Geprojecteerd Verleden

Ruben
Vandersteen

 

Geprojecteerd Verleden

Over de representatie van herinneringen in film

 

He remembers those vanished years

As though looking through a dusty window pane,

The past is something he could see, but not touch.

And everything he sees is blurred and indistinct.

 

 

Dit wondermooi stukje tekst, dat zich aan het eind van Wong Kar-Wai's In the Mood for Love als coda op het scherm presenteert, attesteert in de eerste plaats de wazigheid van ons geheugen. In het bijzonder roept dit gedicht, en in het verlengde daarvan, de ganse film, de vraag op welke relatie narratieve film heeft tot ons herinneringsproces.

 

In een tijdperk van ongekende wetenschappelijke vooruitgang, waarin we steeds meer vervreemd raken van ons aangeboren geheugen doordat de opmars van gsm's, harde schijven en digitale clouds, camera's, tablets en het internet het herinneren voor ons overnemen, ontstaat er een steeds grotere nostalgische hunkering naar een vervlogen verleden, waarbij een gedigitaliseerde John Lennon in een autoreclame pleit voor anti-retro en er astronomische bedragen worden neergelegd voor Dylan, Stones of Jackson memorabilia. In dit woelige tij zoomt deze thesis in op 's werelds meest populaire medium; film, en hoe deze het geheugen zowel kan representeren als (ver)vormen. Aan de hand van een select aantal kort- en langspeelfilms wordt onderzocht wat de representatiemogelijkheden kunnen zijn van het geheugen in film. Hoe kan een bewegend beeld vertalen wat Marcel Proust ooit zo mooi bestempelde als 'die ronddwarrelende, verwarde herinneringsbeelden'?

 

Allereerst wordt de unieke relatie verkent die steden ten opzichte van het geheugen hebben. Aan de hand van L'Amour Existe (Pialat), On the Way to the Sea (Tao) en In the Mood for Love (Wong) wordt duidelijk hoezeer een stad de veruiterlijking kan zijn van een nostalgisch of melancholisch sentiment, hoe het innerlijk gevoel van gemis en verwijdering geobjectiveerd kan worden door een vervallen woonwijk of een leegstaand gebouw. In het bijzonder is het Wong Kar-wai's film die er op wonderlijke wijze in slaagt een verdwenen stad (Hongkong, 1960) te recreëren via een beeldtaal die gedrenkt is in weemoed. Dit doet hij door zijn film uiterst fragmentarisch te houden – zowel in ruimte als tijd –, met wazige kaders en talloze distantiëringselementen die vorm geven aan de afstand en het gemis van het verleden.

 

In hoofdstuk twee wordt de wereld van voorwerpen ingedoken. Voorwerpen die sinds mensenheugenis naast hun functionaliteit ook de unieke eigenschap bezitten om het geheugen te triggeren. Daarvan is Prousts madeleine-koekje een mooi voorbeeld. In Trois Couleur: Bleu onderzoekt Kieślowski in hoeverre iemand zich kan ontdoen van al zijn materiële bezittingen, in de hoop zo ook alle herinneringen die eraan vastgeknoopt zitten weg te vegen. In de eerste plaats lijkt de film te concluderen dat objecten uit het verleden ons altijd blijven achtervolgen, hoe hardvochtig we ze ook proberen te vernietigen, en daarenboven dat het immateriële verleden (in de vorm van een muziekstuk) evenmin kan worden verdrongen. Nog belangrijker is de manier waarop Kieślowski zijn thematiek doorvoert in zijn beeldtaal. Net zoals de psyche van het hoofdpersonage verstoord is, afgesloten en gewond, zo is Bleu een verstoorde en opgebroken film. Dit wordt geattesteerd door de vaak opmerkelijke keuze van shots, belichting en montage. Net als bij Wong Kar-wai wordt de beeldtaal hier ingezet om de vormelijke eigenschappen van (verdrongen) herinneringen weer te geven.

 

De laatste halte in deze scriptie is Chris Markers Sans Soleil. Zowel filmessay als reisverslag, wereldgeschiedenis als stream of consciousness. Het portret van een contemporaine maatschappij - versplinterd en toch verbonden -, dat op een verpletterende manier de poëzie van het herinneren en de techniek van associatieve montage demonstreert. Nergens wordt mooier verbeeldt hoe het ene beeld het andere kan oproepen, hoe niet alleen verschillende continenten aan elkaar kunnen worden gelijmd via associatieve montage, maar ook hoe een brug geslagen kan worden tussen verschillende ideeën van tijd. Verleden, heden en toekomst. Herinnering en geschiedenis. Leven en dood.

 

Doorheen deze thesis komt het uiteindelijke inzicht naar boven dat film als geen enkel ander medium erin slaagt onze vluchtige herinneringsbeelden vorm te geven. Opgebroken, oneindig groot en associatief in Sans Soleil. Verkleurd, opaak en onbereikbaar bij Wong Kar-wai of verdrongen en vervormt in Kieślowski's Bleu. Zowel inhoudelijk als vormelijk delen film en herinnering enkele sleuteleigenschappen en beiden zijn ze altijd al de plaats geweest waar realiteit en fictie zich met elkaar mengen en levensechte droombeelden geprojecteerd worden op het grote scherm van onze verbeelding. 

Download scriptie (1.37 MB)
Universiteit of Hogeschool
Andere
Thesis jaar
2012