Zijn secundaire scholen klaar voor de onderwijshervormingen?

Esther
Gheyssens

Secundair onderwijs wil grotere hervormingen

Een multiple case study naar de draagkracht binnen vier secundaire scholen om de hervormingen van minister Smet door te voeren.

Het akkoord van de Vlaamse overheid over onderwijshervormingen strookt niet met de wensen van de secundaire scholen. Het is te weinig omvattend, blijkt uit de masterproef ‘Onderwijshervormingen’ van Esther Gheyssens aan de Vrije Universiteit Brussel; onder begeleiding van professor Educatiewetenschappen, Katrien Struyven. Dit onderzoek pleit voor vernieuwing van het secundair onderwijs om tegemoet te komen aan de huidige knelpunten. “Grote problemen vragen grote oplossingen”, zegt één van de directies in dit onderzoek. 

Het huidige regeerakkoord is een zogenaamd masterplan, maar omvat slechts enkele verschuivingen die voor de scholen vrijblijvend zijn. Vanuit het perspectief van de scholen is het jammer dat de regering besluit weinig concrete acties te ondernemen tot 2016. Dit onderzoek toont dat de knelpunten in het onderwijs omvangrijker zijn dan gedacht. Iedere dag belanden jongeren in het watervalsysteem en gaan er talenten verloren. Op sommige scholen loopt het aantal leerlingen met schoolvertraging op tot de helft van de leerlingen. Dit cijfermateriaal toont aan dat het onderwijs niet vandaag of morgen, maar gisteren reeds hervormd moest zijn.

De draagkracht binnen secundaire scholen de oorspronkelijke hervormingsplannen van minister Smet te realiseren was desalniettemin miniem, blijkt uit het onderzoek. Niemand van de bevraagde leerkrachten en directies zei volmondig “‘ja” tegen deze plannen voor het onderwijs, zoals deze geschetst zijn in de oriëntatienota van Smet. Leerkrachten, voor of tegen de hervormingen, kampen met praktische en organisatorische bekommernissen. Desondanks de bekommernissen wil het merendeel van de leraren oplossingen zien voor de huidige knelpunten.

Voor het afschaffen van de huidige onderwijsvormen is er volgens de resultaten van dit onderzoek weliswaar draagkracht. Vele leraren geven namelijk aan dat de huidige onderwijsvormen en hun reputatie de grootste knelpunten zijn binnen het huidige systeem. Hier ligt volgens hen de oorzaak van het watervalsysteem.

Niettemin, voor een vernieuwing geïmplementeerd kan worden dient de draagkracht ervoor binnen de scholen vergroot te worden. Leerkrachten kunnen niet van vandaag op morgen leren hoe zij dienen te differentiëren, het probleem mag niet louter verschoven worden naar een tweede graad, scholen dienen ingelicht te worden, leerkrachten en scholen moeten samenwerken en een tweede fiasco zoals het VSO moet absoluut vermeden worden.

De masterproef

De masterproef onderzoekt de draagkracht binnen secundaire scholen om de onderwijshervorming van Smet door te voeren. Het is een diepte onderzoek met aandacht voor alle aspecten van een secundaire school. Hiervoor hanteert dit onderzoek multiple case study als onderzoeksmethode. Concreet worden vier secundaire scholen in kaart gebracht. In totaal worden 4 directies, 42 leerkrachten, 11 leerlingbegeleiders en 11 vakgroepvoorzitters mondeling bevraagd. Daarnaast nemen 672 leerlingen een vragenlijst af.

 

Onderzoeksresultaten

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat het huidige onderwijssysteem heel wat knelpunten met zich meebrengt. Amper 10% van de bevraagde leerlingen in het ASO zou spontaan voor technisch- of beroepsonderwijs kiezen. De cijfers van de vragenlijsten bij de leerlingen bevestigen tevens eerder onderzoek naar zittenblijven en het watervalsysteem. Ongeveer 55% van de leerlingen in het KSO, TSO of BSO zijn pas daar beland na het verkrijgen van een B- en/of C-attest. Jongeren kiezen pas voor kunstsecundair onderwijs of technisch- en beroepssecundair onderwijs wanneer het elders niet lukt.

 

Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de voornaamste voordelen voor de hervormingsplannen van Smet zijn: meer kansen voor zwakke leerlingen, het afschaffen van de huidige onderwijsvormen en het wegwerken van de huidige perceptie ervan, de invoering van de belangstellingsgebieden wat het watervalsysteem zal tegengaan en het uitstellen van de studiekeuze. De voornaamste bekommernissen omtrent dit hervormingsverhaal zijn: nivellering en vervlakking van het onderwijs, onvoldoende communicatie naar het werkveld toe, uitstellen van de studiekeuze en verschuiving van het probleem. Merkwaardig hierbij is dat het uitstellen van de studiekeuze volgens de ASO-scholen een belangrijke bekommernis is. In het KSO heerst daar verdeeldheid over, maar in het TSO en BSO zien de meesten dit als een positief argument.

Wat de toekomst van het onderwijs betreft zijn er tussen de gevalstudies duidelijke verschillen waarneembaar. In alle scholen wordt het watervalsysteem erkent als een knelpunt. Terwijl de helft van de leraren uit het KSO, TSO of BSO te vinden zijn voor vernieuwing om het watervalsysteem op te lossen; is er bij de leerkrachten van uit het ASO minder drang om daarvoor het onderwijs te hervormen. Een plausibele verklaring daarvoor kan zijn dat de leerkrachten die effectief geconfronteerd worden met de gevolgen van de knelpunten meer open staan om hiervoor te hervormen. Opvallend hierbij is dat de meningen van de leerlingen aansluiten bij die van de leerkrachten op de desbetreffende school. Dit impliceert dat de school en de erbij horende schoolcultuur een grote invloed uitoefent op haar leden. Dit laatste brengt een groot risico met zich mee. De onderzoeksresultaten tonen dat er grote verschillen zijn tussen de scholen. Zo namen twee ASO-scholen die dezelfde richtingen aanbieden en zich daarenboven in dezelfde straat bevinden deel aan dit onderzoek. De resultaten tonen dat de ene school amper 7% zittenblijvers telt en de andere ruim 30%. Wanneer scholen naar eigen keuze mogen hervormen, zoals getekend staat in het masterplan van de regering, dreigt de kloof tussen de scholen (en tussen maatschappelijke groepen) nog groter te worden.

 

“Zijn secundaire scholen klaar voor de onderwijshervormingen? Een case study naar de draagkracht binnen secundaire scholen.”

Student: Esther Gheyssens

Promotor: Professor Dr. Katrien Struyven

Download scriptie (3.39 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2013