De ongeletterden van de 21ste eeuw: digitaal analfabetisme

Zozan
Kilic

 

“Op 24 maart 2020 was het woord lockdown al een week geleden gevallen. De programmaleider e-inclusie van Stad Antwerpen mailt ons over laptops en dongels. We krijgen 54 laptops en 30 dongels om uit te delen in de buurtwerkingen. Veronica, moeder van twee zonen krijgt ook een laptop en een dongel van mij.

Heel blij maar met haar hoofd gebogen vertelt ze dat haar kinderen huiswerk meekrijgen die ze digitaal moeten indienen. Dit gebeurde tot dan op een kleine en oude tablet die ze bij zich heeft en aan mij toont. Want ze wil nog een laatste keer een vraag stellen over dit toestel. Geld voor een technieker heeft ze niet.

Het is niet makkelijk om uit te leggen dat het probleem huist in de software: de tablet moet geüpdatet worden. Maar voldoende opslagruimte had het toestel al even niet meer en daarom konden ze niet meer vlot op Bingel, hun schoolapp.

Omdat ik Veronica en de andere buurtwerkbezoekers niet meer fysiek kon opvolgen, gaf ik spontaan mijn nummer. Ik ging ervan uit dat we op afstand ook wel het één en ander konden bespreken, want iedereen kan toch een smartphone gebruiken en heeft digitale basisvaardigheden, zo dacht ik althans door mijn eigen context en ervaringen.

Enkele weken later kreeg ik een WhatsApp-berichtje van Veronicas zoontje Gabriël, 8 jaar: ’Mivrouw, ons scherm is kapot. Hier foto. Mijn moeder heeft dat kapot gemaakt.’ Het was even stil in mijn hoofd. Ik twijfelde of ik heel impulsief de auto moest nemen om het ter plekke te verhelpen of zou ik liever bellen naar Veronica en haar nog onzekerder maken door hetgeen ik zal moeten uitleggen? 

Of zou ik toch een kans wagen om Gabriël via WhatsApp de stappen uit te leggen? Ik koos voor het laatste.

Ik maakte korte filmpjes met WhatsApp zodat hij ze meermaals kon bekijken en zo losten we het probleem op. ‘Dankje mivrouw. De laptop werkt terug’, was zijn laatste berichtje.

Gabriël, 8 jaar, was op dat moment de digitale ondersteuner van het gezin. Veronica kende mij dankzij onze gesprekken in de buurtwerking. Nooit gaf ze blijk dat ze thuis geen laptop hadden, noch een oude tablet waar de kinderen hun digitale vaardigheden op zouden oefenen. Zij leerden het alleen op school en Veronica leerde het van hen.”

Digibeet, digitale kloof, digitale revolutie, … De taal van digitalisering heeft nog nooit zoveel plaatsgenomen in de krantenkoppen en op tv. Het gekozen onderwerp van deze thesis is bijgevolg niet toevallig in lijn met de actualiteit. Hoewel er onwaarschijnlijk veel nieuwe kansen en ervaringen zijn gecreeërd, kent elk verhaal zijn schaduwzijde.

Tijdens haar werk als opbouwwerker bij Samenlevingsopbouw Antwerpen kreeg Zozan Kilic de opdracht om te werken rond e-inclusie, nog voor het coronaverhaal zijn intrede deed in de wereld. Toen kwam duidelijk aan bod dat angst, vertrouwen en digitale kennis de belangrijkste beweegredenen waren om al dan niet achter die computer te zitten en vragen te stellen. Wat voor een groot deel van de bevolking als evident wordt gezien, is in een buurtwerking een grote drempel om verder te geraken. Digitale vaardigheden bezitten, leek geen prioriteit tot plots de deuren noodgedwongen moesten sluiten en iedereen moest leren communiceren via het internet, bij voorkeur met een breedband verbinding. Kon je dat niet, dan kon je ook niet je belastingen vlot betalen, je bankgegevens raadplegen, het gezicht van je dochtertje zien of je schoolwerk maken en opsturen naar je leerkracht. De digitale kloof komt voort uit de sociale ongelijkheid waar digitale uitsluiting op basis van opleidingsniveau of inkomen reëel is.

Met dit onderzoek wil Zozan Kilic nagaan hoe deze ongelijkheid verkleind kan worden door gebruik te maken van grondrechten, om professionals en organisaties tools te kunnen meegeven voor een empowerende ondersteuning waarbij vertrouwen en menswaardigheid centraal staan.  Hierop gebaseerd zijn drie veranderingsstrategieën uitgewerkt om professionals te inspireren en aan te moedigen om aan de slag te gaan rond digitaliteit.

Binnen de eerste veranderingsstrategie (Digi-Ambassadeur) staat persoonlijk contact centraal en wordt de nadruk vooral gelegd op ondersteuningsnetwerken om mensen in armoede te kunnen bereiken. Omdat  mensen in kansarme groepen geen eenduidig profiel hebben, is het belangrijk om te differentiëren in werkmodellen en aan de hand van verschillende kanalen toegang te bieden naar digitale informatieversterking en digitale vaardigheden. Omwille van deze reden is de tweede veranderingsstrategie (Digi-Gidsen) gebaseerd op laagdrempelige informatieoverdracht met als doel de digitale vaardigheden te versterken. Ten slotte is gebleken uit cijfers dat mensen met lage inkomsten en laaggeschoolden ook de zwakste digitale vaardigheden bezitten. Als veranderingsstrategie (Digi-Leen) wordt een methode uitgewerkt dat binnen de buurtwerking De Stek (Samenlevingsopbouw Antwerpen) werd geëxperimenteerd. Deze methode richt zich op zelfredzaamheid en ondersteuningstrajecten op maat van de deelnemer. Het belang van menswaardigheid en participatieve omgang binnen de empowering is sterk aanbevolen en dat is ook in deze thesis aan bod gekomen.

Het valt niet meer te ontkenen dat digitalisering een aspect geworden is dat niet meer weg te denken is uit ons wereldbeeld. Alleen is dat concept nog lang niet geïnternaliseerd in de huidige maatschappij. Meer nog: niet iedereen heeft er toegang toe of kennis van om mee te kunnen zijn met de digitale evoluties: e-government, e-banking, e-schooling,… Terwijl een deel van de gemeenschap makkelijk bereik heeft tot deze diensten en toepassingen, staat de digitale wereld stil voor een grote groep kansarmen,  zij die digitaal ongeletterd zijn. Om deze digitale kloof te kunnen dichten, is het van essentieel belang dat zowel op micro-, meso- en macroniveau initiatieven en beleidsvoorstellen worden opgezet om iedereen de kans te geven zich te ontwikkelen op digitaal vlak. Aangezien de digitale transitie een versnelling hoger is gegaan tijdens de coronapandemie, zal het waardevol zijn om te blijven investeren in vervolgonderzoeken naar de  stand van de digitale kloof na corona om digitale analfabetisme mee te wereld uit te helpen.