Zwak ‘hart’ voor de huisarts.

Sofia
Zervas
  • Hanne
    Leben

Hard/te feiten

Hartfalen ontstaat wanneer het hart onvoldoende bloed naar de organen kan pompen. Meer dan 200.000 Belgen lijden momenteel aan deze aandoening. Ten gevolge van de vergrijzing zal dit aantal in de toekomst nog verder stijgen. De dreigende ‘hartfalenepidemie’ vormt een belangrijke medische en economische uitdaging voor onze samenleving. Het stijgend aantal hartfalenpatiënten zal de werkdruk – en dus de hartslag – van zorgverleners ongetwijfeld de hoogte in jagen, waardoor de vraag rijst hoe we onze gezondheidszorg best (re)organiseren om kwaliteitsvolle zorg te blijven garanderen voor zoveel mogelijk patiënten. Bijkomend is aandacht nodig voor het betaalbaar houden van ons gezondheidssysteem. Aangezien onderzoek aantoont dat gezondheidssystemen met een goed uitgebouwde eerste lijn goedkoper zijn, is het van belang de taak van huisartsen in de zorg voor hartfalenpatiënten nader te onderzoeken.

Een openhartig gesprek

Twee huisartsen in opleiding brachten de rol van huisartsen in het beleid bij chronisch hartfalen in kaart. Ze interviewden daarvoor dertien huisartsen in Limburg over hun ervaringen met chronisch hartfalen. Er werd gevraagd hoe zij hun huidige en toekomstige rol zien in hartfalen zorg binnen een veranderend multidisciplinair zorglandschap. De studie maakt deel uit van een uitgebreider doctoraatsproject over hartfalen aan de KU Leuven.

Onduidelijkheid troef binnen het zorglandschap

Wetenschappelijke richtlijnen pleiten voor een nauwe samenwerking tussen huisarts, cardioloog en verpleegkundigen bij hartfalenpatiënten omdat dit de zorg ten goede komt. Aangezien patiënten met hartfalen in Europa het meest gezien worden door de huisarts, kan binnen een multidisciplinair team een belangrijke rol zijn weggelegd voor de huisarts. In de praktijk is het zorglandschap in Vlaanderen echter versnipperd met een onduidelijke rolverdeling voor de verschillende zorgverleners.

Veel goede wil op moeilijke kronkelweg.

Huisartsen zien voor zichzelf een centrale rol weggelegd binnen een multidisciplinaire samenwerking. Ze zien zichzelf als dé spilfiguur die het overzicht bewaakt. Huisartsen voelen zich hiervoor het best geplaatst omdat zij een goed beeld hebben van de patiënt en zijn ziekten binnen diens sociale context. Huisartsen werken bovendien heel patiëntgericht om niet enkel de medische toestand, maar ook de levenskwaliteit te optimaliseren. De zorg verloopt hierdoor niet volgens een standaard protocol, maar is ‘maatwerk’ in functie van de algemene toestand van de patiënt, zijn levensverwachting en wensen. Opvallend is dat de drempel voor behandeling en verwijzing hoger ligt naarmate patiënten ouder worden. De zorg wordt in het algemeen als complex en belastend ervaren. Bovendien houden huisartsen hun hart vast dat hun centrale rol in de toekomst niet houdbaar blijft omwille van een stijgend aantal chronisch zieken en de hiermee gepaard gaande toenemende werkbelasting.

De eerste lijn hapert

Aangezien de meeste hartfalenpatiënten in de eerste lijn worden opgevolgd, is het positief dat de huisarts zijn verantwoordelijkheid wil opnemen. De keerzijde van de medaille is dat er door een gebrek aan gestandaardiseerde zorg, een zekere willekeur in behandeling ontstaat, in functie van de overtuigingen en kennis van de artsen. Hierdoor dreigt een groep van kwetsbare oudere patiënten onderbehandeld te worden. Eerder onderzoek bevestigt het gegeven van onderdiagnose en -behandeling van hartfalenpatiënten in de eerste lijn.

Multidisciplinair patiëntgericht zorgmodel als mogelijke oplossing

Huisartsen staan open voor het uitbouwen van samenwerkingsverbanden met verpleegkundigen en met de tweede lijn om de zorg voor patiënten te verbeteren en de toenemende werkdruk op te vangen. Ondersteuning onder de vorm van lokale, multidisciplinaire zorgafspraken en introductie van eerstelijnsverpleegkundigen zouden de kwaliteit van de zorg voor hartfalenpatiënten ten goede kunnen komen. Een belangrijke voorwaarde die huisartsen hierbij stellen is dat zij de spil blijven in de zorg en dat er flexibele, patiëntgerichte zorgafspraken gemaakt worden.

Koester dus een zwak voor je huisarts, hij wenst dat in de toekomst een heel team zal zorg dragen voor jouw zwak hart.

Download scriptie (442.31 KB)
Universiteit of Hogeschool
KU Leuven
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Bert Vaes en Miek Smeets
Thema('s)