De Rangaslang laat kind én ouder bewegen

Sofie
Emmaneel
  • Lore
    Urban
  • Sofie
    Emmaneel
  • Charles
    Beek
  • Sara
    Deweerdt
  • Margot
    Bearelle

Stel je voor: je bent mama of papa van een vijfjarige en je werkt fulltime. Daarnaast run je het huishouden met de was en plas en alles wat erbij komt kijken. Elke dag loop je van huis naar school naar het werk naar school naar de hobbyclub van jouw kind én je probeert tussendoor nog eens te sporten. Er moet zoveel gedaan worden, maar er is zo weinig tijd. Wat is het eerste dat je zal schrappen?

Heel wat gezinnen hebben het druk. Ouders zoeken een evenwicht tussen dagelijkse verplichtingen en qualitytime met het gezin. Maar ook een gezonde levensstijl en meer beweging verdienen een plaatsje in de te drukke schema’s van de ouders. Dit is niet zo eenvoudig. Toch is er een mogelijkheid om te sporten en dat samen met jouw kind. Nu zal je waarschijnlijk denken dat er al heel wat aangeboden wordt en dat klopt. Toch hebben sommige ouders niet het gevoel dat het huidige aanbod inspeelt op hun eigen noden om te sporten. De focus ligt veelal meer op de beweging voor het kind, wat mama of papa op fysiek vlak te weinig uitdaagt. Zo kwam in juni 2018 een vader/arts met de vraag om een beweegprogramma te ontwikkelen dat ook de ouders intensief laat deelnemen.

Het onderzoek startte met het bevragen van tien gezinnen. Alleenstaande werkende ouders of tweeverdieners met een kind tussen de vier en zeven jaar oud werden geïnterviewd. Zowel sportieve als niet sportieve ouders namen deel aan het interview. Bij alle gezinnen, ongeacht de sportieve achtergrond, kwamen vier belangrijke behoeften naar boven. Een nieuw beweegprogramma zou voor hen een programma moeten zijn waarbij het kind actief betrokken wordt, de volwassene intensief beweegt, het aantrekkelijk is vorm gegeven en dat ook nog eens makkelijk in te plannen is in de dagelijkse routine.

Aan de hand van deze verkregen informatie, startte de ontwikkeling van een nieuw beweegprogramma. Drie gezinnen, elk met een andere motivatie en sportachtergrond, namen deel aan een testperiode van tien weken. Er werden verschillende ideeën getest en aangepast naar de bevindingen van de testgezinnen. Op deze manier ontstond een beweegdoos. Deze doos omvat een spelbord in de vorm van een slang, een grabbelton met verschillende beweegkaarten en een verklarende lijst met afbeeldingen en moeilijke termen. Zo ontstond de Rangaslang die ouder en kind twintig minuten thuis in beweging zet.

Maar hoe ga je nu precies te werk met al het aangeboden materiaal? Eerst en vooral is het de bedoeling om de slang met toebehoren op een zichtbare plaats te hangen. Vervolgens worden de beweegmomenten ingepland. Elke week bestaat uit drie hokjes. Één hokje, dus één sessie, moet wekelijks gebeuren, maar sportievere gezinnen kunnen tot drie trainingen inplannen. Je hangt dus de velcro’s met de dagen van de week op de slang. Wanneer je op de gekozen dag ook effectief een beweegsessie deed, mag de weekdag vervangen worden door een smiley. Na zes weken ben je aan het einde van de slang en is daarbij ook het eerste thema afgelopen. Een nieuw thema kan starten door het geplastificeerde spelbord terug leeg te maken en verder te gaan met de weken zeven tot twaalf.

Er zijn opwarmings-, kern- en afsluitingskaarten met elk een andere kleur. Wanneer je start met een gepland beweegmoment, neem je 2 opwarmingskaarten uit de grabbelton. Vervolgens trek je 5 kernkaarten en 1 afsluitkaartje. Op alle kaartjes staan foto’s met instructies om de oefeningen zo goed mogelijk uit te voeren. En voilà, na gemiddeld twintig minuten heb naast een fijn moment met uw kind ook nog eens intensief bewogen in de eigen leefomgeving.

De beweegdoos vormt een goede basis als nieuw beweegprogramma. De Rangaslang maakt het mogelijk om naast alle drukte ook effectief te bewegen zonder je te moeten verplaatsen en het bevordert de qualitytime met jouw kind. Bij alle testgezinnen zijn zowel de ouder als het kind gemotiveerd om verder te doen.

“Het is gewoon echt leuk. De kindjes vinden het leuk, dus dan haal ik daar zelf ook veel voldoening uit. Hij vraagt zelf altijd om de turnoefeningetjes te doen en zegt ook wel veel dat hij het plezant vindt.”

Vertelt mama Fien.

“Ik vind het zeker tof om wat oefeningen samen te doen. Je doet dan eens iets anders samen dan opruimen enz. Zoals je zag, vond hij het echt plezant hé. Ik vind ook wel dat hij niet altijd moet winnen, een beetje competitiviteit is altijd leuk.”

Vertelt mama Sylvie-Anne.

Download scriptie (4.48 MB)
Universiteit of Hogeschool
Arteveldehogeschool Gent
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Ine De Clerck en Marianne Belpaire