Social Structure of Spotted Hyena (Crocuta crocuta) Populations around Mekelle city in Tigray, Ethiopia

Elien
Schramme

OPGELET: HYENA’S IN DE STAD!

16 september 2014

Met bijna honderd waren ze. Grommend en huilend omringden ze de open jeep in het donker. Deze dieren waren duidelijk gewend aan elkaars nabijheid. Ongelooflijk dat zoiets in zulk een dichtbevolkte regio kon ontwikkelen.

Gevlekte hyena’s. Iedereen kent ze wel, de vraatzuchtige beesten met hun gebochelde rug en griezelige lach uit “De Leeuwenkoning”. Ze worden verafschuwd wegens hun reputatie als aaseter en hun vreemde verschijning. Maar wie ze ooit in het wild heeft bestudeerd, weet wel beter. Hyena’s zijn zeer sociale dieren. In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken, eten ze niet alleen aas maar jagen ze regelmatig in teamverband hun eigen prooien. Ze leven in groepen of clans van vier tot 95 individuen, waarbinnen elk dier zijn eigen rang heeft in de hiërarchie. Vrouwtjes en hun jongen komen hier op de eerste plaats, zoals voor toegang tot voedsel. Mannetjes blijven niet in de clan waar ze geboren zijn, maar zoeken een nieuwe groep hyena’s op wanneer ze volwassen worden. Zo wordt inteelt op een natuurlijke wijze voorkomen.

Maar deze schijnbaar rigide structuur blijkt verrassend anders in Noord-Ethiopië. Rondom de stad Mekelle leeft een populatie gevlekte hyena’s die bijna volledig overgeschakeld is van hoofdzakelijk jagen op het eten van menselijk afval. De dieren verlaten ’s nachts hun schuilplaatsen om zich in de straten en op de vuilnisbelten tegoed te doen aan slachtresten.

Aangezien de hyena’s op deze manier niet meer van elkaar afhankelijk zijn voor het verkrijgen van voedsel, rees de vraag of dit een invloed zou hebben op de kenmerkende sociale structuur van deze grote roofdieren. Dit is waar ik me met mijn thesis op heb gefocust.

Hyenastront en weerbarstig DNA
In september 2014 vertrok ik naar Ethiopië voor veldwerk. Om de aantallen en structuur van de populatie in te schatten zonder de hyena’s daarbij te storen, baseerde ik me op hun uitwerpselen. Deze verzamelde ik zowel op plekken waar de dieren overdag schuilen als op de vuilnisbelten. Begeleid door zes gewapende mannen bezocht ik daarnaast ook een nationaal park 325 km ten westen van Mekelle. De gelijkaardige ligging maar de beperkte menselijke activiteit maakte deze stalen geschikt als referentie.

Afbeelding verwijderd.

Uitwerpselen bestaan niet alleen uit voedselresten, maar ook uit cellen van de darmwand van het dier. Terug in België trachtte ik uit deze cellen het DNA te isoleren en genetische informatie af te leiden. Dit was echter niet vanzelfsprekend. Uitwerpselen van vleeseters bevatten namelijk ook DNA van hun prooidieren. Bovendien is het DNA in uitwerpselen vaak beschadigd. In mijn zoektocht naar geschikte methodes bouwde ik echter interessante contacten op, zoals met onderzoekers van de KMDA (Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde Antwerpen) en hyena-specialisten aan het IZW (Leibniz Institute for Zoo and Wildlife Research) in Berlijn. Deze laatste waren zo geïnteresseerd in mijn onderzoek dat ze me een samenwerking aanboden. In februari 2015 trok ik dus voor drie weken naar Duitsland om hun technieken te leren en mijn stalen te verwerken in hun labo.

Afbeelding verwijderd.

Mannetjes maken de massa
De resultaten waren verbazingwekkend. Ten eerste werd de populatiegrootte geschat op ruwweg 900 individuen, wat overeenkomt met een dichtheid van 1.84 hyena’s per km². Dit is beduidend hoger dan wat ooit geobserveerd werd elders in Afrika.

Bovendien bleek dat de groepering van de uitwerpselen op basis van hun vindplaatsen niet terug te vinden was in de genetische structuur. Dit kan erop wijzen dat al de individuen van Mekelle tot dezelfde clan behoren. Als dit zo zou zijn, zouden we hier te maken hebben met de grootste clan gevlekte hyena’s die ooit werd beschreven. Zelfs indien deze clan minder dan 900 dieren zou bevatten, is hij nog steeds vele malen groter dan de clan met de meeste individuen, 95, geobserveerd in Tanzania.

Toch was er ook een aanwijzing voor het bestaan van twee clans in de genetische structuur terug te vinden. Ook dit zou een boeiend resultaat zijn, aangezien de kans groot is dat leden van beide groepen elkaar ’s nachts tegenkomen in de stad en daar dezelfde voedselbron delen. Dit is niet het geval voor de meeste andere populaties gevlekte hyena’s, waar voedsel enkel gedeeld wordt met clanleden en territoria zelfs fel verdedigd worden.

Tenslotte gaf ook het delen van het aantal vrouwtjes door het aantal mannetjes een opmerkelijk resultaat. Deze totale “sex ratio” was 0.87, wat aangeeft dat er rond Mekelle meer mannelijke hyena’s leven dan vrouwtjes. Dit in tegenstelling tot elders in Afrika, waar de gemiddelde sex ratio veel hoger ligt. Het grote aantal dieren en mannetjes in het bijzonder zou een aanwijzing kunnen zijn dat in Mekelle de mannetjes niet langer een nieuwe clan opzoeken wanneer ze volwassen worden.

Mekelle: stad van mens en hyena
Met deze thesis heb ik aangetoond dat uitwerpselen succesvol gebruikt kunnen worden om de populatiestructuur van grote maar moeilijk te volgen dieren te bestuderen. Daarnaast geven al de bevindingen aan dat we hier te maken hebben met een uitzonderlijke populatie gevlekte hyena’s. De dieren tonen bijzondere aanpassingen in hun sociale structuur, wat hen toestaat dicht bij mensen te leven in een gebied waar haast geen wilde prooidieren meer te vinden zijn. Dit blijkt zelfs zo succesvol dat ze rond Mekelle in grotere aantallen kunnen voorkomen dan in “natuurlijke” omstandigheden. De vermoedelijke aanleiding is de overvloedige aanwezigheid van slachtafval.

Opmerkelijk is ook het feit dat er haast geen conflicten plaatsvinden met de inwoners van Mekelle. Jammer genoeg is het omgekeerde vaker waar in regio’s waar grotere steden zich ontwikkelen. Leeuwen, luipaarden, beren en wolven bijvoorbeeld, slagen er meestal niet in stand te houden. De wederzijdse tolerantie in Noord-Ethiopië is een fraai voorbeeld van hoe mensen en grote roofdieren kunnen samenleven zonder dat een van beide partijen een bedreiging vormt voor de andere.

Afbeelding verwijderd.

Download scriptie (1.83 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2015