Van wateroorlogen naar waterrechten - Integraal waterbeheer in Bolivia onder de regering Morales

Mathias
Vanden Borre

Van wateroorlogen naar waterrechten in Bolivia

“Water is een fundamenteel mensenrecht.” Dit besliste de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 28 juli 2010. Niet toevallig werd deze resolutie voorgelegd door de Boliviaanse afgevaardigde. “Agua es vida!” De strijdleus die op de barricaden weerklonk tijdens de wateroorlogen van 2000 en 2005 in Bolivia, leidde tot een één van de belangrijkste resoluties voor de komende decennia. Water wordt het blauwe goud van de toekomst genoemd. De combinatie van steeds meer mensen en steeds meer behoeften zal tot conflicten leiden. Waterbeheer en een goed beleid worden dus steeds belangrijker. De Boliviaanse case biedt een interessant voorbeeld van een decennialange zoektocht naar een geschikt beleid. Dit vormt het onderwerp van de gelijknamige scriptie, waarvoor een veldonderzoek werd uitgevoerd begin 2011.

Waterbeheer in Bolivia is altijd al een complex vraagstuk geweest. In 2000 en 2005 ontspoorde de situatie echter compleet. Nadat de overheid beslist had om voorzieningen in Cochabamba en El Alto, twee van de grootste Boliviaanse steden, te privatiseren, barstten massale protesten los. Deze “wateroorlogen” leidden tot een afkeer van de neoliberale economische aanpak en uiteindelijk tot de verkiezing van Evo Morales in 2006. Deze linkse president van inheemse afkomst beloofde het waterbeheer te hervormen. Meer nog, hij maakte dit zelfs tot één van de prioriteiten van de nieuwe regering.

Ministerie van Water

Eén van de eerste besluiten van de kersverse verkozenen was dan ook de oprichting van een Ministerie van Water, een primeur in Latijns-Amerika. Dit ministerie kreeg meteen een omvattend takenpakket voorgeschoteld. Waterbeheer was in de praktijk uitgegroeid tot een onoverzichtelijk kluwen van meer dan 10.000 drinkwaterverstrekkers en 5.000 irrigatieverenigingen. Deze situatie kon ontstaan doordat er een zeer zwakke band bestond tussen de overheid en het merendeel van de bevolking. Hierdoor was er nauwelijks controle of financiering in de watersector. Het watervraagstuk werd verder bemoeilijkt door waterschaarste in het droge Altiplano-gebied, demografische tegenstellingen in de bevolking en economische factoren in het armste Zuid-Amerikaanse land.

De opdracht van het Ministerie van Water beloofde dus een waar titanenwerk te worden. Daartegen was het ministerie, dat ook grote interne problemen kende, niet opgewassen. Het Ministerie van Water kwam er in feite voornamelijk door de politieke druk van waterverenigingen en irrigatiebewegingen. Deze vormden een machtig deel van de populaire achterban van president Morales. Het nieuwe ministerie was de eerste jaren dan ook vooral een speelbal van politieke twisten. Omvangrijke beloften, plannen en projecten bleven hierdoor in de wachtkamer steken. In 2008 werd het ministerie daarom hervormd tot het Ministerie van Milieu en Water en werden vier nieuwe instituten opgericht. Deze kregen specifieke taken om het beleidsproces beter te sturen en coördineren. De nieuwe aanpak volgde een “halfopen bureaucratische beleidscyclus”. In de praktijk blijkt dit in Bolivia echter niet vanzelfsprekend en botst dit soms met bestaande vormen van waterbeheer. Er wordt dus wel degelijk aan het beleid gesleuteld, maar de situatie blijft zeer volatiel.

Waterwet

Het beleid van de regering Morales in de voorbije vijf jaar, kenmerkt zich door het streven naar nation-building. Daarbij wordt, in tegenstelling tot het verleden, de centrale overheid gezien als vertegenwoordiger van de gehele bevolking. De grondwet werd (voor de 17e keer in Boliviaanse geschiedenis) geheel herschreven. Hierin kreeg water een belangrijke plaats. Zo werd privatisering uitgesloten, waterrechten aan eenieder beloofd en kreeg de overheid de taak deze te beschermen. Maar de definiëring van water als mensenrecht betekende niet het einde van de bestaande conflicten. De drie waterverbruikende sectoren: landbouw (95% van het waterverbruik), menselijke consumptie (4%) en industrie en mijnbouw (1%) blijven nog steeds vechten om hetzelfde been. Meer fondsen en een hechtere samenwerking tussen de watersectoren blijven dan ook grote pijnpunten.

“Water = mensenrecht” is dus geen geijkte oplossing zonder een eerlijke verdeling van het schaarse goed in de praktijk. Hiervoor is een goede waterwet onontbeerlijk. Deze moet gebruiksvoorwaarden, toezichthoudende instanties en sanctiemechanismen aanduiden. Een goede, werkende waterwet ontbreekt echter nog steeds in Bolivia. Zo stamt de huidige wet uit 1906 en is daardoor totaal achterhaald. Het moge duidelijk zijn dat de regering Morales reeds heel wat heeft veranderd in het veld van waterbeheer en de algemene balans is eerder positief. Toch blijven de uitdagingen immens, waarbij de creatie van een nieuwe waterwet de belangrijkste hefboom zal zijn. Vooraleer een duurzame oplossing zich aanbiedt, zal er nog heel wat water naar de zee vloeien. De scriptie waarop dit artikel is gebaseerd is slechts een druppel. Maar elke druppel telt.

Download scriptie (825.27 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2011