Hoezo patiëntenrechten?

Evi
Verdonck

Onderwerp en aanleiding 

Sinds de opleidingsonderdelen "sociaal-juridische dienstverlening‟ en "methoden sociaal- juridische dienstverlening‟ ben ik mij enorm gaan interesseren voor de Wet op de patiëntenrechten. Hierdoor ben ik een aantal onderzoeksbronnen en artikels beginnen lezen voor ik aan de stageperiode begon. Deze gingen voornamelijk over het feit dat zowel de beroepsbeoefenaar als de patiënt onvoldoende de patiëntenrechten kennen. Deze informatie heeft mij sterk doen nadenken over de situatie. Ik stelde mij de vraag of een gelijkaardig probleem daadwerkelijk aanwezig was bij het ziekenhuispersoneel van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA). Daarom luidde mijn probleemstelling als volgt: “In hoeverre is de Wet op de patiëntenrechten gekend bij het ziekenhuispersoneel van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen?”

Doelstelling  

Omdat maatschappelijke relevantie en een meerwaarde voor het UZA voor mij vanzelfsprekend zijn, wilde ik mij 100% inzetten voor dit onderzoek. Niet alleen ben ik hier persoonlijk in geïnteresseerd, maar draagt het onderwerp bij de tot de Joint Commission International (JCI) accreditatie waarnaar het UZA streeft. JCI besteedt namelijk een volledig hoofdstuk aan “patient and family rights”. De resultaten van het eindwerk zullen dan ook meetellen als basis voor het verder uitwerken van richtlijnen en de JCI-erkenning.  

Onderzoeksmethode

Ik besloot om een enquête op te stellen die puur de parate kennis bij het ziekenhuispersoneel nagaat. De enquête bestond onder andere uit een aantal kennisvragen en werd verspreid via UZAconnect (het intranet). Het ziekenhuispersoneel werd gevraagd om binnen de zes weken de enquête in te vullen.

Eveneens koos ik ervoor om key-informants diepte-interviews af te nemen. Op die manier kon ik een zo volledig en duidelijk mogelijk beeld scheppen van het kennisniveau, de standpunten en de gedachtegang over de Wet op patiëntenrechten.  

Over de key-informants heb ik goed nagedacht en deze zorgvuldig uitgekozen. Mijn bedoeling was om alle medische diensthoofden te interviewen, maar dit was niet haalbaar. Daarom besliste ik om tevens enkele hoofdverpleegkundigen, medewerkers en directieleden te bevragen.  

De resultaten van de enquête werden geanalyseerd aan de hand van grafieken. Bij de vaststellingen van de diepte-interviews selecteerde ik de meest voorkomende antwoorden.  

Belangrijkste vaststellingen

Uit de resultaten van de enquête bleek dat de Wet op de patiëntenrechten onvoldoende gekend is bij het ziekenhuispersoneel van het UZA. De respondenten scoorden slecht op drie patiëntenrechten: (1) het recht op inzage en een afschrift van het medisch dossier, (2) het recht op toestemming en (3) recht op een klacht. De kennis die ook bij de diepte-interviews werd bevraagd, bevestigden deze vaststelling. Er zijn een aantal rechten waarmee het personeel iets beter is vertrouwd, maar in het algemeen kan er geconcludeerd worden dat de kennis van de rechten ondermaats is. 

Daarnaast zijn er door de diepte-interviews een aantal knelpunten, positieve kenmerken en uiteenlopende informatiekanalen van de wet naar boven gekomen. Zo worden bijvoorbeeld het bijkomend administratief werk en de tijdsdruk als nadeel ervaren.  

Conclusies

De voornaamste conclusies die uit het onderzoek kunnen worden getrokken is dat de Wet op de patiëntenrechten zowel voor de zorgverlener als voor de patiënt belangrijk is. Iedere zorgverlener zou deze wet goed moeten kennen en toepassen. Het starten van een campagne om deze wet onder de aandacht te brengen van al het UZA personeel dringt zich dan ook op. Hiervoor formuleerde ik enkele aanbevelingen.

Daarnaast bleek tijdens mijn onderzoek dat het bestaan van de ombudsdienst en wat de ombudsman/vrouw zijn/haar opdrachten zijn eveneens onvoldoende gekend is bij het ziekenhuispersoneel. Ook dit is één van de aandachtspunten.

Download scriptie (1.66 MB)
Universiteit of Hogeschool
Karel De Grote Hogeschool
Thesis jaar
2013
Promotor(en)
n.v.t.
Thema('s)