gevonden op 5 oktober 2009 op internet: http://www.spagaat.com/schalock_kwaliteit_van_best.html

 

 

Download scriptie (8.07 MB)
Universiteit of Hogeschool
Thomas More Hogeschool
Thesis jaar
2010