De Europese Unie en de migratiecrisis: Hof van Justitie zet zichzelf buitenspel

Julie
De Vrieze

Sinds het begin van de Europese migratiecrisis in 2015, oogstte de Europese Unie meer kritiek dan ooit tevoren. Populistische partijen sneden de migratiecrisis dankbaar aan om met een beschuldigende vinger naar de EU te wijzen. Volgens hen maakte de EU zich schuldig aan een te verregaande inmenging in een materie die tot de kern van de nationale soevereiniteit behoort. Vanuit meer gematigde hoek klonk dan weer het verwijt dat de EU onvoldoende zou optreden, en aldus zou nalaten haar verantwoordelijkheid te nemen op internationaal niveau. Nu de migratiecrisis stilaan over haar hoogtepunt heen lijkt te zijn, is het belangrijk om te reflecteren over hoe de EU daadwerkelijk op deze crisis gereageerd heeft.

Controverse rond de EU-Turkije Verklaring

Op 18 maart 2016 publiceerde de Europese Raad de EU-Turkije Verklaring. Deze Verklaring werd door de Europese instellingen naar voor geschoven als het belangrijkste onderdeel van de Europese aanpak van de migratiecrisis. De Verklaring moest de toestroom van vluchtelingen die via Turkije en de Middellandse zee de Griekse eilanden bereikten bedwingen. Daartoe voorzag de Verklaring dat alle illegale migranten die via Turkije Europa binnenkwamen, teruggestuurd zouden worden naar Turkije. In ruil voor deze toezegging van Turkse kant, maakte de EU een aantal beloftes zoals het versnellen van Turkije’s toetreding tot de EU, visumvrij reizen binnen de EU voor Turken en drie miljard euro aan bijkomende steun voor Turkije.

Turkije’s twijfelachtige reputatie op vlak van mensenrechten, in het bijzonder na de mislukte staatsgreep van juli 2016, deed echter al snel vragen rijzen over de wettigheid van de EU-Turkije Verklaring. Deze bezorgdheid over de wettigheid van de Verklaring, in het bijzonder over de verenigbaarheid van de Verklaring met mensenrechten- en vluchtelingenwetgeving, leidde uiteindelijk tot drie verzoeken tot nietigverklaring van de Verklaring gericht aan het Europees Hof van Justitie.

Uitspraak van het Hof van Justitie

In antwoord op de verzoeken tot nietigverklaring oordeelde het Hof dat het in deze niet bevoegd was. Daartoe argumenteerde het Hof dat de EU-Turkije Verklaring geen handeling van de Europese Raad is, maar een handeling van de individuele staatshoofden en regeringsleiders. Het Hof van Justitie is inderdaad enkel bevoegd om de wettigheid van handelingen van de Europese instellingen na te gaan, waardoor handelingen van de lidstaten buiten haar bevoegdheid vallen.

Het Hof kon tot een dergelijk besluit komen gezien de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten tevens de leden van de Europese Raad zijn. Zij kunnen aldus in twee verschillende hoedanigheden optreden, zijnde als vertegenwoordigers van de lidstaten of als leden van de Europese Raad.

Nochtans had het Hof zich, in navolging van een aantal precedenten, kunnen afvragen wie bevoegd was voor de maatregelen vervat in de EU-Turkije Verklaring. Minstens drie van de belangrijkste maatregelen vervat in de EU-Turkije Verklaring behoren immers tot de exclusieve bevoegdheid van de EU. Hiermee rekening houdende, had het Hof niet tot een andere beslissing kunnen komen dan dat de EU-Turkije Verklaring een handeling van de Europese Raad was.

Dat het Hof ervoor koos om af te wijken van haar eigen eerdere rechtspraak, en zichzelf op die manier buitenspel te zetten, wekt de indruk dat het Hof zich moedwillig onbevoegd heeft verklaard.

Compromis of verraad van fundamentele waarden?

Door de EU-Turkije Verklaring te kwalificeren als een handeling van de lidstaten, vermeed het Hof uitspraak te moeten doen over de vermeende schendingen van mensenrechten- en vluchtelingenrecht, en, meer algemeen, de wettigheid van de Verklaring. Verschillende auteurs hebben deze houding van het Hof bestempeld als een poging van het Hof om zich aan te passen aan de politieke realiteit.

Voor de publicatie van de EU-Turkije Verklaring was de weg via Turkije de meest gebruikte vluchtelingenroute naar het Europese continent. Als gevolg van de aanhoudende vluchtelingenstroom, slaagde Griekenland er evenwel niet langer in om alle migranten die via haar grondgebied de EU binnenkwamen te registreren. Doordat de EU een ruimte zonder binnengrenzen is, konden deze ongeregistreerde migranten bovendien vrij doorreizen van lidstaat naar lidstaat. Bovendien slaagden de Europese leiders er door politieke onenigheid niet in om tot een oplossing te komen betreffende de verdeling van vluchtelingen. In deze context werd de EU-Turkije Verklaring onthaald als een deus ex machina.

De eventuele vernietiging van de EU-Turkije Verklaring door het Hof van Justitie zou waarschijnlijk opnieuw leiden tot een explosieve politieke situatie, met het Hof in het hart van de controverse. Het is evenwel duidelijk dat een situatie waarin de instantie die verantwoordelijk is voor de gerechtelijke controle zich afzijdig houdt op grond van politieke overwegingen, eveneens niet zonder gevaar is. Des te meer is dit het geval omdat de EU-Turkije Verklaring betrekking heeft op migratie, een aangelegenheid die nauwe banden vertoont met een aantal fundamentele mensenrechten.

De EU-Turkije Verklaring was de eerste van een hele lijst van partnerschappen met derde landen, bedoeld om het hoofd te bieden aan de Europese migratiecrisis. In 2016 en 2017 werden reeds gelijkaardige partnerschappen tot stand gebracht met Afghanistan en Libië. De EU geeft daarnaast aan in de toekomst te willen samenwerken met onder andere Nigeria, Senegal en Tunesië. In een aantal van deze landen ambieert de EU ook de oprichting van overzeese opvangkampen voor migranten. De vraag blijft evenwel of migranten in deze kampen menswaardig zullen behandeld worden, en, zo niet, of het Hof van Justitie in dat geval wel haar verantwoordelijkheid zal opnemen en zich zal buigen over de grond van de zaak. De uitspraak van het Hof betreffende de EU-Turkije Verklaring doet alvast vermoeden van niet.

Download scriptie (1.65 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2018
Promotor(en)
Prof. Dr. Peter Van Elsuwege
Kernwoorden