Allochtone jongeren in de hulpverlening. Knelpunten in de interculturele hulpverlening in voorzieningen van Bijzondere Jeugdzorg

Nathalie
Lievens

Dit onderzoek poogt meer inzicht te verkrijgen in de hulpverlening aan allochtone jongeren. Knelpunten waarmee begeleiders worden geconfronteerd in het werken met deze doelgroep vormen de kern van dit onderzoek. Bestaande studies met betrekking tot de interculturele hulpverlening richten zich vooral op interculturalisering en hoe een voorziening zo’n proces kan realiseren. Daarom wordt in dit onderzoek een ander perspectief vooropgesteld. In dit onderzoek wordt nagegaan in welke mate de hulpverlening aan allochtone jongeren verschillend is van de hulpverlening aan autochtone jongeren. De volgende stap bestaat uit het in kaart brengen van de knelpunten. Ten slotte wordt er nagegaan over welke interculturele competenties begeleiders dienen te beschikken om met allochtone jongeren aan de slag te gaan. Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden werd een kwalitatief onderzoek uitgevoerd in twee regio’s, namelijk Antwerpen en de Kempen. Er werden tien halfgestructureerde interviews afgenomen in acht voorzieningen.

Uit de bevraging blijkt dat de hulpverlening aan allochtone en autochtone jongeren niet wezenlijk van elkaar verschilt. Bij allochtone jongeren kunnen er bepaalde cultuurgebonden elementen opduiken die de beginfasen van de begeleiding kunnen bemoeilijken. In de beginfasen is het voornaamste doel op één lijn komen met de jongere en diens ouders. Dit proces wordt soms complexer omdat er culturele elementen in deze fasen verweven zijn. Naarmate de begeleiding vordert, verloopt de hulpverlening meer en meer op dezelfde wijze. Waar in het begin verschillen als gevolg van de cultuur kunnen worden opgemerkt, worden deze gaandeweg de begeleiding minder van belang. Begeleiders kampen inderdaad met een aantal knelpunten. Het grootste knelpunt is de taalbarrière. Vaak spreken de ouders niet de Nederlandse taal, waardoor het moeilijker wordt om een werkzame relatie op te bouwen. Door de taalbarrière en cultuurgebonden elementen wordt dit laatste tevens als een knelpunt benoemd door het merendeel van de begeleiders. Qua interculturele competenties blijkt dat begeleiders van mening zijn dat de houding dezelfde is voor allochtonen en autochtonen. Dit geldt eveneens voor de vaardigheden. Een open, respectvolle houding is het voornaamste. De belangrijkste vaardigheden zijn een vertrouwensband kunnen opbouwen, structuur bieden en flexibel zijn. Op voorhand beschikken over kennis achten de begeleiders minder belangrijk. Algemene kennis hebben over waarden en normen in bepaalde culturen is nuttig, maar niet noodzakelijk. Kennis kan gaandeweg de begeleiding vergaard worden, terwijl de houding en vaardigheden vooraf reeds aanwezig dienen te zijn.

Download scriptie (946.07 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2014