Zorg voor personen met dementie mag best een uitdaging zijn, maar geen strijd.

Lisa
Christiaens
  • Roxanne
    Pensaert

image 610

(Foto: Layla Aerts)

Heel wat organisaties zetten in op initiatieven om de kwaliteit van leven in woonzorgcentra (WZC) te verbeteren. Ondanks die inspanningen, wordt in de praktijk de evolutie naar persoonsgerichte zorg belemmerd. Zorgverleners blijven worstelen met het vinden van balans tussen het bieden van structuur en het bieden van een persoonsgerichte aanpak aan personen met dementie.

Twee jaar lang onderzochten Lisa Christiaens en Roxanne Pensaert, studenten verpleegkunde, het effect van de omgeving op personen met dementie in WZC. Tijdens het eerste jaar brachten ze het thema in kaart met een literatuurstudie waarbij de nadruk ligt op de voor- en nadelen van een open versus gesloten afdeling in WZC voor personen met dementie. Bij het praktijkonderzoek werd de focus gelegd op interviews over de ervaringen van zorgverleners in het verlenen van zorg aan personen met dementie in WZC.  De drijfveer van Lisa en Roxanne bij het schrijven van deze bachelorproef is om bij te dragen aan kwaliteitsvolle ouderenzorg waarbij de resultaten aanzetten tot organisatorische en maatschappelijke kritische reflectie over de praktijken binnen de ouderenzorg.

 

Persoonsgerichte zorg

Woonzorgcentra zetten sterk in op de evolutie van taakgerichte zorg naar persoonsgerichte zorg. Er wordt verwacht van zorgverleners om, indien nodig, af te wijken van de structuur en geplande zorg en meer in te spelen op de noden van de bewoner. Elke bewoner wordt gezien als een individu met specifieke noden en behoeften. Maar zorgverleners worden voornamelijk taakgericht opgeleid. Zorgverleners worden bovendien gehinderd door aanwezige culturen in de WZC. Enerzijds is er de maatschappelijke cultuur waarbij assertiviteit de norm is. Anderzijds is de uiting over slechte zorg beperkt. Dit is een positieve evolutie die echter niet tot betere zorg leidt. Want zorgverleners ervaren een gevoel van onzekerheid en angst om persoonsgerichte zorg te verlenen. De aanwezige blaamcultuur dient te  evolueren naar een cultuur met écht vertrouwen om persoonsgerichte zorg te bevorderen. Om de strijd tussen angst en vertrouwen te winnen, is meer positief en sterk leiderschap nodig in woonzorgcentra.

 

Veiligheid en het recht op vrijheid

Veiligheid van bewoners is een belangrijk thema in de zorg voor personen met dementie en lijkt vanzelfsprekend verbonden met het recht op vrijheid van bewoners en de bijhorende regel- en wetgeving die vrijheidsbeperkende maatregelen verbiedt.

Verantwoordelijke WZC: “Nee nee wij mogen dus geen kamer op slot doen he. Wij mogen niemand, moesten ze zeggen dat is een isolatiekamer, efkes op slot, efkes in een time-out kamer. Maar hier hebben wij dat niet en mogen we dat ook volgens de wetgeving niet. Een WZC mag geen kamers op slot doen."

Tegenwoordig hanteren WZC een fixatiearm beleid om het gevoel van vrijheid te versterken. Het begrip fixatie wordt in deze context ruim geïnterpreteerd. Bewoners met dementie kunnen doolgedrag vertonen waardoor ze kamers van andere bewoners binnenwandelen. Vanuit het fixatiearm beleid is het niet toegestaan om de bewoners op te sluiten in hun kamer. Bewoners kunnen zich dus vrij verplaatsen en schade berokkenen aan medebewoners of goederen. De angst voor mogelijke gevolgen van teveel vrijheid en te weinig veiligheid leidt tot psychologische stress en angst bij zorgverleners.

Verpleegkundige: “Als je toen om 21u weggaat, en die persoon daar zo laat, ik voelde mij daar totaal niet goed bij. Dan denk je van ‘als er maar niets gebeurt’, als ik eerlijk mag zijn.”

Zorgverleners worden continu geconfronteerd met deze strijd. De balans tussen beiden is dan ook een delicaat gegeven. Eén manier om die strijd te reduceren is het gebruiken van bestaande technologieën. Zaken zoals bewegingsdetectors, gps, of chips optimaliseren de vrijheid van een bewoner met dementie en garanderen voldoende veiligheid. In de praktijk zien we dat er weinig gebruik wordt gemaakt van die technologieën, ondanks het grote aanbod ervan.  

 

Strijden tegen de klok

De werkdruk in WZC ligt hoog. Extra investeringen en extra personeel zijn geen overbodige luxe omdat de complexiteit van zorg toeneemt. Bovendien is er een nieuwe evolutie in de bewonerspopulatie. WZC krijgen steeds meer bewoners met psychische noden. Om kwaliteitsvolle zorg te bieden aan de veranderende bewonerspopulatie zijn meer opgeleide zorgverleners en andere functieprofielen nodig in de WZC.

Zorgkundige: “Zoals tijd vrijmaken. Al was het maar een babbeltje, al is t maar dat je zegt ne keer meer tijd maken om hen te wassen of om iets te doen. Soms heb ik het gevoel van ... Wij zijn hier met levende wezens bezig. En soms heb ik het gevoel of ik sta in een snoepfabriek of een koekskesfabriek aan de lopende band. Gewoon het besef dat dat wel levende mensen zijn he, het laatste stuk van hun leven. Ge moogt daar niet te diep op ingaan. Ik zou daar wel ziek van worden. Dat stoort mij enorm. Maar ja, dat is de zorg in t algemeen. Dat is hier, dat is elders... Dat is overal denk ik.”

 

Besluit

De resultaten uit de literatuurstudie van Lisa en Roxanne stemmen overeen met de ervaringen van zorgverleners die in de praktijk in de WZC staan. Persoonsgerichte zorg vergroot de levenskwaliteit, het welzijn, de autonomie en de vrijheid van bewoners met dementie. Het is dus van groot belang dat de belemmerende organisatorische factoren die een invloed hebben op het ondersteunen van de autonomie worden gereduceerd tot het minimum. In de huidige omstandigheden is een volledige intergratie van persoonsgerichte zorg niet mogelijk. De vraag blijft dus: “Zal de eeuwige strijd van de zorgverleners ooit verdwijnen?”.

Download scriptie (822.61 KB)
Universiteit of Hogeschool
Odisee
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Katrin Gillis, Ann De Block, Clemens Soenen