De aanpak van partnergeweld onder de loep

Stien
Van Damme

                         

image-20220921130700-1

Genderneutrale aquareltekening waarmee de artiest, Lars Van Damme het taboe over mannelijke daders en vrouwelijke slachtoffers wil doorbreken.

Ik heb je geweld(dad)ig lief

Aan wet- en regelgeving ontbreekt het in België niet. Dat is bij de aanpak en bestrijding van partnergeweld niet anders. Toch staan betrokkenen in situaties van partnergeweld vaak weigerachtig tegen een inmenging door politie en parket. Waar knelt het schoentje?

Onderzoeksopzet

Zo wordt er in processen-verbaal nog steeds gerefereerd naar een dader en slachtoffer. Vanuit psychologische invalshoek is aangetoond dat partnergeweld een symptoom is van een dynamiek die schadelijk is. Beide partners houden immers met hun gedrag deze dynamiek in stand waardoor spreken in termen van dader en slachtoffer hier niet klopt.

Daarnaast geven politieambtenaren aan dat ze een soort van interventie- moeheid ervaren wanneer zij meerdere keren moeten tussenkomen bij hetzelfde koppel. Deze moeheid vloeit voort uit de mentaliteit die er bij politiediensten heerst. Politiediensten zijn erop getraind om elke situatie snel tot een goed einde te brengen, maar in situaties van partnergeweld behaal je geen quick win. Een meerzijdige, geduldige en open houding van politieambtenaren versterkt de relatie met de betrokkenen. Dit verduidelijkt zich in de mate van aangiftebereidheid. De vertrouwensrelatie kan dan later ook ingezet worden om betrokkenen naar hulpverlening toe te leiden.

Als sociaal werker ga ik aan de slag met mensen die te maken krijgen met sociale problemen en zich hierdoor in een kwetsbare positie bevinden. Het spreekt voor zich dat het ondergaan van eendere welke vorm van geweld, leed veroorzaakt. Dit leed blokkeert de weg naar een menswaardig bestaan. Bijgevolg zijn wij als maatschappij verantwoordelijk om in te zetten op de bestrijding van het fenomeen partnergeweld, wat volgens mijn onderzoek als sociaal probleem omschreven kan worden.

 

Drempels en valkuilen

Mijn onderzoek draagt bij aan een betere bestrijding van partnergeweld. Dit door de huidige aanpak onder de loep te nemen en aanbevelingen uit te werken over hoe politiediensten hun aanpak kunnen optimaliseren, zodat betrokkenen minder drempels ervaren bij het indienen van een klacht. Om tot deze aanbevelingen te komen heb ik partnergeweld vanuit een psychosociale -en een juridische invalshoek benaderd. Diverse actoren hebben in een semi-gestructureerd interview aangegeven waar volgens hun de hiaten in de aanpak situeren.

Gemiddeld ondergaan betrokkenen in situaties van partnergeweld 35 gewelddaden alvorens klacht in te dienen. Partnergeweld kent verschillende uitingsvormen en is situatiegebonden. Dit houdt in dat elke betrokkene een andere motivatie heeft om al dan niet hulp in te roepen. Uit mijn onderzoek komen volgende drempels het frequenste voor: financiële afhankelijkheid van de partner, angst voor de reactie van de partner, schuldgevoel tegenover de familie, eigen aandeel in het geweld en een gebrek aan vertrouwen in politie en justitie.

Bovenstaande opsomming is niet limitatief en heeft betrekking op de persoonlijke en relationele factoren van de betrokkenen. Ook de beïnvloeding door dichte vrienden en familie, de bejegening door politie en de invloed van de maatschappij blijken te wegen op de beslissing om al dan niet over te gaan tot het indienen van een klacht.

“Politiediensten zijn erop getraind om elke situatie snel tot een goed einde te brengen, maar in situaties van partnergeweld behaal je geen quick win.”

Aanbevelingen

Tijdens mijn onderzoek ging ik in gesprek met actoren die werken volgens het provinciaal actieplan ter bestrijding van partnergeweld. De knelpunten die zij ervaren vormen het startpunt van vier aanbevelingen. Om deze aanbevelingen door te voeren is er verder wetenschappelijk onderzoek nodig. Doch leggen zij pijnpunten bloot in de huidige werking en dwingen ze tot zelfreflectie.

Als eerste moet het tijdstip van hercontactname met de betrokkenen worden geherevalueerd. Het hercontact vindt nu plaats op een vrij gekozen tijdstip, binnen de twee maand na de feiten. Het is belangrijk dat betrokkenen op de juiste moment worden aangesproken door politiediensten. Partnergeweld kent een circulair verloop waardoor de motivatie om iets te veranderen aan de gewelddadige dynamiek schommelt.

Mijn tweede en derde aanbeveling hebben betrekking op de opleiding van politieambtenaren. Partnergeweld laat zich niet oplossen door een éénmalige tussenkomst door politie. Een samenwerking met de juiste hulpverleningsdiensten is cruciaal voor een verandering op lange termijn. Er moet tijdens de opleiding meer aandacht gaan naar correcte doorverwijzing en de sociale kaart. Hieraan gekoppeld is er nog te weinig achtergrondkennis bij inspecteurs over de problematiek van partnergeweld. Meer inzicht in dit fenomeen zal tot meer begrip leiden bij politieambtenaren wanneer zij meerdere keren moeten interveniëren. Dit vergroot de kwaliteit van de dienstverlening.

De vierde en laatste aanbeveling heeft betrekking op de risico-evaluatielijst die verplicht ingevuld moet worden na een interventie in het kader van partnergeweld. Het instrument wordt tot op heden gekoppeld aan een situatie en niet aan een persoon. Dit brengt met zich mee dat bij elke nieuwe interventie bij dezelfde betrokkenen een nieuwe lijst moet worden ingevuld. Maak het instrument flexibeler en spits het toe op betrokkenen. Dit verlaagt de werklast en biedt een nauwkeuriger beeld naar escalatie of recidive.  

De aanpak van partnergeweld is complex. Het vergt een blijvende samenwerking tussen politie, parket en hulpverlening om de geweldcyclus te doorbreken. Sinds begin deze eeuw zijn er stappen gezet om een maatschappelijk antwoord te formuleren op partnergeweld. Ik ben er dan ook van overtuigd dat verder onderzoek de aanpak van dit fenomeen nog kan optimaliseren.

Herkent u zich in de situatie van partnergeweld of heeft u nood aan een gesprek? Aarzel dan niet om contact op te nemen voor vragen over geweld op het gratis nummer 1712.

Download scriptie (1.36 MB)
Universiteit of Hogeschool
Karel de Grote-Hogeschool
Thesis jaar
2022
Promotor(en)
Birgit Bamelis