Open en bloot: drempels en noden in het aankaarten van seksualiteit

Aithne
Van den Bossche

“Welke noden leven er bij professionals in de bijzondere jeugdzorg omtrent seksuele gezondheid van kinderen en jongeren?” vroeg Sensoa, het Vlaamse expertisecentrum voor seksuele gezondheid, zich af. Een vraag die mij deed stilstaan bij het feit dat waar er noden zijn er vaak ook drempels zijn. Ervaren professionals bepaalde drempels en noden in het aankaarten van seksualiteit? En wat betekent dit voor jongeren die verblijven in begeleidingstehuizen?

 

Vaak heerst het idee dat het bevorderen van de seksuele gezondheid van jongeren enkel draait om preventie van risico’s en ziektes. Niettemin is seksuele gezondheid ruimer. Het gaat eveneens over seksualiteit en de relationele en seksuele ontwikkeling. Seksuele gezondheid is daardoor onlosmakelijk verbonden met het geven van relationele en seksuele vorming. Het heeft een gunstig effect op het welzijn en de relationele en seksuele ontwikkeling van jongeren, wat bijdraagt tot het aangaan van gezonde intieme en wederkerige relaties op latere leeftijd.

 

Kwaliteitsvolle relationele en seksuele vorming voor alle jongeren: ook voor de meest kwetsbaren.

 

Praten over seksualiteit is niet vanzelfsprekend. Niet alle jongeren kunnen met hun vragen bij ouders of leerkrachten terecht. Ruim 6.700 jongeren verblijven in organisaties voor bijzondere jeugdzorg (OVBJ) wegens een problematische leefsituatie of het plegen van een als misdrijf omschreven feit. Deze kwetsbare jongeren hebben vaak te maken gekregen met instabiele relaties, gezinstrauma’s en/of (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Hun problematische situatie kan hierdoor een invloed hebben op hun seksueel en relationeel ontwikkelingsproces. Daarom is het belangrijk dat professionals binnen OVBJ, de rol van vertrouwensfiguur op zich nemen en fungeren als bron van informatie, kennis en stabiliteit op vlak van seksualiteit.

 

Een vignettenonderzoek

 

Om professionals in de OVBJ hierin te ondersteunen, werd er een exploratief onderzoek uitgevoerd. Er namen 128 professionals uit 68 Vlaamse begeleidingstehuizen voor 12- tot 18-jarigen deel aan het onderzoek. Over het algemeen ervaren professionals in de Vlaamse begeleidingstehuizen lage tot matige drempels en noden in het aankaarten van seksualiteit. Er zijn zowel individuele als situationele kenmerken die invloed hebben op het ervaren van deze drempels en noden.

 

Individuele kenmerken zoals het geslacht van de professional, het diploma, de werkervaring, het volgen van een vorming van Sensoa en het gebruik van methodieken spelen een rol. Mannelijke professionals ervaren een hogere drempel op vlak van het geslacht van de jongere. Verder suggereren de bevindingen dat naarmate professionals jonger zijn en minder werkervaring hebben, ze meer drempels en noden ervaren. Ook professionals met een diploma secundair onderwijs ervaren meer noden en een hogere drempel op vlak van specifieke vaardigheden in het aankaarten van seksualiteit. Opvallend is dat bij 44.5% van de deelnemers er geen aandacht was besteed aan het geven van relationele en seksuele vorming in hun opleiding. Daarnaast heeft 64.8% nog nooit een vorming van Sensoa gevolgd. Dit leidt tot het ervaren van hogere drempels en bovendien blijkt dat vele professionals meer vormingen willen volgen zodat het bespreken van seksualiteit met jongeren makkelijker gaat. Tevens wordt er weinig tot geen gebruikgemaakt van methodieken, maar uit onderzoek blijkt dat het gebruik van de methodieken ‘Vlaggensysteem’ en ‘Grabbelvoorwerpen’ het ervaren van drempels en noden verlaagt.

 

Naast de individuele kenmerken zijn er ook situationele kenmerken, zoals het geslacht van de jongere, de vorm van de feiten en de ernst van de situatie. Professionals ervaren een hogere drempel ten aanzien van jongens in het aankaarten van seksualiteit. Wat de vorm van de feiten betreft, worden voor zowel individuele als groepsfeiten drempels en noden gerapporteerd. Tot slot zullen professionals afgeremd zijn in het aankaarten van seksualiteit in situaties met licht of ernstig grensoverschrijdend seksueel gedrag.

 

Wat kan helpen in de toekomst?

 

Sensoa kan bestaande methodieken meer onder de aandacht brengen en het gebruik ervan stimuleren. Verder is het een meerwaarde wanneer Sensoa eigen vormingen zou promoten. Op deze manier kan men tegemoetkomen aan de nood aan specifieke kennis en vaardigheden. Niet alleen Sensoa kan hierin een rol spelen, maar ook het werkveld kan een belangrijke bijdrage leveren. Zo kan er meer ingezet worden op het aanbieden van relationele en seksuele vorming in de opleiding van toekomstige professionals, alsook op trainingen, cursussen en vormingen die hulpverleners van concrete en actuele handvaten en tools voorzien.

Download scriptie (1.66 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Prof. Dr. Johan Vanderfaeillie en Begeleider Camille Verheyden