The Liminal Hero: Student, Occupation and Resistance in Palestine

Cedric
Van Dijck

Oorlog zonder Wapens: Studentenverzet aan de Palestijnse Universiteit

Aan de Universiteit van Birzeit, in de Westelijke Jordaanoever, wordt bij het begin van elke les het register van studenten overlopen. De professor noemt jouw naam en je antwoordt, zoals het ook in België en alle vier uithoeken van de wereld gaat. Maar in de bezette Palestijnse Gebieden blijft dat antwoord al te vaak uit. Studenten worden op weg naar school aan controleposten opgehouden door het Israëlisch leger of simpelweg gevangen genomen. De achttienjarige Saji Darwish trof een zwaarder lot: terwijl hij zijn vaders schapen langs de segregatiemuur tussen Israël en Palestina hoedde, werd hij in het hoofd geschoten. Zijn professor aan Birzeit vertelt hoe hij nog elke ochtend als eerbetoon Saji’s naam afroept. Het blijft dan stil in het klaslokaal. Zijn stoel achteraan is leeg.

Wanneer we aan het complexe conflict tussen Israël en Palestina denken, komen ons een lange reeks politici voor ogen. Iedereen heeft wel eens van Arafat of Netanyahu gehoord en ook beelden van Gaza overspoelen het nieuws zoals stormgolven het strand. Daar blijft het vaak bij. Over de dagelijkse realiteit van het leven onder bezetting is in de publieke opinie echter weinig geweten. We kennen de grote spelers en wapenfeiten uit de moderne geschiedenis van het Midden Oosten, maar hoe wordt in een conflictgebied politiek in de praktijk beoefend? Hoe ziet bijvoorbeeld het leven op een Palestijnse universiteit er van dag op dag uit? Is de gemiddelde student – eender wie – ook een politiek speler?

Dit is een heel andere manier van naar politiek kijken: op kleine schaal en met bescheiden focus. Toch kan je veel leren uit zo’n specifieke benadering van de realiteit. Dat het beeld van jonge Palestijnen als een generatie van gewelddadige radicalen misvormd is, bijvoorbeeld. Hun verzet tegen de Israëlische bezetting blijkt subtieler en inventiever dan geweld doet suggereren. Zo voltooit elke universiteitsstudent 120 uur vrijwilligerswerk tijdens zijn of haar studie. Dit kan variëren van hulp bij de lokale Rode Halve Maan tot de verzorging van bejaarden en het planten van olijfbomen. Ze proberen ook via allerhande initiatieven de schendingen van het mensenrecht te documenteren en internationaal te verspreiden. Ze zamelen geld en boeken in voor scholen die getroffen zijn door het geweld. Meest beduidend is misschien de tendens die jonge Palestijnen in zulke grote getallen – 25.8% van hun generatie – aan lokale universiteiten ziet studeren. Dit is zeker niet vanzelfsprekend op een plek die in essentie oorlogsgebied is. Ze begrijpen maar al te goed dat kennis goud waard is, vooral in een leven als dat van hen. Kennis wordt wel eens ‘sociaal kapitaal’ genoemd net omdat je het niet kan verliezen. Je draagt het met je mee uit een brandend huis.

In welke zin kunnen vrijwilligerswerk of universitaire studie nu als politiek verzet begrepen worden? In hun antwoord op die vraag zijn Palestijnse studenten bijna unaniem. Politiek begint bij jezelf, zo geloven ze. Ze beogen de lokale gemeenschap herop te bouwen, want een sterke samenleving brengt een sterke wil met zich mee. Dat is het onderliggende doel van hun initiatieven; dat is de manier waarop ze zich verzetten tegen de Israëlische occupatie. Zo blijken het dus net de jonge Palestijnen te zijn die de emancipatiestrijd van hun land op een inventieve manier herdefiniëren. De politieke acties die ze op touw zetten zijn niet gegrond in irrationeel geweld of grootse ideologieën, maar eerder in een bekommernis met de onmiddellijke, lokale realiteit. Misschien leren de jonge Palestijnen hun politici zo wel hoe verzet een productieve, alledaagse praktijk kan zijn? Studenten bewezen zich doorheen de geschiedenis – in 1968, het Jaar van de Student, bijvoorbeeld, of recent in Hong Kong – vaker als voorlopers in de samenleving. Avant-garde is oorspronkelijk een militaire term gebruikt om de eerste rij soldaten die het slagveld opgingen te benoemen. Dat is misschien wel een gepaste vergelijking, zij het niet dat studenten net proberen van geweld afstand te nemen. Een voorhoede dus, in de tegengestelde richting.

Een Arabisch gezegde volhardt dat een hand een kogel niet kan tegenhouden. Maar door geweld niet met geweld te beantwoorden, doorbreek je een vicieuze cirkel. Als de kogels maar in één richting vliegen, wordt de schutter aansprakelijk voor zijn buitensporige geweld op een veel duidelijkere manier. Jonge Palestijnen begrijpen dit. Ze groeiden op tijdens de Tweede Intifada, een opflakkering van Israëlisch-Palestijnse vijandigheid tussen 2000 en 2005, en als generatie worden ze vaak nog met die periode geassocieerd. Toch wordt uit veldonderzoek duidelijk dat een steeds groter deel van de Palestijnse studenten van geweld en provocatie afstand probeert te nemen. Hun activisme legt de focus op de lokale gemeenschap. Aansprakelijkheid binnen het internationaal recht is slechts één van de vele redenen waarom ze dit doen, maar misschien wel de meest doordachte. Ze zetten de tegenspeler zo buiten spel.

In het Midden Oosten tellen studenten niet mee aan de onderhandelingstafel. Ook de bezette Palestijnse Gebieden zijn geen uitzondering. Toch zijn het studenten, eerder dan politici, die dagdagelijks geconfronteerd worden met de realiteit van het Israëlisch-Palestijns conflict. Die confrontatie dwingt hen op een praktische manier aan hun verzet vorm te geven. Hun innovatieve politiek begint vanuit de lokale gemeenschap en biedt zo alvast een alternatief voor de politieke impasse die de conventionele politici telkens opnieuw bereiken. Studenten zijn stille helden uit de marges van het dagelijkse leven – antihelden, eigenlijk. Hier komt geweld noch dapperheid te pas. Ze vechten een strijd zonder wapens. De Palestijnse student haalt politiek met een grote p uit de grijpgrage handen van ministers en partijen en geeft het terug aan de gewone burger, als een tastbaar, kneedbaar iets.

Cedric Van Dijck
Universiteit Gent

Download scriptie (518.26 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2014