Protectie van de bevolking in Haut-Uele, vanuit community perspectief. Kwalitatief veldonderzoek in de DRC.

Hélène
Flaam

 “Joseph Kony beroemd… en dan ?”

Het Lords Resistance Army (LRA), een Oegandese rebellenbeweging en onder leiding van de krijgsheer Joseph Kony, is ondertussen al meer dan 25 jaar actief is, eerst in Oeganda, maar nu 5 jaar ook in Centraal-Afrikaanse Republiek, Zuid-Soedan en Noordoost Congo. Dit conflict werd tot voor kort tot één van de meest vergeten conflicten ter wereld gerekend. Dit veranderde zo’n half jaar geleden toen Invisible Children, een Amerikaanse ngo, van start ging met een grootschalige internetcampagne die tot doel had om Joseph Kony wereldberoemd te maken en te pleiten voor een militaire aanpak. Dit deden ze aan de hand van een paternalistisch propagandafilmpje die het conflict sterk simplificeerde en eerder de blanke held in de schijnwerpers plaatste, dan wel de slachtoffers aan het woord te laten en de lokale bevolking die tot op vandaag dagelijks geconfronteerd wordt met de harde realiteit van de terreur die het LRA aanricht. Hoe kijken deze jongeren, huismoeders, priesters, leerkrachten en lokale autoriteiten in Noordoost Congo naar de huidige situatie van constante onveiligheid en welke analyses en aangereikte oplossingen brengen zij aan de man?

Cijfers

In het noordoosten van de Democratische Republiek Congo, ver van de hoofdstad, ver van de controle van de Congolese overheid, hebben de afgelopen jaren gewapende groepen gebruik gemaakt van het uitgestrekte gebied om te plunderen, jongeren en volwassenen te ontvoeren, dorpen leeg te plunderen en burgers te doden. Het LRA is daar één van. Sinds 2005 werden ze uit Oeganda verdreven, waar ze twee decennia lang het noorden terroriseerde bracht. In 2008 werd het LRA ook in het Garamba National Park militair aangevallen en richtte, als reactie daarop, massamoorden aan die volgens Human Rights Watch de meest bloederige zijn geweest uit de lange geschiedenis van het LRA. Tussen september 2008 en oktober 2011 bracht het LRA meer dan 2.400 burgers om het leven en nog eens 3.400 werden ontvoerd, 440.000 mensen sloegen op de vlucht. Het LRA splitste zich op in kleinere groepen en verspreidde zijn kleine 500 manschappen over een gebied dat zo groot is als Duitsland.

In de verdediging

Het LRA is ondertussen meer dan 3 jaar actief in Noordoost Congo, maar geen instantie slaagde erin de bevolking voldoende te beschermen tegen aanvallen. Zelfverdedigingsgroepen, of groepen jongeren die zich spontaan zijn gaan organiseren om hun gemeenschap te beschermen, worden door de Congolese overheid verboden, uit schrik voor het ontstaan van nieuwe rebellenbewegingen. Desondanks slaagt deze overheid er zelf niet in om de nodige bescherming te bieden. Meer nog, het Congolese leger is zelf ook schuldig aan het schenden van de mensenrechten. De bevolking voelt zich daarom in de steek gelaten. «Ze verkrachten onze meisjes. Er zijn hier heel wat tienermoeders.» Zo getuigt Elisabeth, huismoeder in Doruma, over het Congolese regeringsleger, het FARDC (Forces Armées de la République Démocratique du Congo). Daarom pleiten de getroffen burgers voor een versterking van deze zelfverdedigingsgroepen.

«Ze kennen de brousse beter dan de militairen. Het is onaanvaardbaar om hen tegen te houden tegen het LRA te vechten», beweert een priester uit Doruma. Gérard uit Faradje legt uit hoe ze te werk gaan. «Ze zijn gewapend met pijl en boog. Ze zijn de spoorzoekers voor onze militairen van het regeringsleger en dragen bij aan de vrede de bescherming van de bevolking.» De groepen werken op bepaalde plaatsen waar deze groepen effectief zijn gebleken, zoals in Doruma, Bangadi en Faradje, ondanks het officiële verbod, in samenwerking met het regeringsleger, ze worden gesteund door de lokale autoriteiten én ze krijgen veel aanzien van de lokale bevolking. Een constructieve samenwerking veiligheidsinstanties, zoals leger en politie, met een duidelijke omkadering zien zij als mogelijke pistes om het LRA uit te schakelen of althans om de bevolking ervan te beschermen. Op plaatsen als Dungu, waar het uit de hand liep, zijn de groepen alle geloofwaardigheid verloren en van het strijdtoneel verdwenen.

De lokale bevolking heeft bovendien systemen ontwikkeld om de medebewoners te verwittigen in geval van een aanval. Ze maken hierbij gebruik van traditionele trommels of vuvzela’s, een blaasinstrument. Bij het horen van dit signaal maken de dorpelingen zich uit de voeten.

Ook de meeste informatie over veiligheidsincidenten of zelfs over de positie van het LRA komt meestal van de bevolking zelf. Het is daarom aan te raden om de samenwerking met de bevolking en hun capaciteiten maximaal te benutten, maar ook te versterken. Zo is de civiele maatschappij een zeer sterke en belangrijke informatiebron op lokaal, nationaal en internationaal niveau.

Politiek

Maar wat de bevolking net zo kwaad maakt is de politieke onwil en het gebrek aan capaciteiten bij het Congolese leger. Deze laatste ontkent de aanwezigheid van de Oegandese rebellenbeweging. Felix, kolonel van het FARDC, gaat er niet mee akkoord dat het UPDF, het Oegandese regeringsleger, voet aan grond zet in Congo. « De Oegandezen hebben terroristen geïntegreerd in hun leger en gebruiken het verhaal van het LRA om hun aanwezigheid te verantwoorden. » Zo weigerde Congo een degelijke samenwerking met Oeganda, waardoor het extra moeilijk wordt om de jacht op Joseph Kony een slaagkans te geven.

Informatie over het LRA wordt niet doorgegeven en er wordt ook verkeerde informatie gegeven, om het UPDF te dwarsbomen. Het lijkt erop dat de VS hier niet op voorbereid is en hun strategie dus heeft uitgewerkt zonder te vertrekken vanuit de bestaande context en politieke dynamieken. De VS benadrukte in de aankondiging tot militaire operatie, die in oktober 2011 van start ging, het belang van bescherming van de bevolking. Het beschermen van de gemeenschappen kan echter enkel slagen indien er een maximale samenwerking is met alle betrokken instanties en indien het lokaal niveau als vertrekpunt geldt.

Politieke waarnemers geven de militaire operatie dan ook weinig kans tot slagen en vrezen dat het more harm then good zou kunnen doen. Een verhoging van het aantal aanvallen van het LRA tegen de bevolking als reactie op een verhoogde inzet naar de jacht op Kony, die ondertussen een jaar duurt, is alvast een bewijs van die voorspelling. Kony’s roem heeft hem duidelijk nog niet buiten spel gezet.

Download scriptie (1.62 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2012