Een verantwoord(elijk) ethisch beleid en morele zorg in woon-zorgcentra

Lien
Van Achter

Een verantwoord(elijk) ethisch beleid en morele zorg in woon-zorgcentra

Waarop kan een ethisch verantwoord beleid in (openbare) woon-zorgcentra gestoeld zijn? Wat is de rol van morele zorg daarin? Deze twee vragen vormen samen het uitgangspunt voor een verkennende studie.

Actuele context

Sinds het tweede deel van de zesde staatshervorming, werden tal van bevoegdheden inzake zorg en welzijn overgedragen van de federale naar de Vlaamse regering.  De werking van woon-zorgcentra valt onder het Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, aangestuurd door minister Jo Van Deurzen. Het Agentschap Zorg en Gezondheid fungeert als beleidsuitvoerende instantie. De bestaande woon-zorgcentra zijn vooral ontsproten uit religieuze initiatieven, diensten van het OCMW of private initiatieven. De overheid speelt een rol in de kwaliteitsopvolging en de organisatie van erkende woon-zorgcentra. Ook ethiek en een ethisch beleid staan op de agenda van de Vlaamse overheid. In december 2017 zou er een studiedag gepland zijn. Met een verkenning van een aantal inhoudelijke topics in deze scriptie, maken we een oefening van wat daar misschien aan bod kan komen. Welke kernbegrippen kunnen verbindend werken tussen de vele verschillende zienswijzen en aandachts-punten?

Mogelijke inhoud

Een eerste doelstelling  is om op zoek te gaan naar een aantal kernthema’s en een basisraamwerk dat verder kan worden ontwikkeld, aangepast en bediscussieerd. Een tweede doelstelling is inzichten te verzamelen die in een hoge mate gedeeld kunnen worden en daarbij te funderen én praktisch inzetbaar zijn. De keuze voor de geraadpleegde bronnen is in die zin selectief, maar niet vrijblijvend. Daarnaast wordt de keuze van de bronnen bepaald door twee specifieke invalshoeken. Actuele politieke ontwikkelingen in Vlaanderen vormen ten eerste een invalshoek, ook als het gaat om spiritualiteit en levensbeschouwing. Op dezelfde hoogte staan  ten tweede ervaringen en kennis uit de (ouderen)zorgpraktijk. Inzichten uit de ethiek, de sociale wetenschappen, vrijzinnig-humanistische en pastorale begeleiding en de narratieve gerontologie worden concreet aangewend om inhouden aan te reiken.

Ethische relatie

Een zorgrelatie kunnen we beschouwen in het licht van een ethische relatie. Het in allereerste instantie aangaan en behouden van die relatie, vertrekt dan als het ware uit een oerverplichting, die ons daartoe oproept, dan wel uitnodigt. Dit doet in filosofisch opzicht meteen denken aan Levinas. Vanuit de zorgpraktijk verwoordt verpleegkundige Cora Van der Kooij iets gelijkaardigs, met name dat onbaat-zuchtigheid voorafgaat aan welke morele imperatief dan ook. Zorgethica Nel Noddings meent dan weer dat alle verplichtingen ondergeschikt zijn aan het in stand houden van de zorgrelatie. Dezelfde, een gelijkaardige of een verwante kerngedachte kan vanuit verschillende invalshoeken, disciplines en met diverse bewoordingen aangehaald worden. Met één woord en in een – onvolkomen – poging zoveel mogelijk invalshoeken te capteren: verantwoordelijkheid?

Verantwoordelijkheid

Verantwoordelijkheid is een kernbegrip in de (concrete) zorgrelatie. Daarenboven vatten we verantwoordelijkheid als een politieke noodzaak.  Evenzeer beschouwen we verantwoordelijkheid als een centrale morele categorie. Het is dus een gelaagd begrip dat de koppeling faciliteert tussen verschillende niveaus en inhoudelijke bekommernissen. Rekening houden met een reële, actuele  en particuliere politieke context, maakt dat de combinatie ethiek en verantwoordelijkheid pragmatisch en inhoudelijk tot iets hanteerbaars leidt. Het is in die zin ook logisch om van de werkelijkheid te vertrekken. Vanuit de praktijk van het zorgen en de concrete context van woon-zorgcentra, dient absoluut de nodige input in rekening gebracht te worden. Zorgethiek en bio-ethiek  zijn zeker te raadplegen domeinen. Steeds komt terug hoe we ons verhouden tot anderen. Verantwoordelijkheid komt daarbij ofwel letterlijk aan bod, ofwel in dialoog met andere denkers en ideeën. Filosofisch gezien vinden we in fenomenologische stromingen betekenis-volle inhoudelijke aanknopingspunten. Inzichten uit de sociale en andere wetenschappen en disciplines, kunnen actief verzameld en ingezet worden.

Morele zorg

In de veelheid van informatie, is het verstandig om grondig na te denken over wat de rol is van mensen in een ethisch beleid en bij morele zorg. Ondanks een voortdurende en noodzakelijke interactie tussen beleid en zorg, durven we te stellen dat een ethisch beleid de vorm en morele zorg de inhoud kan zijn. Enerzijds is zorg dan een morele categorie op zich. Anderzijds is (morele) zorg ingebed in een veel ruimer kader. Morele zorg is allerminst een afgebakend vakdomein, noch een passe-partout om alle twijfels en moeilijkheden te ondervangen. Als professionaliteit gaat het niet om een expertenrol, evenmin om een losse competentie. Morele zorg is enerzijds de verantwoordelijkheid van iedereen. Anderzijds zijn zinvragen, morele dilemma’s en ethische kwesties op allerlei niveaus dermate complex en urgent, dat ‘iemand’ die (bege)leidt natuurlijkerwijs deel uitmaakt van (zorg)teams. Ethici en (moraal)filosofen hebben volgens ons het prachtige voorrecht  dat te doen, als zij zich daartoe geroepen weten.

Raamwerk als besluit

Het woonzorgdecreet van 13 maart 2009, met daarin opgenomen ‘een beleid ontwikkelen rond ethisch verantwoorde zorg’, is een politieke verankering van de noodzaak van zo’n beleid. Waar het al een zweem van top-down zou kunnen hebben, kan dit worden bijgestuurd door de input van praktijkmensen, zorg- en bio-ethici, morele consulenten, pastorale begeleiders en zo meer. In concreto inhouden die door hen aangereikt worden, nopen tot een gedegen beleid inzake ethisch verantwoorde zorg. Uitgangspunt én doel is dat de wisselwerking tussen theorie en praktijk enerzijds en tussen beleid en praktijk anderzijds, steunt op authenticiteit en relevantie. De ontmoetingen en het samenzijn met mensen in woon-zorgcentra, bewegwijzeren het pad naar een open raamwerk.

 

 

 

Download scriptie (654.78 KB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Johan Stuy