Rechtvaardigheid voor de Rohingya: biedt het Internationaal Strafhof soelaas?

Clara
Van Thillo

We are going to kill you this way, by raping you”, zei een Myanmarese soldaat tegen een Rohingya meisje, vlak voor ze werd verkracht en gedood. Sinds augustus 2017 zijn duizenden Rohingya vrouwen het slachtoffer geworden van seksueel geweld door de Tatmadaw, het Myanmarese leger. Een recente studie toont aan dat het vervolgd zou kunnen worden voor het Internationaal Strafhof in Den Haag als misdaden tegen de mensheid, oorlogsmisdaden en zelfs genocide.

Rohingya op de vlucht voor geweld

De Rohingya is een staatloze, islamitische minderheid die leeft in het westen van Myanmar. Reeds decennialang worden ze onderdrukt en zijn ze slachtoffer van mensenrechtenschendingen. De Verenigde Naties omschrijven de Rohingya als ‘een van de meest vervolgde minderheden ter wereld’. In augustus 2017 escaleerde het geweld in de zogenaamde clearance operations. Dat waren militaire operaties van de Tatmadaw, gesteund door de voormalige Myanmarese overheid, waarbij duizenden Rohingya werden gedood. De operaties waren een reactie op enkele terroristische aanvallen van ARSA, een groepering die de belangen van de Rohingya verdedigt. Om te ontkomen aan het geweld, zijn meer dan 800.000 Rohingya gevlucht naar buurlanden, waaronder Bangladesh.

Rapporten van mensenrechtenorganisaties tonen aan dat verkrachting en seksueel geweld een belangrijk wapen waren in dit conflict. Volgens de autoriteiten in Bangladesh is 90 procent van de Rohingya vrouwen in de vluchtelingenkampen slachtoffer van verkrachting. Het merendeel van de verkrachtingen waren groepsverkrachtingen. Er zijn incidenten gerapporteerd waarbij tot wel 40 vrouwen tegelijk werden verkracht. Verkrachtingen vonden vaak plaats in openbare ruimtes, waarbij familieleden en dorpsgenoten gedwongen werden om toe te kijken. De vrouwen werden daarbij vaak verbaal vernederd en gemutileerd. De slachtoffers waren voornamelijk vrouwen van vruchtbare leeftijd, tussen 13 en 25 jaar. Naast verkrachting is de Tatmadaw ook verantwoordelijk voor andere vormen van seksueel geweld, zoals genitale verminking en seksuele slavernij. Zo werden er Rohingya vrouwen ontvoerd en opgesloten in militaire kampen, waar ze werden verkracht op regelmatige basis.

De studie gaat na of die feiten vervolgd zouden kunnen worden voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. Dat is een permanente, internationale rechtbank waar individuen worden vervolgd en berecht voor internationale misdrijven, waaronder genocide, misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden. De juridische grondslag van het Internationaal Strafhof is het Statuut van Rome, dat de verschillende misdrijven omschrijft. Op 14 november 2019 heeft het Hof een onderzoek geopend naar de misdrijven die tegen de Rohingya zijn gepleegd. Het onderzoek is nog steeds lopende. Het blijft een open vraag of het seksueel geweld ook zal worden vervolgd, maar de Procureur heeft aangekondigd dat eender welk misdrijf gepleegd op het grondgebied van een lidstaat kan worden onderzocht. De Myanmarese overheid ontkende tot nu toe alle aantijgingen.

Myanmar is geen partij bij het Statuut van Rome

Het Statuut van Rome vormde het uitgangspunt voor de studie naar de bevoegdheid van het Internationaal Strafhof over de situatie van de Rohingya. Dat werd aangevuld met andere officiële documenten van het Hof, rechtspraak van het Hof en rechtspraak van andere internationale straftribunalen. 

Het Internationaal Strafhof heeft enkel territoriale bevoegdheid over misdrijven die zijn gepleegd op het grondgebied van een van haar lidstaten, namelijk staten die het Statuut van Rome hebben ondertekend. Myanmar is echter geen partij bij het Statuut van Rome. Toch heeft het Hof zich bevoegd verklaard over de situatie van de Rohingya op grond van het lidmaatschap van Bangladesh. Volgens het Hof is er sprake van een grensoverschrijdende situatie, omdat vele Rohingya onder andere werden gedeporteerd naar Bangladesh. Seksueel geweld is echter doorgaans niet grensoverschrijdend. Nochtans heeft de studie aangetoond dat het seksueel geweld kan worden beschouwd als deel van het grotere misdrijf ‘vervolging’. De Tatmadaw gebruikte namelijk seksueel geweld als een middel om de Rohingya te vervolgen en hen het land uit te drijven. Verder kan seksueel geweld ook als contextueel element in aanmerking worden genomen, zelfs als het niet onder de bevoegdheid van het Hof valt.

Welke internationale misdrijven werden er gepleegd?

Het Hof is enkel bevoegd als er een internationaal misdrijf is gepleegd, zoals omschreven in het Statuut van Rome. Volgens de studie is er sprake van genocide. Seksueel geweld wordt niet zo duidelijk geassocieerd met genocide als moord, maar kan wel degelijk de vernietiging van een groep tot gevolg hebben. Zo hadden de verkrachtingen vaak de dood tot gevolg en overlevenden liepen lichamelijke letsels of mentale trauma’s op waardoor ze niet langer in staat zijn om zich voort te planten. Geweld is pas genocidaal als het is gepleegd met de bedoeling een nationale, etnische, raciale of godsdienstige groep als zodanig te vernietigen. De Rohingya vormen een etnische en religieuze groep. Ze zijn moslim in een Boeddhistische samenleving, hebben een donkerdere huid dan andere Myanmarezen, belijden een andere cultuur en spreken een andere taal. Verschillende elementen, zoals de bovenstaande uitspraak van een soldaat, lijken te suggereren dat de Myanmarese overheid en de Tatmadaw de bedoeling hadden om de Rohingya te vernietigen.

Daarnaast kan het seksueel geweld worden vervolgd als misdaden tegen de mensheid. Het Statuut van Rome vereist daarvoor dat het geweld onderdeel is van een wijdverbreide of stelselmatige aanval gericht tegen een burgerbevolking. De aanval tegen de Rohingya was duidelijk zowel wijdverbreid als stelselmatig. In totaal werden er meer dan 10.000 Rohingya gedood, meer dan 800.000 Rohingya sloegen op de vlucht en meer dan 200 nederzettingen werden met de grond gelijkgemaakt. De Tatmadaw volgde een vergelijkbare aanpak in de verschillende Rohingya dorpen, wat wijst op een duidelijk patroon. Het seksueel geweld maakte deel uit van die aanval. Ook is er sprake van oorlogsmisdaden, gelet op het intern gewapend conflict dat zich afspeelde tussen het Myanmarese leger en ARSA. Tijdens gewapende conflicten is het internationaal humanitair recht van toepassing en zijn bepaalde handelingen verboden, waaronder seksueel geweld.

Tijdens oorlog is seksueel geweld een wapen en niet slechts een gevolg. Het moet dus even serieus worden genomen als andere misdrijven. Volgens het recht kan het seksueel geweld tegen de Rohingya vervolgd worden. Of dat volgens de Procureur en het Internationaal Strafhof kan, valt af te wachten. Zal rechtvaardigheid zegevieren?

Download scriptie (1.15 MB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Jan Wouters