Leesdoos: de leesbevorderingstool voor elke leerling

Aurélie
Slegers

Wat is leesbevorderend literatuuronderwijs en hoe organiseer je het? Op deze vraag formuleert deze scriptie een antwoord. Door het leesgedrag van jongeren te peilen en de invloed van literatuuronderwijs hierop te bestuderen, werd de Leesdoos ontwikkeld: een kant-en-klare toolbox om leesbevorderend literatuuronderwijs te organiseren.

Een samenspel van omstandigheden

Om leesgedrag te kunnen begrijpen, is het belangrijk om te weten dat leesgedrag zich ontwikkelt net zoals alle andere soorten menselijke gedragingen. Leesgedrag wordt bepaald door een samenspel van drie factoren: leesmotivatie, leesplezier en leesvaardigheid. Leesmotivatie omvat de redenen waarom een leerling naar een boek grijpt, terwijl leesplezier de ervaring beschrijft die aan dit lezen gekoppeld wordt. Leesvaardigheid is de capaciteit om bepaalde teksten te verwerken en te begrijpen.

E-lezen boven fictie lezen

Het leesgedrag van de leerlingen van Campus Vox Pelt werd gepeild aan de hand van een enquête. Uit de resultaten blijkt dat leerlingen niet minder lezen dan voorheen, wel anders en meer digitaal. In onderstaande diagrammen zien we een duidelijk verschil tussen het lezen van literatuur en het lezen van andere – vaak online – teksten.

image-20200813131121-1

image-20200813131121-2

Leerlingen vertoeven steeds meer tijd op sociale media dan met hun neus tussen de frisse geur van een vers gedrukt boek. Deze tendens is niet nieuw. Het leesgedrag van leerlingen daalt al een aantal jaren. Hoe men hiermee om gaat in het onderwijs daarentegen, verandert op dit moment regelmatig.

Bovendien hebben leerlingen geen uitgesproken voorkeur voor bepaalde genres, locaties en tijdstippen om te lezen. Deze preferenties zijn individueel verschillend en kunnen dus anders zijn voor elke leerling. Sommige leerlingen verkiezen een leesmoment op school, terwijl andere leerlingen liever thuis lezen. Bepaalde leerlingen lezen weinig in de vakanties ten opzichte van tijdens het schooljaar, anderen net heel veel.

Positieve en negatieve stimulansen

Toch duiken er in de enquête enkele factoren op die het leesgedrag bijna consequent in een bepaalde richting doen evolueren. Zo is de vrije boekenkeuze een overduidelijke positieve stimulans voor het leesgedrag van de leerling. Een verplicht boek lezen of het geven van een leeslijst, stimuleert het leesgedrag dan weer negatief. Daarnaast zijn dunne en verfilmde boeken erg populair, terwijl dikke boeken voor een leesafkeer zorgen.

Geen gouden formule

Deze individuele verschillen zijn cruciaal in het begrijpen van een gepast literatuuronderwijs voor elke leerling. Het ideale literatuuronderwijs bestaat niet. Elke leerling vraagt een andere aanpak wat betreft lezen en leesonderwijs. Met deze mindset als fundament, ontstond de Leesdoos. De Leesdoos is een toolbox die aan deze verschillende noden tegemoet wil komen. Zo wordt het voor leerkrachten eenvoudiger om gevarieerd literatuuronderwijs in hun lessen te integreren.

De Leesdoos: een speelkaart voor iedereen

Op basis van deze opmerkelijke resultaten, werd de Leesdoos ontwikkeld. De Leesdoos is een toolbox boordevol speelkaarten om aan leesbevordering te werken in de klas. De box speelt in op de individuele noden van de leerling door verschillende werkvormen, benaderingen en differentiatiemogelijkheden aan te bieden.

image-20200813131121-3

De kernaspecten van deze Leesdoos zijn de grote variatie aan speelkaarten, de duidelijke en transparante structuur, de gebruiksvriendelijkheid van de tool en de leesbevorderende werking ervan.

De Leesdoos biedt 33 verschillende speelkaarten die literatuur elk op een andere wijze benaderen. Deze kaarten differentiëren in werkvorm, groepsindeling, benadering en moeilijkheidsgraad. De differentiatiemogelijkheden in moeilijkheidsgraad worden aangeboden aan de hand van extrarubrieken – een uitbreidende opdracht voor een sterke leerling – en uitdagingskaarten. De uitdagingskaart is een volledig nieuwe werkvorm die verbreding en/of verdieping vraagt van de leerling.

De duidelijke en transparante structuur is aanwezig op elke speelkaart. Zo vind je bovenaan steeds de centrale nummering van de kaarten en de naam van de werkvorm. Daaronder wordt de werkvorm gekaderd en uitgelegd. Ten slotte bevat de kaart een stappenplan in twee kleuren dat stap voor stap uitlegt wat de leerling moet uitvoeren (in het roze) en moet oplossen (in het zwart). Deze vaste structuur vergemakkelijkt het gebruik van de tool voor leerkracht en leerling.

De tool is erg gebruiksvriendelijk dankzij enerzijds deze vaste structuur en anderzijds door de uitbreiding van de Leesdoos met een overzicht van de speelkaarten, spelregels en een lerarenhandleiding. Hoe de Leesdoos in de lessen geïntegreerd kan worden, wordt hier uitgebreid uitgelegd. Al deze pistes zijn volledig in overeenstemming met de vernieuwde eindtermen Nederlands voor de eerste graad A-stroom.

Het hoofddoel van de Leesdoos is om het voor de leerkracht eenvoudiger te maken om aangepast, leesbevorderend en gevarieerd literatuuronderwijs in de klas te organiseren. Een gouden formule voor leesbevorderend literatuuronderwijs bestaat immers niet, maar als we het ideale leesonderwijs in één woord zouden moeten beschrijven, kan slechts hieraan gedacht worden: variatie, variatie en nog eens variatie! Of korter: de Leesdoos.

Download scriptie (4.16 MB)
Universiteit of Hogeschool
Hogeschool PXL
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Elke Rosseels