Autonomie in architectuur

Mattijs
Brands

Architectuur wordt vandaag de dag meer en meer van haar eigenlijke betekenis weggetrokken. In de media kent zij een vervlakking als lifestyle, een geheel van modeverschijnselen en de figuur van de architect is van grotere waarde dan de architectuur van zijn hand. De praktijk lijkt meer en meer gedomineerd te worden door grote projectontwikkelaars en sinds Rem Koolhaas ontbreekt het architecten om een kritische positie in te nemen over architectuur en haar culturele rol. Ik ga in deze scriptie op zoek naar de essentie van architectuur, haar meest elementaire principes om inzicht te krijgen hoe zij als discipline beïnvloed wordt door - en zelf invloed kan uitoefenen op - een bepaalde cultuur. De erkenning van architectuur als autonome discipline, gebaseerd op haar eigen ruimtelijke wetmatigheden, werd in de geschiedenis meerder malen aangewend als instrument om kritiek uit te oefenen op het heersende discours en een bepaalde ideologie na te streven. Na een uitgebreide studie van deze ontwikkelingen doorheen de geschiedenis, ga ik op zoek naar hoe deze autonomie in het hedendaagse discours kan worden ingezet om de culturele relevantie van architectuur terug te brengen. Uit verschillende interpretaties van de laatste jaren blijkt dat architectuur nooit als eenduidig autonome praktijk voor dit doel kan worden ingezet. Deze stelling wordt bevestigd in een tweede deel van de scriptie waarin vier jonge studios worden uitgelicht. Vier hedendaagse praktijken die met de interne logica van architectuur proberen de oppervlakkigheid van het actuele discours tegen te gaan. Hun semi-autonome architectuur onderzoekt hoe zij als architecten op een algemene manier de essentie van architectuur, vorm en ruimte, kunnen beredeneren in het heden, met duidelijke begrip van de uniforme kwaliteiten van architectuur die al sinds haar ontstaan als onafhankelijke discipline inherent aanwezig zijn.

Download scriptie (20.55 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool PXL
Thesis jaar
2013