Syrische oorlogen

Nicolaas
Verhelst

‘Onze’ cultuur

De Syrische burgeroorlog woedt nog steeds, zelfs ondanks corona, en nog steeds gaan talloze levens verloren in de strijd en op vlucht. Naast een humanitaire ramp, vindt er sinds enkele decennia een culturele ramp plaats met de verwoesting en plundering van talloze sites en artefacten in de naam van (een corrumpering van) geloof, winstbejag, maar ook van vrijheid en democratie. Deze valt natuurlijk niet te vergelijken met het leed van mensen, maar verdient het desalniettemin niet vergeten te worden. Het is dan ook (nog) iets gemakkelijker om dit van ons af te schuiven met woorden als ‘ver van ons bed’ en ‘niets met ons te maken’. Niets is minder waar, want voor een samenleving die zich beroept op de erfenis van Grieken en Romeinen, is het maar al te gemakkelijk de culturen van de oude Egyptenaren, Babyloniërs, en Perzen te vergeten, laat staan van de Griekse, multiculturele koninkrijken die eens hun grenzen omvatten. Juist daarom is het af en toe fijn deze periodes te bestuderen en erover te vertellen. Ook toen werden grenzen immers veelal bepaald door oorlogen en bevolkingen verenigd met de idee van de oude vijand.

Ons verhaal begint met Alexander de Grote, die een wereldrijk veroverde, alvorens op tweeëndertigjarige leeftijd te overlijden. Zijn generaals en vertrouwelingen, de diadochen, vochten voor en na de moord op zijn rechtmatige erfgenamen – een postume zoon en zwakzinnige halfbroer – over de controle van zijn rijk. Uit deze oorlogen ontstonden ten slotte drie grote koninkrijken: het Antigonidenrijk in Macedonië, het Ptolemaeïsche rijk in Egypte, Cyprus, en aan de kusten van Turkije, en het Seleucidenrijk dat zich uitstrekte van Turkije tot Pakistan. Alle drie hoopten ze evenwel hun macht uit te breiden en kwamen in conflict met elkaar.

Oorlog en vrede

Mijn thesis begint hier, kort voor het begin van de Eerste Syrische Oorlog. Ondanks beloftes van vrede tussen de eerste Ptolemaeus en Seleucus, waren de relaties tussen beide vorsten gespannen aangezien Seleucus aanspraak maakte op Lebanon, Israël, en Palestina, dat Ptolemaeus op het einde van de diadochenoorlogen had buitgemaakt. Ptolemaeus stierf evenwel van ouderdom in 283 en werd slechts twee jaar later gevolg door Seleucus die op campagne in Turkije vermoord werd door Ptolemaeus Keraunos, een halfbroer van Ptolemaeus. De komende jaren zouden zwaar zijn voor het Seleucidenrijk, en haar nieuwe koning, Antiochus, dat een invasie van migrerende Gallische stammen moest verduren. Egypte floreerde daarentegen – op enkele dynastieke complotten na – en Ptolemaeus II maakte van de gelegenheid gebruik om zijn invloedssfeer aan de Turkse kusten uit te breiden.

image-20201003140157-1Dit was natuurlijk een doorn in het oog van Antiochus. In reactie huwelijkte hij zijn dochter uit aan Ptolemaios II’s opstandige halfbroer Magas, die optrad als gouverneur van de oostelijke helft van Libië. Hoewel hij zelf geen zoon was van Ptolemaios I en dus geen legitieme aanspraak had op de Egyptische troon, probeerde Magas rond 275 Egypte binnen te vallen, mogelijk met steun van Antiochos I die Ptolemaios II’s Turkse bezittingen bedreigde. Een opstand van lokale stammen dwong hem evenwel zich terug te trekken, waardoor Ptolemaios II zijn aandacht op de gevaarlijkere vijand kon richten. In het begin van 274 trok hij dan ook met een groot leger Syrië binnen en begon de Eerste Syrische Oorlog (274-271). Zijn doel was de nieuwe Griekse steden hier in zijn handen te krijgen, maar zijn priesters presenteerden zijn invasie aan zijn Egyptische onderdanen als een heilige oorlog om de godenbeelden die door de Perzen geroofd zouden zijn bij hun verovering van Egypte terug te brengen. De Seleuciden verschenen in deze propaganda als de opvolgers van de Perzen en de vijanden van Egypte, haar goden, en de natuurlijke orde.

Zijn succes was van korte duur. Antiochus verzamelde al snel een leger en dwong de Ptolemaeïsche troepen zich terug te trekken. Ook zijn onderdanen kregen een portie propaganda vanuit de tempelgemeenschappen. Antiochus verdedigde zijn koninkrijk immers tegen ‘het leger van Egypte’, de oude vijand van de Babylonische koningen in wiens voetsporen hij trad. De rest van het conflict was niet glorieus of relevant genoeg om in hiërogliefische of spijkerschriftbronnen te verschijnen, tenminste niet in diegene die de tand des tijds hebben doorstaan, en het enige Griekse werk erover is volledig verloren gegaan, maar het is mogelijk op basis van inscripties te bepalen dat jarenlang een hevige oorlog woedde aan de Turkse kusten en de Ptolemaeën grote gebieden veroverden.

image-20201003140157-2Deze eerste oorlog eindigde dan ook in het voordeel van Ptolemaeus II en zijn gebiedswinst stelde hem in staat de slagkracht van zijn vloot ver naar het noorden uit te breiden. Zijn ambitie lijkt zijn verstand voorbij te zijn gestoken, want hij ging al snel een bondgenootschap aan met Sparta en Athene tegen het Antigonidenrijk. De daaropvolgende oorlog (267-261) eindigde in een nederlaag voor Ptolemaeus’ coalitie en de verwoesting van (een deel van) de Ptolemaeïsche vloot te Kos. Het grootste kwaad was echter dat deze nederlaag duidelijk maakte aan lokale gouverneurs en voor hun autonomie bevreesde bondgenoten dat de Ptolemaeïsche macht gebroken kon worden. Niemand merkte dit beter dan Ptolemaeus, de stiefzoon van Ptolemaeus II en gedurende lange tijd zijn opvolger, die de Turkse gebieden bestuurde. In 259/8 begon hij een opstand tegen zijn stiefvader, vermoedelijk in de hoop een eigen, onafhankelijk koninkrijk te stichten. Zijn steden waren minder enthousiast, vroegen Antiochus II, Antiochus’ zoon, om hulp en openden hun poorten voor zijn leger. Ptolemaeus II trachtte terug te slaan met zijn vloot, maar werd verslagen te Efeze door de vloot van Rhodos, een voormalige bondgenoot. Deze keer delfde hij het onderspit en veel van de bezittingen die hij in de Eerste Syrische Oorlog buit had gemaakt, gingen opnieuw verloren in de Tweede (258-255/3). Zijn vloot zou zich herstellen, maar haar slagkracht was definitief beperkt en de droom dat één koning het hele rijk van Alexander de Grote opnieuw zou kunnen verenigen werd opgegeven.

The road to hell is paved with good intentions

Het Seleucidenrijk was eveneens gehavend uit de strijd gekomen en had belangrijke grensgebieden verwaarloosd. Op dit moment hoopten beide vorsten nog op langdurige vrede en Antiochos II huwde Berenice, de jonge dochter van Ptolemaeus II. Hiervoor schoof hij zijn eerste vrouw, Loadice, opzij en mogelijk ook hun twee zonen, wat zou leiden tot de moord op Berenice en zijn jongste zoon, de Derde Syrische Oorlog, en het begin van de Seleucidische burgeroorlogen. Vier verdere Syrische oorlogen en een hele reeks andere conflicten zouden volgen, alvorens al deze gebieden opgeslokt werden door de groeiende Romeinse republiek en haar vele oorlogen. Langdurige vrede is iets kostbaars en niet eenvoudig te bekomen. Het vereist veel werk, inzet, en begrip en leidt tot moeilijke en vaak onaangename beslissingen. Onverschilligheid werkt een slechte afloop enkel maar in de hand.

Download scriptie (4.78 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Professor Stefan Schorn
Thema('s)