Lobbyen in België: Rechtsstaat te koop?

Frederik
Panneel

Vandaag de dag is de lobbypraktijk alomtegenwoordig in het Belgische besluitvormingsproces. Het is een fascinerend fenomeen dat is vergroeid met onze moderne democratie. De negatieve connotatie van de term ‘lobbyen’ doet vermoeden dat dit steeds gepaard gaat met corrupte en malafide praktijken. Deze achterdocht wordt mede gevoed door de verschillende corruptieschandalen die de voorbije decennia aan het licht zijn gekomen, met de Kazachgate-affaire als laatste uitschieter.

 

Dit schandaal gold als initiële inspiratiebron voor dit onderzoek. In deze studie wordt een antwoord gegeven op de vraag hoe men lobbypraktijken kan integreren in een behoorlijk wetgevingsproces in België. Er wordt op zoek gegaan naar wat men onder een behoorlijke lobbyregulering in België dient te verstaan.

 

Begripsomschrijving

Opdat dit onderzoek grondig gevoerd kan worden is er nood aan een duidelijke definiëring van het begrip ‘lobbypraktijken’. Bij gebreke aan een universele definitie werd op zoek gegaan naar een eigen definitie die leidend zou zijn doorheen de meesterproef. Derhalve dient de lobbypraktijk beschouwd te worden als ‘het uitoefenen van een substantiële invloed op beleidsmakers bij bestuursorganen, waarbij het initiatief voor het contact ligt bij de lobbyist, die geen statutair onderdeel uitmaakt van die organen.’

 

Lobby in België

Lobbyisten

Vervolgens wordt het huidige lobbylandschap in België in kaart gebracht. Eerst wordt er een representatief beeld van verschillende vormen van lobbyisten in België gegeven. Dit deel begint met de Kazachgate nader onder de loep te nemen. Hierbij wordt het verslag van de onderzoekscommissie uitgebreid geanalyseerd. Slotconclusie hier is dat de getrokken conclusies, die voor de officiële waarheid moeten doorgaan, bij momenten haaks staan op de vastgestelde feiten. Dit doet vermoeden dat het aannemelijk is dat zowel de wetgevende, de uitvoerende als de gerechtelijke macht te manipuleren zijn door het grote geld of grote belangen. Op die manier raakt de hele afkoopwet aan de essentie van de Belgische rechtstaat.

In de verdere uiteenzetting van dit deel wordt duidelijk dat een allesomvattend kader van de lobbypraktijken in België geven onmogelijk is, aangezien het spectrum van beïnvloeding ontzettend breed is. Er wordt echter wel een zo representatief mogelijk beeld gegeven van het Belgische lobbylandschap. In dit verband worden achtereenvolgens een vorm van gereguleerde lobbypraktijken (de farma-lobby), een lobby ter behartiging van het algemene belang (de klimaatlobby), de professionele lobby-dienstverleners die lobbyen voor hun cliënten, de beroepsorganisaties die lobby voeren ter behartiging van hun beroepsveld en de rechtstreekse beïnvloeding van politici door de uitkering van ongewoon hoge zitpenningen besproken.

 

Beleidsmakers

In een tweede deel van dit hoofdstuk wordt gekeken naar de beleidsmakers: wie ze zijn en op welke manier ze te beïnvloeden zijn. In dit verband werden de kabinetsleden, de parlementsleden, de externe experts en de ambtenaren besproken. Voornamelijk in de kabinetten en bij de consultatie van externe experts loert het gevaar van een onbehoorlijke lobby om de hoek. Dit heeft te maken met de belangrijke rol die ze spelen in het besluitvormingsproces en het grote gebrek aan transparantie dat er heerst. België kent een zeer uitgebreide ‘kabinetscultuur’ waar de kabinetten niet louter de minister bijstaan, maar in vele gevallen de beleidsvoorbereiding en besluitvorming van A tot Z regelen. Daarbovenop zijn de kabinetten en de inschakeling van externe experts grote blinde vlekken in het besluitvormingsproces. Dit maakt dat ze de ideale sluis zijn voor belangengroepen om het beleid te proberen beïnvloeden.

 

Regulering

Tot slot besprak dit hoofdstuk het huidige wettelijke kader in België. Recentelijk heeft de Federale Overheid, nadat verschillende schandalen uitgebreid in de media aan bod zijn gekomen, verschillende wetgevende initiatieven genomen. De oprichting van de Federale Deontologische Commissie (FDC) en de werkgroep Politieke Vernieuwing zijn hier het resultaat van. De FDC stelde een deontologische code op en geeft niet-bindende adviezen uit over eventuele belangenconflicten van openbare ambtenaren. De werkgroep Politieke Vernieuwing werd opgericht om de politiek transparanter en geloofwaardiger te maken. Dit resulteerde in de invoering van een lobbyregister in de Kamer.

 

Voor -en nadelen lobbyen

Voordat onderzocht kan worden hoe de Belgische regulering geoptimaliseerd kan worden, dient te worden onderzocht wat de voor -en nadelen van de lobbypraktijk zijn. Op deze manier kan aan de hand van onderzoek worden gezocht naar manieren om de nadelige effecten van de lobbypraktijk in België zo veel mogelijk te temperen en de positieve te laten floreren.

 

De gevaarlijkste nadelen die een onbehoorlijk lobbybeleid met zich meebrengt zijn het gebrek aan transparantie, wat nefast is voor het vertrouwen van de burger in het besluitvormingsproces, en het fenomeen van regulatory capture: een onevenredig grote invloed van enkele groepen op de inhoud van de regelgeving, ten nadele van andere belangen.

 

Daartegenover staat echter dat een behoorlijke lobby verschillende voordelen met zich meebrengt. Zo kan deze de overheid van waardevolle inzichten en data voorzien en een toegangspoort vormen waar belanghebbenden gelijke toegang krijgen tot het besluitvormingsproces.

 

Best practices

Tot slot werden bovenstaande bevindingen samengebracht in een poging op de onderzoeksvraag te antwoorden, namelijk wat men onder een behoorlijke lobbyregulering in België dient te verstaan. Derhalve werd via rechtsvergelijkend onderzoek op zoek gegaan naar best practices die de huidige Belgische regulering kunnen optimaliseren, met het oog op een behoorlijker lobbybeleid in België. Transparantie, integriteit en gelijke behandeling van lobbyisten worden in dit hoofdstuk gebruikt als kapstok om het onderzoek rond te bouwen.

 

Besluit

Het uitgebreide onderzoek leidde tot de conclusie dat de huidige lobbyregeling in België te kort schiet op verschillende vlakken. Derhalve kunnen, als resultaat van deze meesterproef, negen aanbevelingen gedaan worden aan de Federale Overheid met het oog op een behoorlijke lobbyregulering. Voornamelijk de invoering van een lobbyparagraaf, de afslanking van de kabinetten en een afdoende sanctieapparaat om de naleving van de gedragscode voor lobbyisten af te dwingen, verdienen extra aandacht. Dit nieuwe wettelijk kader zou een belangrijke stap betekenen in het herstel van de burger zijn vertrouwen in de Belgische rechtstaat.

Download scriptie (1.56 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2019
Promotor(en)
Professor Patricia Popelier
Kernwoorden