OVER STERREN, EMOJIS EN ANDERE VORMEN VAN FEEDBACK

Lucia
Saura

Wat hebben sciencefictionverhalen, Latijnse dichters, officiële documenten omtrent onderwijskwaliteit, economisch beleid, hedendaagse linkse denkers en de cookie instellingen van Google gemeen? Volgens deze scriptie, wijzen ze allemaal naar een menselijke nood aan evaluatie die tegenwoordig zeer grote proporties heeft aangenomen en die een dubieuze invloed dreigt te hebben in onze (kunst) onderwijspraktijken. 

Wij krijgen tijdens ons leven allerlei academische evaluaties. De zenuwen in de nacht voor een examen, de onzekerheid bij het indienen van een paper zijn ons wel bekent. Wij weten allemaal hoe het voelt om geëvalueerd te worden. 

Wij worden allemaal geëvalueerd, toch evalueren de meesten van ons nooit iemand in een onderwijs context. Hoe ga je om met evaluaties, wanneer men hieraan begint als leerkracht? De situatie wordt nog een beetje ingewikkelder als wij aan evaluaties voor kinderen in het kunstonderwijs denken. Hoe evalueer je een schilderij van een 6-jarig kind? Hoe iets evalueren waarvan het resultaat niet duidelijk van toepassing is op de begrippen “goed” of “slecht”?  

We doen dagelijks mee aan een alomtegenwoordig “review-culture”, geholpen door de digitale ervaringen van ons social media leven: instagram hartjes, netflix sterretjes, facebook emojis. Er wordt overal verlangt naar onze mening als consument, als vriend, als gebruiker. Wij evalueren constant onze eigen ervaringen en die van anderen, in een non-stop ultrasnel proces van beslissingen tussen wat het ons waard is onze tijd, moeite en geld in te steken en wat niet.  

Als iemand die het merendeel van haar carrière in de privésector heeft gewerkt als websiteontwikkelaar, en die pas later in haar leven als leerkracht is afgestudeerd, is de auteur van de scriptie bewust van haar tekort kommingen. Meer nog, ze voelt hoe haar werkervaringen vorm hebben gegeven aan haar ideeën over evaluatie van mensen en prestaties. Ze heeft ervaring uit de eerste hand over hoe online routines onze interacties in de offlinewereld sturen. En ze wil haar oude gewoontes omtrent evaluaties achter haar laten, om in haar nieuwe rol als leerkracht een meer gepaste visie te ontwikkelen. 

Rondom deze opvattingen bouwt deze scriptie een verhaal over de zin en onzin van evalueren en hoe evaluatie motieven, technieken en benaderingen vanuit de bedrijfssfeer, politiek -en digitale marketing gebieden, het onderwijs beïnvloeden.  

Marketingtechnieken gebruiken de lof van sterren, emojis en klanten feedback om zijn producten verder te rechtvaardigen en te verkopen. Maar deze technieken zijn niet zo goed van toepassing als wij over de evaluatie van kinderen praten. Educatie in het algemeen kan een oefening in bescheidenheid zijn, volgens de scriptie, zowel voor leerkrachten als voor leerlingen. Deze bescheidenheid zou de kans kunnen bieden om aandachtiger naar de wereld en onze plek daarin te kijken, onze acties, en die van onze medemensen, te evalueren. 

DE DOELSTELLINGEN VAN EEN NIEUWE GENERATIE 

“Ogen zijn ook mysterieus”, de titel van de scriptie, is een zin die uitgesproken wordt door Thimo, een 9-jarige leerling in de eerste graad van een DKO-beeldatelier. Hij deed mee aan een experimentele evaluatie moment, waar de kinderen de kans krijgen om de evaluatie criteria te overwegen. De officiële betekenis van het symbool “oog” die in de evaluatie gebruikt wordt, staat voor aandacht. Kinderen worden geëvalueerd naar hoeveel aandacht zij aan de les besteden. Het is een officieel doelstelling in het leerplan. Doch, een keer dat een debat opengetrokken wordt tot de mening van het “oog”, krijg het symbool andere een betekenis voor de kinderen. Ogen wijzen volgens de kinderen niet enkel naar “aandacht” maar ook naar “mysterie”. En zo wordt in de evaluatie een nieuw criterium geïntroduceerd: “het mysterie”. 

Het potentieel dat kunst biedt voor de constructie van menselijke kennis wordt soms afgewezen. Kunst zou niet praktisch zijn, elitair, moeilijk te begrijpen, dient voor niets en brengt geen directe winst met zich mee. Het wordt volledig weggevaagd uit studieplannen, en gezien als een “verspilling” van de academische tijd. Het is maar een hobby, geen serieuze bezigheid. Toch wordt “creativiteit” gezien als een van de meest gewenste vaardigheden van de toekomst. Maar hoe leert een kind creatief te zijn, als er geen ruimte is om artistiek te denken en te doen binnen leerplannen? Hoe leert een mens over het potentieel van kunst, als er geen kansen bestaan om met kunst bezig te zijn tijdens het onderwijs parcours? In de scriptie wordt verwijzen naar een citaat van Oscar Wilde: “The tendency of creation is to repeat itself.” Mensen hebben volgens Wilde een tendens om elkaar te kopiëren, en gebruiken elkaar als voorbeeld over hoe de dingen moeten zijn en gebeuren. Wat “creatie” genoemd wordt is vaak beperkt tot de herhaling van wat al bestaat. Kunstenaars zouden een hekel aan kopieën hebben. Ze zouden hun intellectuele kritische vermogen aanwenden, samen met hun esthetische criteria, om originele opvattingen van de realiteit te ontwikkelen. Kinderen kunnen door kunst geleerd worden hoe creatief te zijn, en het kunstonderwijs biedt een unieke kans en context daarvoor.  

Houden we genoeg van onze kinderen - om de woorden van Hanna Arendt te gebruiken-, om ze de kans te geven echt "creatief" te zijn? Zonder voorwaarden en zonder garanties dat hun inspanningen een praktisch resultaat opleveren? Alleen voor de ervaring zelf, alleen voor de (toch uiterst formatieve en emancipatorische) vreugde en het plezier iets bestaands te overstijgen? Uiteindelijk het is door het loslaten van oude opvattingen dat nieuwe visies over de toekomst vorm kunnen krijgen, ons hoop kunnen brengen en ons kunnen inspireren, ook in deze tegenwoordige tijd waar er geen wenselijke toekomst mogelijk lijkt te zijn.  

 

Zelfevaluatie blad van een 9-jarig kind in het DKO

 

    

Download scriptie (1.75 MB)
Universiteit of Hogeschool
LUCA School of Arts
Thesis jaar
2020
Promotor(en)
Seppe Decubber
Thema('s)