Geïntegreerd klimaatbeleid: de toekomst voor de duurzame transitie?

Jonas
Meuleman
  • Fadel
    Abou-Zeid

Oorspronkelijk artikel

Geïntegreerd klimaatbeleid

De toekomst voor een duurzame transitie?

 

De klimaatveranderingen en de aantasting van het milieu zijn tegenwoordig ook voor de gewone mens niet langer een "ver-van-mijn-bed-show." Over de gehele wereld is er een continue trend van schokken in de natuur die ons allemaal treft. Hoe komt het dat ondanks het aandringende en ernstige karakter van de milieu-en klimaatproblematieken er toch geen tastbare vooruitgang te merken is?  Hedendaagse artikels en rapporten laten het dan ook na meer dan een negatief toekomstbeeld te scheppen. De vraag roept zich al snel op waar de oorzaak hiervan ligt. Heerst er een te incrementeel kortetermijndenken binnen de politieke sferen om eigenbelangen te verdedigen? Wordt hierdoor elke vorm van transformatief beleid afgeremd? Is het wel aangeraden om klimaatbeleid te transformeren en over te schakelen op langetermijndenken?

Om een antwoord te bieden op deze vragen spitste ons onderzoek zich toe op het aan belang winnend concept van geïntegreerd klimaat- en milieubeleid. Deze groeiende interesse in het veld valt echter nauwelijks op te merken in de beleidspraktijk van de Europese Unie (EU). Deze masterproef probeert te identificeren welke factoren leiden tot de implementatie van beleidsintegratie in de EU, het supranationale orgaan die momenteel het globale voortouw neemt op vlak van klimaat en milieu.

De vereisten en analyse van beleidsintegratie

Beleidsintegratie is een administratief besluitvormingsproces, gedoeld op het behalen van een overkoepelende politieke doelstelling die beleidsdoelstellingen over verschillende domeinen heen integreert. Beleidsintegratie wordt binnen de literatuur gezien als een beweging tegen de versnippering van het overheidswerken en streeft naar een alomvattende aanpak om complexe (milieu)problemen op te lossen. De literatuur was echter onduidelijk over welke factoren aanwezig moeten zijn om beleidsintegratie te bekomen. Vandaar dat deze masterproef de causale patronen heeft onderzocht binnen elf cases, waarin beleidsintegratie voorkwam, binnen de lidstaten van de EU. Die patronen gaven ons inzicht in aan welke voorwaarden voldaan dienen te worden om het fenomeen van integratie te bekomen. Dit deden we via een kwalitatieve vergelijkende analyse, ook wel Qualitative Comparative Analysis (QCA) genoemd. Het gaat over een methode die het toelaat om patronen van 'noodzakelijkheid' en 'toereikendheid' te identificeren binnen een dataset en haar uitkomst, zijnde beleidsintegratie in dit geval. Door deze methode waren we in staat gesteld om kwalitatieve data uit beleidsdocumenten te harmoniseren als een kwantitatieve dataset, om zo tot conclusies te komen.

Uit een grondige literatuurstudie en een secundaire analyse bleek alvast dat een duurzame transformatie van het systeem, en in onze manier van denken, een essentie vormde om de duurzame transitie binnen de EU mogelijk te maken. De politieke dimensie werd eveneens als belangrijk aanschouwd vanwege haar dominante positie binnen elke fase van de beleidscyclus. Dit werd onder meer bevestigd door de analyse van de resultaten uit de QCA. We hebben vastgesteld dat de complexe aard van beleidsintegratie tot uiting komt in het aantal factoren dat kan worden gecombineerd om het tot stand te brengen. Tot de meest prominente factoren behoorden een sterk politiek verhaal en engagement voor het ontwikkelen van duurzame beleidsvorming en integratieve bestuurshervormingen. Daarnaast komen de acties die zijn ondernomen om een systemische en duurzame overgang te bevorderen. Andere factoren omvatten de aanwezigheid van rapportage- en leermiddelen, en de betrokkenheid van belanghebbenden.

De vergankelijkheid van tijd en mens

Deze masterproef concludeert dat er een duidelijk argument kan worden aangevoerd voor de potentiële versterkende kracht van integratieve vormen van governance voor de Europese duurzame transitie. Ondanks de sterke aanwijzing op het versterkend effect van geïntegreerde governance, is het belangrijk om aan te halen hoe sterk de perceptie van beleidsmakers hierin een rol speelt. Gezien de ontwikkelingen in het beleid en de perceptie ervan in de Europese Unie, blijkt hoe veranderlijk beleidsmakers zijn in hun aanpak of perceptie naarmate de tijd verstrijkt. Hoewel de tijd schaars is, blijken we alsmaar meer tijd nodig te hebben om onszelf, onze problemen, maar ook hoe we problemen percipiëren te begrijpen.

 

Jonas Meuleman & Fadel Abou-Zeid

 

Download scriptie (1.83 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Claire Dupont