Superdiversiteit op de materniteit

Emmelie
Muylaert
  • Sofie
    Michielsen

Superdiversiteit op de materniteit

We maken het allemaal wel eens mee als we rondlopen in een Vlaamse stad: iemand vraagt ons of de bus naar het centrum rijdt, of er in de buurt een supermarkt is enzovoort. Daarbij worden we niet altijd aangesproken in onze eigen taal; soms ook in het Engels, Frans, met gebaren … Met andere woorden: onze samenleving is superdivers.

In Antwerpen bestaat maar liefst 45,7% van de bevolking uit allochtonen. Die allochtone bevolking is afkomstig van alle uithoeken van de wereld en de migranten hebben allemaal hun eigen redenen om naar ons land te emigreren. Sommigen zijn op de vlucht voor oorlog, anderen komen hier om te werken of om te studeren, … Vandaar dat we niet meer spreken over diversiteit, maar over superdiversiteit. Bekijk het als het ware als diversiteit binnen diversiteit.

De zorgsector is een zeer toegankelijke sector waardoor er in een ziekenhuis in een stad zoals Antwerpen voortdurend communicatie is tussen zorgverleners en allochtone patiënten: interculturele communicatie. Uit de literatuur blijkt dat interculturele communicatie in de medische sector niet evident is. Door de verschillende achtergronden van beide partijen kunnen taal- en cultuurbarrières gesprekken bemoeilijken, alsook een goede zorgverlening in de weg staan. Een taalbarrière kan er bijvoorbeeld zorgen voor misverstanden, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de kwaliteit van de zorgverlening.

Zijn er dan oplossingen om de taal-en cultuurbarrières te overbruggen? Of om deze in te perken? In de scriptie ‘Superdiversiteit op de materniteit’ worden de communicatieproblemen en de gebruikte oplossingen van de vroedvrouwen op de kraamafdeling van het Sint-Vincentiusziekenhuis in kaart gebracht. Bijkomend rijst de vraag of de opleiding vroedkunde nog wel voldoende is afgestemd op de toenemende diversiteit. De samenleving is de laatste decennia sterk veranderd, maar is de opleiding vroedkunde mee geëvolueerd op gebied van interculturele communicatie?

Talen en tolken

Alle vroedvrouwen die hebben deelgenomen aan het onderzoek ervaren wel eens communicatieproblemen wanneer er een taalbarrière is. Die barrière is er vooral wanneer ze allochtone patiënten informatie geven en er specifieke, medische termen aan te pas komen. De meerderheid van de vroedvrouwen (77%) vindt die taalbarrière het moeilijkste aspect van hun job. De problemen komen het vaakst voor bij patiënten van de Turkse en Marokkaanse gemeenschap.

De vroedvrouwen zijn creatief in hun oplossingen om de taalbarrière te overbruggen. Naast tolken gebruiken ze gebarentaal en hulpmiddelen zoals poppen. Soms maken ze ook eenvoudige tekeningen om iets te verduidelijken. Toch wensen ze meer ondersteuning vanuit het ziekenhuis. Zo stelt één van de vroedvrouwen voor om de tv’s op de kamers te gebruiken om informatie in verschillende talen te projecteren, bijvoorbeeld over borstvoeding.

De nodige aanpassing voor een waaier aan rituelen

De helft van de vroedvrouwen geeft ook aan dat een cultuurbarrière soms de oorzaak is van communicatieproblemen. Dat komt bijvoorbeeld omdat er in andere culturen vaak andere gewoontes en rituelen zijn rond de bevalling. Zo mogen vrouwen in China zich na de bevalling een aantal dagen niet wassen, terwijl dat in onze cultuur juist wel zo is. Daarom moeten de vroedvrouwen zich aanpassen aan de gebruiken van Chinese vrouwen. Kortom, de vroedvrouwen proberen zoveel mogelijk rekening te houden met de gebruiken van verschillende culturen, zolang de situatie niet levensbedreigend is. De verschillen qua cultuur vinden de vroedvrouwen minder hinderlijk dan de taalverschillen.

“Cultuur kan je uitleggen als je de taal hebt. Dan kan je dat verduidelijken. Maar als je geen taal hebt, kan je uw cultuur ook niet verduidelijken.”

Onder de loep: de bachelor vroedkunde

Vanuit de opleiding vroedkunde voelen de vroedvrouwen zich onvoldoende voorbereid om de taal- en cultuurbarrières te overbruggen. In de Vlaamse en Brusselse hogescholen zijn taalvakken slechts op één hogeschool verplicht. Interculturele communicatie wordt in alle hogescholen geïntegreerd in verschillende opleidingsonderdelen. Bij vier hogescholen is er een apart vak over culturele diversiteit. De studenten vroedkunde komen dus in beperkte mate in aanraking met interculturele communicatie tijdens hun opleiding.

In Antwerpen organiseren Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen en Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen de bachelor vroedkunde. Karel de Grote-Hogeschool Antwerpen start dit academiejaar (’16-’17) met een vernieuwde opleiding: er komt een apart opleidingsonderdeel over diversiteit. Zo wil de hogeschool de studenten beter voorbereiden op de superdiversiteit in onze samenleving. Ook Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen neemt initiatief om de opleiding aan te passen aan de veranderende maatschappij: vanaf september 2017 last de hogeschool twee diversiteitsweken in gedurende de opleiding vroedkunde.

 

Hoewel er uit het onderzoek gebleken is dat de vroedvrouwen de taalbarrière moeilijker vinden dan de cultuurbarrière, bieden de hogescholen in hun vernieuwde opleidingen geen taalvakken aan. Er zal dus een kloof blijven tussen het werkveld en de opleiding vroedkunde. Hoe dan ook is vervolgonderzoek aangewezen, om na te gaan of de inspanningen van de hogescholen ook hun vruchten hebben afgeworpen.

 

Wanneer diversiteit samenkomt …

In 2013 reisde Lieve Blancquaert de wereld rond om een foto- en filmreportage te maken over hoe kinderen wereldwijd verwelkomd worden. Maar anno 2016 kunnen we die diversiteit als het ware terugvinden op de kraamafdeling van een stadsziekenhuis. Misschien een ideetje voor een volgende foto- en filmreportage?

 

 

 

 

Normal
0

21

false
false
false

NL-BE
X-NONE
X-NONE

/* Style Definitions */
table.MsoNormalTable
{mso-style-name:Standaardtabel;
mso-tstyle-rowband-size:0;
mso-tstyle-colband-size:0;
mso-style-noshow:yes;
mso-style-priority:99;
mso-style-parent:"";
mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt;
mso-para-margin-top:0cm;
mso-para-margin-right:0cm;
mso-para-margin-bottom:8.0pt;
mso-para-margin-left:0cm;
line-height:107%;
mso-pagination:widow-orphan;
font-size:11.0pt;
font-family:"Calibri","sans-serif";
mso-ascii-font-family:Calibri;
mso-ascii-theme-font:minor-latin;
mso-hansi-font-family:Calibri;
mso-hansi-theme-font:minor-latin;
mso-fareast-language:EN-US;}

Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Sophie Limbos