Klimaatfictie is (over) onze toekomst: Hoe literatuur lezen ons helpt omgaan met de klimaatcrisis

Edith
Declercq

 

In mijn literairwetenschappelijk onderzoek ging ik na hoe Boeddhistisch denken, ecologie, en onderbelichte ecologische gevoelens, zoals angst terugkwamen in twee hedendaagse Amerikaanse romans. Zo probeerde ik na te gaan op welke manieren klimaatfictie alternatieven biedt voor het westers individualistisch denken dat aan de grondslag ligt van de klimaatopwarming. Beide romans omschrijven het herkenbare, alledaagse leven in tijden van klimaatverandering. Zowel Weather (2020) van Jenny Offill en Arcadia (2011) van Lauren Groff gaan over de moeilijkheden die de hoofdpersonages ervaren om een balans te vinden tussen verlammende angst voor de klimaatveranderde toekomst en het zorgdragen voor de mensen die ze liefhebben in het nu.

Maken droge wetenschappelijke artikels van het IPCC over de zoveelste bijgestelde klimaatvoorspellingen je neerslachtig? En kan een Facebookpost over het belang van klimaatactie je ook even niet bekoren? Dan ben je vast niet de enige. Als wetenschappers en activisten over de klimaatcrisis en planetaire grenzen spreken, dan doen ze dat vaak op een serieuze, didactische manier en daar is niets mis mee. Alleen zijn wij net zoals de andere organismen rondom ons niet uitsluitend rationele wezens en ook op moreel vlak hebben we soms moeite om tegemoet te komen aan de gouden morele standaard van het dominante ecologische discours. Milieuactivisten zijn vaak ofwel plichtsbewust hoopvol ofwel opvallend fatalistisch, maar hebben het zelden over hun angsten. En daarbij: het kan soms echt gewoon saai zijn om door een wetenschappelijk artikel over de klimaatcrisis te ploeteren. Dat zegt het hoofdpersonage van Weather Lizzie Benson zelf. Zij is niet de plichtsbewuste klimaatactiviste die we dachten te ontmoeten als we een boek openslaan dat gemarket wordt als klimaatfictie. En toch kan het lonen om haar verhaal te lezen. Waarom? Omdat zij net zoals wij beleeft hoe moeilijk, maar noodzakelijk het is om in ons drukke, dagdagelijks leven niet weg te schuwen van de allesomvattende impact van klimaatverandering.

 

overstroming waterval van Coo, vlakbij Plopsa Coo

Onderdrukking van onze klimaatangst

Het is namelijk al langer bekend binnen de environmental humanities (lees: die takken van de filosofie en kunsten die zich bezighouden met onze voorstellingen van klimaatverandering) dat er in westerse, kapitalistische samenlevingen een gebrek is aan emotioneel en ethisch engagement wanneer het over de klimaatcrisis gaat. Hoewel we de rationele, cold hard facts al lang onder ogen zien, geven we er de voorkeur aan om onze angsten en zorgen over klimaatverandering naar ons onbewuste te verbannen. Dit psychologisch mechanisme wordt ook wel splitting genoemd, en het zorgt ervoor dat klimaatontkenning nog te vaak opduikt in het publieke discours.

In westerse, kapitalistische samenlevingen is er een gebrek aan emotioneel en ethisch engagement met de klimaatcrisis

Die psychologische reflex is een van de redenen waarom we zo afwijzend reageren op een wetenschapper die met zijn artikel maar weer eens aan de alarmbel trekt of op een klimaatactie van Extinction Rebellion. Nochtans zijn die onderdrukte angsten en onzekerheden die met de klimaatverandering gepaard gaan volkomen normaal en verdienen ze net een plaats in het ecologisch discours. Zoals in klimaatfictie wordt geopperd, zijn het angsten die onze geschiedenis als een organisme dat steeds afhankelijk is van de vele andere net kenmerken. Als we ze onder ogen komen, kunnen ze ons een stap dichter brengen bij het erkennen van onze eigen verbondenheid met de andere levensvormen rondom ons. Het kan dus bevrijdend werken om te ontdekken dat je diezelfde angsten met een fictief personage deelt. Zo kom je via literatuur tot het besef dat de angst die met ons fragiele menselijke bestaan gepaard gaat niet enkel deel uitmaakt van het verleden, maar ook meespeelt in het uitschetsen van een nieuwe, onzekere klimaatveranderde toekomst.

 

vluchtige mens, eeuwige natuur

Verbondenheid boven menselijke individualiteit

Wat opvalt is dat deze twee hedendaagse romans voorzichtig alternatieve manieren van denken opperen die aan Frederic Jamesons noodkreet over ons gebrek aan alternatieven voor het kapitalisme beantwoorden. De romans tonen met andere woorden aan dat het wel degelijk mogelijk is om ons het einde van het kapitalisme in te beelden door onze eigen geschiedenis te herzien als een menselijke geschiedenis die al altijd sterk verstrengeld is geweest met en afhankelijk geweest is van die van andere organismen. Wat centraal staat in dit andersoortig denken is de verbondenheid tussen de mens als soort en de vele andere dier- en plantsoorten die deze aarde bevolken.

De romans tonen aan dat het wel degelijk mogelijk is om ons het einde van het kapitalisme in te beelden door anders om te springen met onze eigen geschiedenis

Ook tonen beide romans hoe het moeilijk is om ons bewust te zijn van onze verbondenheid met al die andere organismen als we op het snelle, antropocentrische ritmen van het kapitalisme blijven verder leven. Deze levensstijl focust op productiviteit, maar dit gaat ten koste van biodiversiteit en veroorzaakt natuurrampen.

mens die stilstaat bij natuur

Het trage dagelijks leven

Net omdat deze romans ons een inkijk geven in ons eigen dagelijks leven in tijden van klimaatcrisis maken ze ons bewust van de nood aan een manier van leven waarbij we vaker stilstaan bij de verbondenheid van de mens met andere organismen die zich vaak al openbaart in dagdagelijkse objecten. Ze zetten ons ertoe aan om een boom of een boek te erkennen als een deel van een geschiedenis waar we mee verbonden zijn, maar waar we ook slechts één deel van uitmaken. Dat doen beide personages door hun zintuigen op scherp te zetten om het tastbare heden waarin ze leven in al zijn complexiteit te ervaren. Dan komen ze ervan zelf achter dat hun menselijke ervaringen verstrengeld zijn met die van andere organismen. Hoewel die realisatie beangstigend kan zijn, is ze een belangrijke basis om op een realistische manier te blijven hopen op een betere toekomst voor onszelf en het andere leven dat ons omringt.

 

door Edith Declercq

 

Download scriptie (538.23 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
promotor prof. dr. Marco Caracciolo, co-promotor Shannon Lambert