Een bewijs voor God

Hans
Van Eyghen

 God bestaat toch

De wetenschap en de logica hebben God al meerdere malen dood verklaard. Het idee van God zou niet overeenkomen met de bevindingen van de moderne wetenschap en elk spreken over God zou onlogisch zijn. Daarnaast wordt ook vaak beweerd dat wetenschap en logica niet relevant zouden zijn voor geloof in God. De Amerikaanse filosoof/theoloog William Lane Craig gaat niet akkoord. Zijn ‘kalam kosmologisch godsbewijs’ bedient zich van logica en vindt bevestiging in de wetenschap. Stemmen zoals die van Craig worden in onze samenleving amper gehoord. Daarom is het volgens mij de hoogste tijd dat atheïsme of agnosticisme niet meer als uitgangspunt genomen worden en er geluisterd wordt naar wat mensen als Craig te zeggen hebben.

Craigs godsbewijs kwam natuurlijk niet uit de lucht gevallen. Hij baseerde zich op het werk van grote namen uit de filosofie zoals Aristoteles, Thomas van Aquino en Baruch de Spinoza. Het kalam bewijs is echter vooral schatplichtig aan Arabische filosofen van het kaliber Averroes en Al-Ghazali. Het eerste deel weid ik dan ook aan de historische voorlopers van Craig. Dit verhaal begint in het oude Griekenland en eindigt vrij abrupt met de kritiek van David Hume en Immanuel Kant. Naast christenen komen ook moslims en joden aan het woord. Hoewel een aantal godsbewijzen onvermijdelijk verouderd zijn, wordt duidelijk dat geloven zelden als iets irrationeels werd gezien. Men zou zelfs kunnen beweren dat nagenoeg alle grote denkers voor Hume zich hebben beziggehouden met hun geloof rationeel te onderbouwen.

Het kalam kosmologisch bewijs luidt als volgt: (1) Alles wat ontstaat heeft een oorzaak; (2) Het universum is beginnen ontstaan; dus (3) het universum heeft een oorzaak. De eerste premisse is volgens Craig evident. Hij meent dat geen enkel ernstig mens kan volhouden dat iets uit het niets tevoorschijn kan komen. Het is niet denkbaar dat er zomaar een eskimodorp of frisse pint verschijnt zonder enige voorgeschiedenis. Om zijn tweede premisse hard te maken wijst Craig op de onmogelijkheid van een oneindigheid. Zeggen dat het universum niet ontstaan is, is volgens Craig even absurd een hotel met een oneindig aantal kamers. Hij ziet ook bevestiging voor de eindigheid van de wereld in de Big Bang theorie, die inhoudt dat ons universum x-aantal miljoen jaar geleden is ontstaan uit het niets.

In het derde deel bekijk ik de reacties die Craigs godsbewijs heeft uitgelokt. Het zal niemand verwonderen dat de grootste critici atheïsten zijn. Sommigen hebben bezwaren tegen het gehele bewijs of de formulering ervan, anderen viseren één van de twee premissen of de conclusie. Natuurlijk komt ook het evidente bezwaar ‘wie veroorzaakte God dan?’ aan bod. Tegen de meeste bezwaren heeft Craig zelf gereageerd, maar soms kreeg hij ook steun van andere filosofen. Het is mijn bedoeling aan het einde van dit deel uit te maken of Craigs godsbewijs nog houdbaar en bruikbaar is vandaag. Om deze vraag te beantwoorden moeten ook een aantal algemene bemerkingen gemaakt worden over de werkwijze van het kalam kosmologisch bewijs, zoals het verschil tussen religieuze taal en filosofische taal.

Ik hoop dat mijn scriptie op zijn minst duidelijk maakt dat over het bestaan van God spreken veel complexer en minder evident is dan over het bestaan van Karel De Grote spreken; en zeker niet hetzelfde is als over het bestaan van sinterklaas spreken.

Download scriptie (1.41 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2011
Kernwoorden
God,