Dropping-in or dropping-out?

Jill
Mertens
  • Lise
    Darthet
  • Caroline
    Van den Bossche

Kansarmoede geen kansen geven.

Het is de harde realiteit dat in België één op vier kinderen in de grootsteden in armoede leeft. (Ast, 2016)

Dit fenomeen zien we niet enkel in ons eigen land maar ook in andere landen en grootsteden kunnen we dit waarnemen. Zo leggen we ons in deze bachelorproef ook toe op de situatie in Spanje en New York, naast die van België.                                                                                                

Wij onderzochten de oorzaken van armoede en dropouts, de gevolgen in het onderwijs en welke concrete stappen er worden ondernomen om deze problematiek op te lossen.

Oplossingen en problemen.

 CITATION Row15 \l 2067 (Rowell, 2015)

 

 

In elk land zijn er tal van projecten die kansarmoede en diverse ongelijkheden in het onderwijs willen aanpakken. Het overkoepelende probleem is dat deze projecten er niet in slagen om hier een effectieve verandering te creëren. Veel jongeren vallen door de mazen van het net.

De initiatieven die wij in onze bachelorproef bespreken, worden uitvoerig besproken. We hebben het over hun doelen, hun sterke en zwakke punten.

Onze bachelorproef zegt meer dan duizend woorden, dus halen we hier slechts kort onze casussen aan:

  1. LOMCE: Wat Spanje zegt is wet! Of niet?

Tranquillo! Alles in Spanje gebeurt op het gemak. Ook wanneer het op veranderingen in het onderwijs aankomt, zitten ze niet op een sneltrein. Bij het invoeren van een amendement op de onderwijswet was er veel protest en onenigheid over verschillende punten op de agenda. Bij deze casus bespreken we ook enkele algemene maatregelen die werken om schoolverlaters tegen te gaan.

  1. Harlem Children’s Zone: New York state of mind, mogelijk voor iedereen?

The American dream blijkt voor veel jongeren nog geen realiteit te zijn. Harlem Children’s Zone probeert de problemen in het onderwijs aan te kaarten en te verhelpen in Amerika, maar veel effect blijft uit en al te vaak vallen er jongeren uit de boot. Dit is wel een project waar veel andere organisaties zich op baseren. In de ideale wereld is dit project een schitterend succes, nu is er nog ruimte voor verbetering en meer inclusie van alle jongeren.

  1. Teach For All: Teach for all or teach for the happy few?

Deze organisatie pakt kansarmoede in het onderwijs over heel de wereld aan. Zo hebben wij in België ook een afdeling van deze organisatie, Teach For Belgium. Maar wat verwezenlijkt deze organisatie nu eigenlijk? 

De grote conclusies van onze bachelorproef zijn de volgende:

Context speelt een zeer belangrijke rol. Ieder initiatief dat we bespreken in onze bachelorproef, heeft zijn voor-en nadelen. Er is geen zwart-wit model dat een garantie biedt voor succes. Opdat een project of een maatregel zou slagen, moet de context eerst voldoende geanalyseerd worden. Zie: ‘Rotterdam Children’s Zone’.

Vervolgens zien we ook in een onderzoek dat het effect van maatregelen en interventies sterk kan verschillen naargelang de socio-economische status van dat land. (Nores & Barnett, 2010) (De Bruyckere, 2015)

We kunnen dus vaststellen dat het integraal overnemen van succesvolle initiatieven van andere landen, geen garantie is op succes en dat maatwerk dus essentieel is.

Het financiële luik speelt ook een belangrijke rol. Lokale projecten en ngo’s zijn afhankelijk zijn van financiële ondersteuning. Dit is is duidelijk te zien bij HCZ. Zonder sponsors overleeft dit project niet.

Vervolgens kunnen we zeggen dat projecten en maatregelen niet enkel puur over onderwijs gaan, maar ze vaak meer dan onderwijs alleen proberen te beïnvloeden en dus lesoverstijgend werken. In een onderzoek door Unesco, staan een aantal maatregelen die effectief bijdragen tot het verminderen van gevolgen van onderwijsachterstand bij jongeren, maar die ook impact hebben op het leven buiten de school.

Eén van de gevolgen van sociaal-economische achterstand bij jongeren is dat ze de school vroegtijdig verlaten zonder diploma. Zowel de studie van Unesco als de OECD stelt vast dat het belangrijk is om informatie te verzamelen over de studievoortgang van leerlingen (monitoring, verantwoording, incentives en hoge normen stellen voor alle leerlingen) om er op die manier voor te zorgen dat leerlingen gepaste begeleiding krijgen.

Ook al lijken we sceptisch over de initiatieven die momenteel worden genomen in ons artikel, toch zijn we blij dat we dit onderwerp gekozen hebben. We mogen het niet als een zwart-wit gegeven bekijken, maar als projecten en oplossingen met vele schakeringen. Deze bachelorproef verruimde ons inzicht omtrent waar we staan met verschillende projecten en hoe men verbetering kan aanbrengen.

Literatuurlijst

Ast. (2016, juni 30). Kansarmoede bij kinderen blijft toenemen. Opgehaald van De Standaard: http://www.standaard.be/cnt/dmf20160630_02364027  CITATION Row15 \l 2067 (Rowell, 2015)

De Bruyckere, P. (2015, november 5). Waarom vroegschoolse begeleiding niet genoeg is om                                    ongelijkheid weg te werken. Opgehaald van Itinera institute: http://www.itinerainstitute.org/wp-content/uploads/2016/10/pdfs/heckman_- _pedro_debruyckere.pdf

Nores, M., & Barnett, W. S. (2010). Benefits of early childhood interventions across the world:

            (Under) Investing in the very young (Vol. 29). Economics of Education Review.

BIBLIOGRAPHYRowell, L. C. (2015, april 22). How to raise a child who cares for the environment. Opgehaald van kindermusik.com: https://www.kindermusik.com/mindsonmusic/kindermusik/how-to-raise-a-chi…

 

 

Download scriptie (927.47 KB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2017
Promotor(en)
Pedro De Bruyckere
Thema('s)
Kernwoorden