Is there still space for Bangladesh in the Bidesh? Reflections on second generation British Bangladeshi identity

Sarah
Vandoorne

Religie grootste houvast voor islamitische migranten uit Bangladesh

Atheïstische bloggers in Bangladesh zijn sinds begin dit jaar het doelwit van radicaal islamitische bendes. Het brein achter die aanslagen zou geen lokale extremist zijn, maar een Brit met Bengalese roots. Religie, zo blijkt, is een belangrijk onderdeel van de identiteit van zogenaamde British Bangladeshis. Tot die conclusie kwam ook studente Conflict & Development Sarah Vandoorne, wanneer ze voor haar thesis in Londen de identiteitsbeleving van Bengalese migranten van de tweede generatie onder de loep nam.

Rahman. Dat is de naam van het zogezegde ‘mastermind’ achter de aanslagen op atheïstische bloggers in Bangladesh. De man arriveerde in Londen aan het begin van de jaren 90 en keerde drie jaar geleden terug naar zijn land van herkomst, vol radicale ideeën.

Rahman is tevens de naam van mijn huisbaas en goede vriend Mahmud, bij wie ik eind vorig jaar een maand kon intrekken. Mahmud komt oorspronkelijk uit Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh, maar woont intussen een tiental jaar in de Britse hoofdstad samen met zijn Amerikaanse vrouw Aisha. Religie is een belangrijk onderdeel van hun leven. Net als 95 procent van alle Bengalezen is Mahmud moslim. Veel van zijn vrienden zijn evenzeer British Bangladeshi moslims. Via Mahmud kwam ik bijgevolg met veel interessante onderzoekssubjecten in contact.

Migratie als geldeconomie

De meeste van mijn respondenten kwamen niet uit Dhaka, zoals Mahmud, maar uit Sylhet, een voor een land als Bangladesh zeer welvarende stad in het noordoosten. De reden waarom laat zich makkelijk raden: door de migratiestroom, die in de 19e eeuw ontstond en amper aan kracht ingeboet heeft, worden achtergebleven familieleden rijkelijk geholpen door hun nonkels, tantes, neven en nichten in het verre Groot-Brittannië. Dat kon ik met mijn eigen ogen zien op veldwerkreis naar Bangladesh in april 2014. Zo bezochten we onder meer een madrassa, een typische islamitische school, die volledig gefinancierd werd met buitenlandse steun.

Dat er geld te rapen valt in Londen, ontgaat op die manier geen enkele Sylheti. De studenten met wie wij op stap gingen, hadden allemaal slechts een doel voor ogen: verder studeren in het buitenland en er carrière maken. Zij identificeerden zich duidelijk met hun succesvolle ex-stadsgenoten in Groot-Brittannië. Of dat gevoel wederzijds is? Daarop baseerde ik mijn onderzoeksvraag. Een halfjaar na die veldwerkreis naar Bangladesh wou ik ondervinden hoezeer het land van herkomst nog een rol speelt in de identiteit van British Bangladeshis die in Londen geboren zijn.

Migratie als basisidentiteit?

Menig antropoloog heeft zich al gebogen over de kwestie ‘identiteit’. Zo duidde Martin geschiedenis, ruimte en cultuur aan als cruciale aspecten voor het behoud van de link met het land van herkomst. Clycq en Isaacs omschreven dan weer etnische achtergrond als basisidentiteit. Hoewel er voor elk van die vier aspecten iets – of zeg maar heel wat, aangezien het leeuwendeel van mijn thesis inzoomt op wat Martin, Clycq en Isaacs beweren – te zeggen valt, verbleekt het kwartet in vergelijking met de rol die religie speelt in hun dagdagelijkse leven.

British Bangladeshis van de tweede generatie kunnen strikt genomen geen ‘migranten’ meer genoemd worden. Dat heeft vooral zijn nadelen, want hierdoor zweven ze ergens tussen een Bengalese identiteit, waarvan ze steeds meer vervreemden, en een Britse identiteit, die ze nog niet volledig kunnen claimen, in. Terugblikken naar familiebezoekjes in Bangladesh of de taal blijven spreken en doorgeven aan hun kinderen, helpt de respondenten wel om de link met hun land van herkomst iet of wat in leven te houden, maar echt houvast biedt het niet.

Wisselwerking tussen migratie en religie

Religie, daarentegen, blijkt de steunpilaar bij uitstek voor British Bangladeshis van de tweede generatie. Stuk voor stuk duidden de respondenten islam aan als het allerbelangrijkste in hun leven en zetten het ook letterlijk op de eerste plaats. Die overtuiging is niet enkel af te leiden uit hun woorden, maar ook hun uiterlijk vertoon wijst daarop. In tegenstelling tot in Bangladesh, waar haast niemand een hoofddoek draagt, is het haast not done om in Londen geen hijab te dragen. In Oost Londen, waar de grootste gemeenschap British Bangladeshis gevestigd is, word je scheef bekeken als je verkiest om het niet te doen.

Dat soort veroordelingen schuilen ook om de hoek in Sylhet. De stad in het noordoosten is veel conservatiever dan de rest van het land omdat de migranten, die door hun financiële status veel macht hebben, hun invloed laten gelden. Zo getuigt een jonge vrouw dat ze haar haar steeds moet kleuren voor ze op reis vertrekt naar haar land van herkomst, want ‘thuiskomen’ met blonde of knalrode lokken is immers uit den boze.

Traditioneel kun je deze vorm van islam echter niet noemen, omdat de regionale traditie in Bangladesh veeleer bij het sufisme aansluit – of, volgens sommige respondenten, zelfs de Indiase cultuur. Zeker is alvast dat Bengalezen in het buitenland meer orthodox geworden zijn. Eén respondent zegt zelfs letterlijk het Saoedische voorbeeld te volgen. British Bangladeshis vinden niet zozeer hun heil in hun land van herkomst of hun ‘nieuwe’ thuis, maar in de transnationale moslimgemeenschap, die zich ook wel ummah laat noemen. Door zich te vereenzelvigen met moslimbroeders en -zusters over de hele wereld, en zich niet te beperken tot de Bengalese variant van hun geloof, vinden zij wel houvast. Religie is met andere woorden hun enige echte basisidentiteit.

Download scriptie (2.71 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2015
Promotor(en)
PROF. DR. BERT SUYKENS