Undercoveronderzoek: hoever gaan journalisten om de waarheid aan het licht te brengen?

Ophélie
Jammaers

Journalisten die voor onderzoek undercover gaan, proberen de onderste steen boven te krijgen. Hun journalistieke plicht en rechtvaardigheidsgevoel zijn groot genoeg om tegen de wind in misstanden aan de kaak te stellen. De undercovermethode levert dikwijls rijke informatie op, maar hoever gaan journalisten om door te dringen tot de rauwe werkelijkheid? Botsen ze met andere woorden niet op ethische of juridische grenzen tijdens het uitvoeren van hun onderzoek? 

image 273image 4image 274

Journalistieke nieuwsgaring komt voor in verschillende vormen. Bij de undercovermethode verzwijgt de journalist zijn beroepsidentiteit of neemt hij een andere identiteit aan. Dit soort journalistiek is enkel toegelaten als de undercoveroperatie een gewichtig maatschappelijk belang heeft en als de informatie niet op een andere manier verkregen kan worden. Daarnaast vergen undercoverpraktijken een goede voorbereiding en moet de precieze werkwijze ervan overlegd worden met de hoofd- en eindredactie. Dat neemt niet weg dat journalisten morele dilemma’s ervaren eens ze in het veld staan. 

Uit een recent masterproefonderzoek van Ophélie Jammaers, studente journalistiek aan de KU Leuven, blijkt dat journalisten regelmatig botsen op ethische en juridische grenzen tijdens het uitvoeren van hun onderzoek. Daarom moeten ze voortdurend afwegingen maken tussen de bestaande professionele en juridische regels enerzijds en de maatschappelijke relevantie van hun onderzoek anderzijds. Daarnaast kunnen ook hun eigen ethische overtuigingen gelden als barrières voor waarheidsvinding. Op basis van negen individuele diepte-interviews met journalisten, die voor onderzoek minstens één keer undercover gingen, werden de grenzen aan de praktijk van onderzoeksjournalistiek verkend.

Dansen op een slappe koord



Uit de verkennende studie blijkt dat de ondervraagde journalisten over het algemeen ver gaan om de waarheid aan het licht te brengen. Ze overschrijden de professionele regels uit de Code van de Raad voor de Journalistiek en de wettelijke regels – al dan niet bewust – als hun onderzoek daarom vraagt. Opmerkelijk is dat liefst acht van de negen journalisten toegeven een juridische regel te hebben overschreden in het kader van hun undercoveronderzoek. Ze ondervinden doorgaans weinig moeite met het stellen van strafbare handelingen, zoals uitlokking of misleiding. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de overgrote meerderheid al in aanraking is gekomen met de politie of het gerecht. 

Liefst acht van de negen journalisten gaven toe een juridische regel te hebben overtreden in het kader van hun onderzoek. Zes onder hen gaven aan de regels bewust aan hun laars te lappen om hun onderzoek te doen slagen. 

Daarnaast gaan ze dikwijls vanuit onwetendheid voorbij aan de professionele regels. Zo blijkt dat slechts een minderheid de beroepsethische voorschriften uit de journalistieke code kent en toepast. De deontologische codes, die uitgaan van mediabedrijven zelf, worden daarentegen wel strikt nageleefd in de praktijk. Een mogelijke verklaring daarvoor is dat deze gedragscodes bindend zijn en de niet-naleving ervan kan leiden tot ontslag. De journalisten dragen ook hun eigen ethische principes hoog in het vaandel, waardoor ze niet snel hun individuele ethische grenzen zullen overschrijden. Wel geven ze toe dat undercover-gaan deze grenzen verschuift, omdat ze onder valse voorwendselen sneller een stapje verder zullen gaan. Kortom botsen de ondervraagde journalisten zowel op ethische als op juridische grenzen, maar vinden ze het gemakkelijker om de wettelijke regels te negeren. 

Kiezen is verliezen



Morele dilemma’s lijken schering en inslag te zijn in de journalistieke wereld. De inhoud van deze dilemma’s is persoonsgebonden, maar toch duiken er terugkerende patronen op. Zo blijken de ondervraagde journalisten het onder meer moeilijk te hebben met het respecteren van andermans privacy en het toebrengen van schade. Bij het maken van een morele beslissing laten ze zich leiden door zowel externe als interne factoren. In moeilijke situaties vertrouwen ze voornamelijk op hun eigen ethische inschattingen. Dat maakt dat ze in het veld dikwijls automatisch of gevoelsmatig beslissingen nemen. Eens ze de knoop hebben doorgehakt, vinden ze dat ze hun keuze moeten verantwoorden aan zichzelf, hun hoofdredactie of aan de mensen die in beeld komen. 

Samengevat blijken journalisten, die voor onderzoek undercover gaan, te balanceren op de grenzen van wat ethisch en juridisch toelaatbaar is. Ze willen kost wat kost de waarheid aan het licht brengen, waardoor ze soms stuiten op ethische dilemma’s en grenzen overschrijden. Dat de meerderheid van de journalisten van mening is dat het doel de middelen heiligt in bepaalde gevallen, is dan ook niet opmerkelijk. In de toekomst kan er gezocht worden naar oplossingen voor een betere kennis en naleving van de professionele en wettelijke regels omtrent undercoverjournalistiek.