Beginnende leraren: allemaal kommer en kwel?

Elise
Ameloot

 “Je moet heel veel alleen kunnen. Daar bereiden ze je eigenlijk niet genoeg op voor. […] Er komt heel veel op je af, dus voor mij was het wel een schok. […] Ze hadden je meer stage moeten laten doen […] u meer op die administratie moeten voorbereiden en een maand in één klas moeten laten mee draaien.” (Dorien)

Dorien (pseudoniem) getuigt dat de eerste maanden als leraar lager onderwijs een ‘schok’ voor haar waren. De realiteit komt niet overeen met wat ze van het lerarenberoep had verwacht. Het zijn straffe cijfers: 14% van de beginnende leraren lager onderwijs in Vlaanderen stopt tijdens de eerste vijf jaar lesgeven. Maar is de realiteit voor beginnende leraren steeds kommer en kwel?

Vernieuwde invalshoek

De manier waarop beginnende leraren in hun school worden opgevangen en begeleid is cruciaal. Een ondersteunend sociaal netwerk zou ervoor kunnen zorgen dat beginnende leraren het onderwijs niet verlaten. Een sociaal netwerk bestaat uit personen waar de beginnende leraar steun van ervaart.

Maar wie zit er in dit sociaal netwerk? Welke vorm van steun bieden deze personen? Is er een verband tussen het sociaal netwerk en de opvattingen die leraren over zichzelf als leraar hebben? Leraren hebben opvattingen over onder andere hun motivatie, hun toekomst als leraar en wat een goede leraar is. Deze opvattingen worden in het begin van hun carrière sterk beïnvloed. Kortom, is er een relatie tussen het sociaal netwerk van beginnende leraren en hoe beginnende leraren zichzelf als leraar zien.

Om bovenstaande vragen te beantwoorden werden in het voorjaar van 2015 acht beginnende leraren lager onderwijs geïnterviewd die in 2014 afgestudeerd zijn aan Odisee hogeschool Aalst, campus Dirk Martens. Ook hun sociaal netwerk werd geanalyseerd. Op het moment van het onderzoek stonden deze leraren ongeveer een half jaar voor de klas. Hierna lees je conclusies van dit onderzoek. Ze bevatten belangrijke aandachtspunten voor iedereen die met leraren in contact komt, waardoor beginnende leraren beter begeleid kunnen worden.

Ondersteunend sociaal netwerk

Het sociaal netwerk van de meeste beginnende leraren die geïnterviewd werden is erg ondersteunend. Dit zorgt er bij enkele van deze leraren zelfs voor dat ze hun job in het onderwijs niet opgeven. Collega’s en persoonlijke contacten, zoals familie en vrienden staan centraal in het sociaal netwerk. Familie en vrienden zijn erg belangrijk op emotioneel vlak. Zij hebben bijvoorbeeld een sterke positieve invloed op de motivatie van de meeste beginnende leraren. Wanneer familie of vrienden zelf ook lesgeven zijn ze bijzonder ondersteunend omdat ze beter begrijpen hoe het is om leraar te zijn.

Beginnende leraren kunnen met inhoudelijke problemen vaak bij hun collega’s terecht. Collega’s helpen hen bijvoorbeeld met het opstellen en analyseren van toetsen. Daarnaast zorgen collega’s er ook voor dat beginnende leraren zich aanvaard voelen op school door interesse te tonen of te vragen hoe het met hen gaat.

“Hier heb ik me echt wel van in het begin bij alle collega’s goed gevoeld. Dus ik merk wel dat dat belangrijk is. Want als dat ook niet goed had gezeten, had ik daar niet meer gewerkt.” (Helena)

Collega’s kunnen ook een belangrijke impact hebben op hoe beginnende leraren zichzelf als leraar zien. Ze kunnen een invloed hebben op hoe ze hun toekomst zien. Sommige beginnende leraren zijn bijvoorbeeld bang om te veranderen van school omdat de sfeer en het contact met collega’s erg goed is in hun huidige school.

Verschillende beginnende leraren die deelnamen aan het onderzoek hebben nood aan meer bevestiging en feedback. Enkele beginnende leraren vertelden dat ze te weinig steun krijgen van hun directie. Slechts twee van de acht respondenten had een mentor. Dit is een persoon die is aangesteld om de beginnende leraar te ondersteunen. Dit onderzoek toont aan dat niet zozeer het hebben van een mentor, maar vooral de kwaliteit van de relatie van belang is. De zorgleraar of parallelcollega (die in hetzelfde leerjaar lesgeeft) zijn vaak ook personen die een erg goede relatie hebben met de beginnende leraar.

“Dus dat is wel belangrijk dat er iemand van uw collega’s steevast achter u staat. Een goede meter of peter in het begin van uw loopbaan is echt belangrijk.[…] Voor mij was dat (de parallelcollega) wel een beetje een meterfiguur en de persoon waarbij ik altijd terecht kon. Nu nog altijd trouwens.” (Fien)

Tijdens gesprekken met beginnende leraren kwam ook aan bod dat de leerlingen erg belangrijk voor hen zijn. Sommige leraren plaatsen de leerlingen zelfs in hun sociaal netwerk. Zij zijn vaak hun grootste motivatie.

Tot slot is het opvallend dat het sociaal netwerk van enkele beginnende leraren niet alleen beperkt blijft tot wie ze fysiek zien, maar ook virtueel is via sociale media. Leraren vinden het ondersteunend om lid te zijn van groepen op sociale media zoals Facebook. Een Facebookgroep met ex-medestudenten uit de lerarenopleiding bijvoorbeeld kan voor een beginnende leraar een grote hulp zijn.

Op deze afbeelding zie je het sociaal netwerk van Dorien. De kleuren geven aan welke vorm van steun ze van wie krijgt.

Afbeelding verwijderd.

In de praktijk

De resultaten die werden bekomen op basis van dit onderzoek bij leraren lager onderwijs sluiten aan bij resultaten op basis van gelijkaardig onderzoek bij leraren secundair onderwijs. Het sociaal netwerk en de manier waarop de leraar zichzelf als leraar ziet zijn erg belangrijk.

De onderwijspraktijk en het onderwijsbeleid moeten verschillende soorten ondersteuning blijven stimuleren. Het is van cruciaal belang dat beginnende leraren spontane ondersteuning ervaren, maar ook dat ze kunnen genieten van goede georganiseerde begeleiding van collega’s en de school.

Sociale media kunnen tot slot nieuwe mogelijkheden bieden voor de ondersteuning van beginnende leraren. Het kan misschien zinvol zijn om vanuit de lerarenopleiding een online nazorgplatform te organiseren met een forum waarop oud-studenten met elkaar contact kunnen houden. Beginnende leraren kunnen er ervaringen delen, elkaar motiveren, vragen stellen en tips geven. Begeleiders uit de lerarenopleiding kunnen de beginnende leraren ook verder ondersteunen via dit platform. Zo kan de kloof tussen de opleiding en de onderwijspraktijk misschien verkleind worden. De ‘schok’ die Dorien hierboven vermeldt kan zo misschien tot een minimum beperkt worden.

Download scriptie (766.97 KB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Prof. Dr. Ruben Vanderlinde
Thema('s)