Prestatiegerichte lokale besturen: een langdurig werk op meerdere werven

Tom
Cottem

Prestatiegerichte lokale besturen: een langdurig werk op meerdere werven

 

De laatste decennia treedt het belang van een zuinige maar tegelijk presterende overheid op de voorgrond. Ondanks de besparingstijden willen burgers goede dienstverlening en waar voor hun belastinggeld, uzelf allicht ook. In die context verwacht de Vlaamse overheid dat lokale besturen hun prestatiegerichtheid vergroten via doelstellingen en metingen van resultaten, wat tijd en geld kost. Hoe kan men verzekeren dat die moeite loont?



Vlaamse lokale besturen volgen trend

 

"De overheden moeten transparante verantwoording afleggen over wat zij doen met het belastinggeld." Zo luidde het Vlaamse Regeerakkoord van 2009. Vanuit die visie veranderde er in 2014 heel wat bij de lokale besturen. De budgettaire documenten, zoals de begroting, werden hervormd en gingen daarbij meer niet-financiële gegevens bevatten. Bovendien werd een focus op prestatiedoelstellingen en -metingen aangemoedigd.

 

Figuur 1: van focus op middelen naar focus op prestaties.



Het vormde een duidelijke keuze om de lokale overheden in te schrijven in een trend die eind de jaren 70 aanving in de Angelsaksische wereld en vervolgens verspreidde. De visie op de overheid verandert daarbij grondig. Een bestuur moet efficiënt, effectief en zuinig zijn en de nadruk komt te liggen op wat het bereikt met zijn budget. De productie van informatie over gewenste en geleverde prestaties door doelstellingen te formuleren en metingen uit te voeren ligt duidelijk in lijn met die visie. Hetzelfde geldt voor de interne inbedding ervan in onder andere financiële processen, waardoor een begroting bijvoorbeeld aangeeft welke prestaties met de uitgaven worden beoogd.



Kosten zijn zeker, maar baten...

 

Het is vanzelfsprekend dat die oefening tijd en geld kost. Hoe kan men er voor zorgen dat die moeite loont? Hoe kan men dus verzekeren dat de grotere focus op een goede besteding van het belastinggeld niet zelf een verspilling van belastinggeld is? Een recente masterproef (KU Leuven) geeft aan dat politici en managers de prestatiedoelstellingen en -metingen daarvoor ook daadwerkelijk moeten gebruiken. Het gevaar bestaat namelijk dat overheden inzetten op de productie en inbedding van de informatie terwijl er daarna niets mee wordt gedaan. Zo zijn er wel kosten, maar geen baten. Prestatie-informatie zou de mogelijkheid bieden om de administratie gerichter aan te sturen, om te leren in functie van beter beleid en management, en om verantwoordingsrelaties te verdiepen. Voordelen die niet worden benut wanneer men de informatie links laat liggen.

Om inzicht te verkrijgen in dat probleem nam de masterstudent interviews af binnen een gemeentebestuur. Zo kon hij onderzoeken welke factoren een faciliterende en belemmerende invloed hebben op het gebruik van prestatie-informatie door raadsleden en managers (het topmanagement uitgezonderd). Factoren die dus bepalen of er naast kosten ook baten kunnen zijn.



Baten hangen af van véél factoren

 

Het gebruik van de prestatiedoelstellingen en -metingen blijkt veel verklaringen te hebben. In totaal werden 23 factoren invloedrijk bevonden. Ze behoren tot drie categorieën, die hier worden vertaald in aandachtspunten voor lokale besturen en de Vlaamse overheid.

 

Figuur 2: Invloedrijke variabelen.



Een eerste aandachtspunt voor prestatiegerichtheid zijn de kenmerken en toestand van het bestuur en zijn entiteiten (zwart in figuur). Omdat zij het gebruik beïnvloeden, moet men met ze rekening houden en ze waar mogelijk verbeteren. Een tweede punt waaraan men aandacht moet besteden zijn de karakteristieken van de beleidsdomeinen (groen in figuur). Want daardoor lenen bepaalde beleidssectoren zich beter dan andere tot het gebruik van prestatie-informatie. Tot slot is het essentieel dat de overheden aandacht hebben voor de informatie zelf. De kenmerken van die informatie en de manier waarop ze beschikbaar wordt gesteld (rood in figuur) zijn namelijk belangrijk voor het gebruik ervan.

Met de concrete bevindingen en aanbevelingen kunnen de overheden aan de slag om de hervorming bij te sturen of de eigen prestatiegerichtheid te versterken. Hieronder worden enkele aspecten belicht.



Uitgelicht

Aandachtspunt 1: Bestuur en entiteit

Door afhankelijkheidsrelaties kan men moeilijk alleen of in kleine groep met prestatie-informatie aan de slag gaan. Besturen moeten daarom zorgen dat iedereen mee is met de prestatiegerichte hervormingen en investeren in de bredere cultuur daarrond. Volgens het onderzoek is er nood aan een organisatiecultuur waarbij men gericht is op planning, doelbereiking, efficiëntie, aanpassingsvermogen en innovatie. Ook moet de focus op het managen van prestaties breed gedragen worden, zowel binnen de politiek als de ambtenarij. Zij mogen bijvoorbeeld niet vrezen dat het ingaat tegen hun politieke agenda of zich "gecontroleerd" voelen.

Om gebruik te bevorderen moet informatie ook toegankelijk en gebruiksvriendelijk zijn, bovendien moeten gebruikers ze (correct) kunnen interpreteren. Daarom is inzetten op expertise en ondersteunende middelen, zoals personeel en software, belangrijk. De standaardsoftware en -rapporten blijken nu weinig gebruiksvriendelijk, waardoor bijkomende investeringen nodig zijn. De vraag is of kleine gemeenten die aankunnen en extra ondersteuning vanuit Vlaanderen nodig is.



Aandachtspunt 2: Beleidsdomein

Sommige zaken, armoede bijvoorbeeld, zijn moeilijk meetbaar. Veel moeite en geld investeren in het alsnog proberen te meten ervan blijkt weinig nut te hebben. De masterproef vond namelijk dat managers de resulterende informatie onvoldoende betrouwbaar vinden, wat hun gebruik ervan belemmert. Besturen zouden op dat vlak best rekening houden met de mogelijkheden van een beleidsdomein, want lastige meetbaarheid is doorgaans eigen aan bepaalde beleidssectoren zoals sociaal beleid.



Aandachtspunt 3: Beschikbare informatie

Grote hoeveelheden prestatie-informatie zorgen voor verwerkingsproblemen. De leuze "less is more" bevat dus een zekere waarheid en besturen gaan daarom beter niet te ver met de hoeveelheid informatie.

De hervorming riep nieuwe budgettaire documenten in het leven maar die blijken niet optimaal afgestemd op hun voornaamste doelgroep, de gemeenteraadsleden. Zo wilde de hervorming niet-financiële en dus ook prestatie-informatie daarin centraler stellen. Maar dat bevordert het gebruik ervan door de raadsleden niet. Hetzelfde geldt voor de nagestreefde koppeling van metingen aan doelstellingen. Managers vinden die zaken daarentegen wel belangrijk, maar zij zijn niet de hoofdgebruikers van die nieuwe documenten.



Een langdurig werk op meerdere werven

 

De Vlaamse regering en lokale overheden moeten dus duidelijk inzetten op een faciliterend kader en een doordachte manier om prestatiegerichtheid te implementeren. Dat vraagt aandacht voor veel aspecten en een verschuiving van huidige accenten. Ook vormt het een werk van lange adem, cultuurverandering bekomt men bijvoorbeeld niet in één vingerknip. Enkel zo zouden de productie en inbedding van prestatie-informatie uiteindelijk tot baten kunnen leiden.

 

Download scriptie (2.75 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Prof. dr. Geert Bouckaert