Meer aandacht voor de thuistalen van onze leerlingen

Martine
Vijlbrief

image 626Hoe ga je als leerkracht om met culturele diversiteit in je klas? In een image-20211003201616-1 klas waar 72% van je leerlingen een andere thuistaal heeft dan het Nederlands, geef je dan aandacht aan hun andere talige kennis of negeer je deze juist? Laat je het gebruik van andere talen toe of is dit verboden in de les? Moeilijke vragen die zeer belangrijk en actueel zijn in het huidige onderwijs, zeker in een stad als Brussel. In dit scriptieonderzoek werd gekeken naar de ervaring van de leerlingen bij het toelaten en gebruiken van hun thuistaal. En de resultaten zullen jullie mogelijk verrassen.

Diversiteit in het onderwijs

In de Brusselse schoolbanken is er steeds meer culturele diversiteit. Het percentage van leerlingen met een andere thuistaal dan de schooltaal is sterk gestegen de afgelopen jaren. Er zijn ook steeds meer onthaalklassen, waar kinderen terecht kunnen die nog niet lang in België wonen en die niet voldoende Nederlands spreken om het gewone curriculum te kunnen volgen op school. Voor leerkrachten is het echter lang niet zo duidelijk hoe om te gaan met die diversiteit en andere thuistalen. Een verkeerde insteek kan ertoe leiden dat bepaalde capaciteiten van de leerlingen onbenut blijven. Belangrijker nog: het kan ervoor zorgen dat kinderen zich niet goed voelen op school en slechter gaan presteren. Zo blijkt uit eerder onderzoek dat door een ééntalig beleid – we spreken alleen Nederlands op school – kinderen een gevoel van schaamte voor hun thuistaal ervaren, zich minder prettig voelen en daardoor onderpresteren. En laat dat nu net het tegenovergestelde zijn van waar we als onderwijsprofessionals voor staan: kinderen het beste uit zichzelf laten halen.

Taalkennis, taalontwikkeling en translanguaging

Het ééntalige beleid komt voort uit het idee dat veel blootstelling aan een taal ook leidt tot ontwikkeling in die taalkennis. Het idee is: we spreken alleen Nederlands en verbieden het gebruik van andere talen, want dan leren de leerlingen sneller Nederlands. Dat is echter geen garantie. Meer opvallend: taalsystemen ontwikkelen zich niet apart van elkaar. Een kind die Nederlands leert op school, maakt vaak automatische bepaalde vertalingen of relaties met zijn/haar eigen thuistaal of andere talenkennis. Als leerkracht kunnen we hier dus beter op inspelen in plaats van de eigen thuistaal te negeren of verbieden.

Het gebruik van talige kennis van de leerlingen wordt ook wel translanguaging genoemd. Je maakt gebruik van verschillende talen om gedeeld begrip te creëren. Je legt daarbij een link tussen de ene en de andere taal, bijvoorbeeld door alle leerlingen een Nederlands woord in hun eigen taal te laten zeggen. Daarvoor hoef je als leerkracht niet alle talen van je leerlingen te spreken, maar kun je bijvoorbeeld aandacht besteden aan die verschillende talenkennis tijdens een les. Een andere manier is het toelaten van het spreken van andere talen in de klas tijdens opdrachten of hen aan elkaar dingen laten uitleggen in hun taal. Eerdere studies laten zien dat deze vormen van translanguaging een positief effect hebben op onder andere het begrip van de leerstof en op de onderlinge interactie tussen leerlingen en leerkracht. Maar wat vinden de leerlingen van translanguaging in het klaslokaal?

Aandacht voor en gebruik van thuistaal in de klas: ervaring van leerlingen

Dit onderzoek werd uitgevoerd in een onthaalklas op een Brusselse school. Alle leerlingen in deze groep moesten (beter) Nederlands leren om later het gewone Nederlandse curriculum te kunnen volgen. De leerlingen in deze groep werden gevraagd naar hun ervaring bij het gebruik van hun eigen thuistaal in de les. Tijdens één les deelden de leerlingen en de leerkracht welke talen zij thuis spraken en hoe zij bijvoorbeeld ‘goedemorgen’ zeiden. Een andere les hebben leerlingen een vragenlijst ingevuld over hun ervaring: hoe voelen zij zich als zij hun thuistaal in de klas mogen gebruiken en op welke manier helpt het hen?

Wat bleek? Het gebruik van andere talen hielp de leerlingen bij het begrijpen van bepaalde leerstof. Leerlingen vonden het prettig om te praten over hun meertalige identiteit en gaven aan zich veilig te voelen in de klas. Ze konden beter meedoen met de les en ondersteunden elkaar om de les te begrijpen. Interessanter nog: de meeste leerlingen gaven aan het liefst Nederlands te spreken in de les. Figuur 3 toont een paar antwoorden van de leerlingen uit de vragenlijst.

image 627

De angst dat het toelaten van een andere thuistaal de Nederlandse taalontwikkeling in de weg zit omdat leerlingen dan alleen nog maar in hun eigen taal zouden spreken, is dus niet zo relevant als we dachten. Leerlingen zijn gemotiveerd om de Nederlandse taal te leren, maar ze willen graag kunnen terugvallen op hun eigen thuistaal indien nodig. Ze vinden het fijn als er aandacht besteed wordt aan hun meertalige identiteit in de klas.

Eigenlijk is dat ook niet verbazingwekkend: je wilt als leerling kunnen delen wie je bent. Zeker in een groep als een onthaalklas. Deze kinderen komen uit een ander land, zijn pas kort in België en moeten zich aanpassen in allerlei aspecten van hun leven. Als je als leerkracht een omgeving kan creëren waarin de leerlingen zich veilig voelen en durven te uiten, draagt dat ook bij tot hun prestaties in het schoolwerk.

Stimuleer uitwisseling over de meertalige identiteit

De aanbevelingen op basis van dit onderzoek? Leer je leerlingen zo goed mogelijk kennen en besteed aandacht aan hun meertalige identiteit en kennis. Het heeft vele positieve effecten op de leerlingen om hun talige diversiteit te erkennen en toe te staan in de klas. Daarbij maakt meertaligheid deel uit van onze samenleving. Het is daarom ook belangrijk om een open houding te creëren, zowel vanuit het perspectief van de leerkracht als vanuit de leerling. Die aandacht en open houding hoeven niet te betekenen dat leerlingen slechter Nederlands leren: het kan juist een positieve bijdrage zijn aan het leerproces van de leerlingen. En dat is toch waar het uiteindelijk om draait in het onderwijs.

Download scriptie (1.18 MB)
Universiteit of Hogeschool
Vrije Universiteit Brussel
Thesis jaar
2021
Promotor(en)
Jill Surmont
Thema('s)