YOUR SPACE OR MINE? Een onderzoek naar het kamp en de (on)mogelijkheid van bechutting; als lichaam voorbeelden, een bewijs of illusie van stabiliteit verschaffend

Lara
Dhondt

  ‘YOUR SPACE OR MINE ?’

 

Territoriumdrang bij de mens vertaalt zich nog het beste als het ‘baksteen-in-de-maag-syndroom’. Dit onderzoek spitst zich toe op wat hieraan voorafgaat, de primaire behoefte en noodzaak van het kamp .

Het kamp als overlevingsmiddel, datgene wat we nodig achten om een essentieel basisgevoel van beschutting, veiligheid en plaatsbepaling te bekomen. De shelter die zowel voor klimatologische doeleinden wordt opgetrokken en als zodanig herkenbaar is, verschijnt ook als onzichtbaar dagdagelijks kamp, als een sociale afbakening van ruimte.

Het louter bouwkundige aspect met zijn rudimentaire karakter, het kamp als schets van een gebouw, is interessant als onderzoeksthema. Maar het psychologische en filosofische aspect dat gekoppeld is aan het tijdelijk innemen van een ruimte, kan evenmin opzij geschoven worden. Tot slot richt mijn onderzoek zich ook naar de representatie van het begrip ‘kamp’ binnen het veld van de kunstactualiteit, waar ‘ruimte’ steeds een elementaire plaats inneemt.

 

Er onstaat al vroeg in het onderzoek een tweedeling tussen het kamp met zijn nomadische identiteit, en de architectuur die tot een sedentair, statisch luik behoort.

Dat het kamp gezien moet worden als het prototype van een thuis, waar vele aspecten van de uitvoerigere architectuur al in hun kiem vervat zitten , is een mening die ook Laugier was toegedaan. Deze 18e eeuwse jezuiet pleitte vurig voor een funcionele esthetiek binnen de architectuur, en verwees daarvoor naar ‘de primitieve hut’ van de ‘oorspronkelijke’ mens.

 

Die primitieve hut is gebaseerd op een eenvoudig geometrisch patroon bestaande uit oervormen, die elk een eigen symbolische waarde bezitten. De woning zoals wij ze kennen, opgetrokken uit baksteen en beton, plaatsen we onder het vierkant dat statisch is.

Het kamp categoriseren we voornamelijk onder de driehoek, de meest aggresieve en dynamische basisvorm. De omheinende, oneindige cirkel heeft een kosmische, religieuze bijklank; zijn vorm zien we onder andere terug bij ‘Stonehenge’, de iglo’s van eskimo’s, enz.

In het hierogliefenschrift betekent een vierkant opgebouwd uit kleinere vierkanten: huis. In het chinees-japanse tekenschrift betekent het vierkant: omringen of omsluiten. De driehoek staat bij de nomadische, noord- amerikaanse indianen onder andere voor de tipi (tent). Verder vinden we nog verwijzingen terug van de driehoek naar: activiteit, vitaliteit, een schuilplaats (rune), en beschutting ( link met overleving); maar ook naar ondergang, vernietiging en sterven (link met concentratiekamp, goelacharchipel).

 

De basisconstructies van een kamp of een woning zorgen samen voor afscheiding en beschutting en vormen het geraamte waar de ruimte zich door bepalen kan. Laugier ziet bijvoorbeeld heil in louter essentiele bouwelementen en refereert naar deze als ‘de weg naar ware schoonheid’. Alle bijkomstige ornamenten vormen slechts dwaallichtjes op datzelfde pad. De belangrijkheid van een vorm van omheining vinden we ook terug bij een tijdelijke ‘lichamelijke’ bezetting van territoria in (semi-)publieke ruimtes. Mensen zullen steeds op zoek gaan naar een ruimte die welomlijnd is, van waaruit ze een overzicht kunnen behouden op het hun omringende landschap. Hulpmiddelen daarvoor zijn straatmeubilair, hoeken, nissen, enz. Een gesloten rugzijde blijkt niet enkel een vereiste, maar ook een instinctieve drang, om een veilig en comfortabel gevoel te creeren. Dit staat los van het zichtbare bouwsel als afbakening, en geldt evenzeer voor een tijdelijke inneming van de ruimte waarbij ons lichaam fungeert als kamp. Zo blijkt dus inderdaad dat de muur nog noodzakelijker is dan het dak om een veilig, beschut gevoel te verkrijgen: zowel bij de gefundeerde woning als bij het vluchtige kamp.

 

Om voorbeelden van ‘dagdagelijkse’ kampen te vinden, hoeven we niet ver te zoeken. De al dan niet dakloze bedelaar is een prachtig voorbeeld. Actie in de publieke ruimte als het ware. Je ziet hem in de metrohal, bij uitstek een ‘overgangslocatie’, waar hij met behulp van sumiere hulpmiddelen zijn ‘kamp voor één dag’ afbakent.

Bierblikjes in plastic zak rechts, kartonnen beker centraal vooraan, deken uitgespreid als middelpunt en als het even kan enkele viervoeters links. Iedereen wijkt uit; loopt letterlijk in een kring rond hem heen, een wemelende bewegende mensenmassa, maar hij houdt stand, contraire houding en verstild. Wanneer de arm der wet niet opduikt, behoudt hij gedurende de dag een eigen territorium in de openbare ruimte, zonder ook maar enige vorm van muur-optrekkerij.

Een extremere doortrekking van het begrip ‘kamp’, zien we terug in het groeiende fenomeen van de telefoonwinkels: rijen hokjes, vaak niet meer dan een vierkante meter groot, waar klanten zich kortstondig ophouden en contact opnemen met mensen die zich duizenden kilometers verder bevinden. Het ‘nomade’-aspect situeert zich hier niet enkel op een vormelijk, maar eveneens op een inhoudelijker niveau. Het reizen door middel van lange- afstandscommunicatie. Nomadiseren zonder een plaats te verlaten, dit op een plek die een schaduwbeeld zou kunnen voorstellen van de tent van diezelfde nomade en geflankeerd door soortgenoten die zich in dezelfde situatie bevinden. De bezoeker van dit etablissement is vaak ook nog iemand die hier door migratie is beland.

Langs de andere zijde bevindt zich het nomadiseren dat wel degelijk op een fysieke verplaatsing rust, maar waar we niet langer meer het gevoel hebben, ons te verplaatsen, of ons in het onbekende te storten. Juist dankzij de moderne mobiele communicatie, waardoor de huiselijkheid en de veiligheid van de woning wordt overgedragen op de draagbare computer. Het kamp dat zich bevindt in de lap-top en zijn paswoorden, die toegang verschaffen tot individuele virtuele ruimtes, in de internetaansluiting die toegang geeft tot het World–Wide-Web, in de gsm en de elektronische agenda, zelfs in de wagen, die voor velen meer een thuis is dan het eigenlijke bouwkundige huis dat nog langer is. Het e-mail adres is zelfs standvastiger gebleken dan het topologische adres!

Ook binnen de beeldende kunst ontwikkelt de website zich als virtueel atelier en zelfs als veranderlijke tentoonstellingsruimte. De nomadische filosofie van Hakim Bey gebruikt het internet dan weer als alternatieve aanvalsbasis en toevluchtsoord voor de brousse, de woestijn, of de 18e- eeuwse piratenschepen.

 

De 21e eeuw lijkt op verschillende vlakken de eeuw van het nomadisme te worden.

Zowel terreurnetwerken als psychische nomadisten, beeldende kunstenaars, hackers, (boot-) vluchtelingen enz., bedienen zich van een guerillatactiek Het vluchtige en vergankelijke kleeft niet enkel aan een kamp, maar laat ook een kruitspoor achter op het individu. Steeds bedoeld als overgangslocatie, als een basisvorm van territoriumafbakening; die pijlsnel kan worden opgeheven, kan verdwijnen, en zich verplaatsen als een moderne nomade.

Download scriptie (316.76 KB)
Universiteit of Hogeschool
AP Hogeschool Antwerpen
Thesis jaar
2006