Engels leren zonder te studeren: kan dat?

Michiel
Wouters

De laatste jaren komen Vlaamse kinderen en jongeren steeds vaker in aanraking met het Engels. Buiten de schooluren streamen ze video’s van hun favoriete Amerikaanse Youtubers, bingen ze populaire Engelstalige series op Netflix en spelen ze online multiplayer games waarbij ze (vaak in het Engels) communiceren met spelers van over de hele wereld.

Maar hebben jongeren die buiten de schoolcontext vaker in contact komen met het Engels ook een betere lees- en luistervaardigheid? Pikken leerlingen van het zesde leerjaar basisonderwijs de taal al op via tv, games, sociale media en liedjes, nog voordat ze hun eerste les Engels hebben gehad? En spelen ook psychologische factoren zoals motivatie en spreekangst een rol in het taalverwervingsproces? In zijn masterproef probeerde Michiel Wouters antwoorden op deze vragen te bieden aan de hand van een kwantitatief onderzoek bij een honderdtal leerlingen van het basis- en secundair onderwijs.

Laat de ondertitels achterwege

Uit het onderzoek blijkt dat leerlingen van de lagere en middelbare school hoger scoren op een Engelse lees- en luistertoets als ze ook vaker Engelse tv-series of films kijken in hun vrije tijd. Het gaat daarbij enkel om niet-ondertitelde programma’s en films. De aanwezigheid van Nederlandse ondertitels zou net een negatief effect op de Engelse taalvaardigheid hebben. Een mogelijke verklaring: de leerlingen focussen zich meer op het lezen van de ondertitels dan op het begrijpen van de gesproken woorden.

Zelfs leerlingen van het zesde leerjaar basisonderwijs zouden gebaat zijn bij buitenschools contact met het Engels. Veel van de zesdeklassers die deelnamen aan het onderzoek konden namelijk al luistertaken op niveau A2 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen uitvoeren, nog voordat ze Engelse les hadden gekregen. Dat betekent dat de leerlingen al korte conversaties over alledaagse onderwerpen zouden verstaan. Bovendien blijkt uit de resultaten dat leerlingen van het zesde leerjaar niet enkel Engels zouden oppikken tijdens het kijken van series, maar ook tijdens het spelen van computerspelletjes.

De rol van de leerkracht

Als buitenschools contact met het Engels een positieve invloed heeft op Engelse taalvaardigheid, kan de leerkracht er dan voor zorgen dat de leerlingen ook buiten de schooluren met het Engels in aanraking komen? Het is uiteraard niet voldoende om taken op te geven waarvoor leerlingen een Engelse klassieker moeten lezen. Leerkrachten zouden wel taken kunnen geven waarvoor de leerlingen een aantal afleveringen van een populaire Engelstalige serie moeten bekijken. Nadien kan er dan een klasdiscussie worden gehouden over het plot en over een aantal moeilijke woorden of uitdrukkingen die in de serie aan bod kwamen.

Leerlingen stimuleren om na de schooluren meer met het Engels bezig te zijn is echter geen nieuw fenomeen. In 2015 bedacht de Zweedse onderwijzeres Emmeli Johansson de 30-day Extramural English Challenge waarbij de leerlingen dagelijks een taak moeten volbrengen zoals “luister naar een Engelse podcast”, “bekijk het journaal in het Engels” en “gebruik Facebook in het Engels voor minstens 24 uur”.

Motivatie en spreekangst hebben een effect

Naast buitenschools contact met Engels, zou motivatie een positief effect hebben op de Engelse taalvaardigheid van de leerlingen van de secundaire school. Daarbij speelt vooral de future self – het beeld dat leerlingen hebben over hun toekomstige zelf – een belangrijke rol. Uit het onderzoek blijkt dat leerlingen die zich konden voorstellen dat ze in de toekomst vloeiend Engels zouden spreken, ook een betere lees- en luistervaardigheid hadden.

De angst om Engels te spreken buiten de schoolsetting zou net een negatief effect hebben op Engelse taalvaardigheid. In de studie werd namelijk een negatieve relatie gevonden tussen de mate waarin de leerlingen akkoord gingen met de stelling “Ik vind het eng om Engels te spreken buiten de les” en hun scores op de lees- en luistertoets. De angst voor het spreken van Engels tijdens de les daarentegen, bleek geen effect op de taalvaardigheid van de leerlingen te hebben.

Conclusie

In het onderwijs mag meer aandacht besteed worden aan activiteiten waarbij de leerlingen met de Engelse taal geconfronteerd worden. Zo kunnen ook leerlingen die in hun vrije tijd nog maar weinig met het Engels in contact komen, verleid worden om meer met de taal bezig te zijn. En dat kan dan weer bijdragen tot een betere Engelse taalbeheersing.

Kort samengevat: Keep on watching!

Download scriptie (866.9 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Elke Peters en Lieven Bollansée