Honing, vis en bomma's handtas

Scriptie

archeologie

Sinds 2016 verplicht de Vlaamse overheid terreinen bij grote bouwprojecten archeologisch te laten screenen, om zo belangrijk archeologisch erfgoed te beschermen en te bewaren. Maar die maatregel valt niet bij iedereen in goede aarde. “Met een beetje pech wordt er belangrijk archeologisch erfgoed aangetroffen en heb je een dure en tijdrovende opgraving aan je been.”

“Ik hoop dat ze de handtas van ons bomma vinden, dan is het allemaal nog ergens goed voor,” stelde toenmalig Leuvens burgemeester Louis Tobback in 2010 bij archeologische opgravingen in het stadscentrum. Hij gaf daarmee uiting aan een frustratie die Rosalie Hermans en Freija Bornauw (VUB) zien terugkomen bij projectontwikkelaars, zeker sinds de invoering van de verplichte screenings. “Archeologie is duur, traag en vaak ongewenst voor zij die ermee te maken krijgen”, stellen de masters in bedrijfskunde. Zij spitten de werking van de archeologische markt in hun eindwerk uit. “Vooral projectontwikkelaars zijn misnoegd omdat zij de kosten voor verplicht archeologisch onderzoek moeten dragen”.

Archeologie is duur, traag en vaak ongewenst voor zij die ermee te maken krijgen

Stevig prijskaartje

Dat prijskaartje is best stevig. In 2019 betaalden projectontwikkelaars in totaal 11,3 miljoen euro aan archeologische screenings. Ook de kosten voor verdere opgravingen na een positieve screening zijn voor de projectontwikkelaars. De prijs voor zulke opgravingswerken kan oplopen van duizenden euro’s tot 13 miljoen euro voor het grootste archeologisch onderzoek tot nu toe op een terrein in Vlaanderen.

In 2019 betaalden projectontwikkelaars zo’n 11,3 miljoen aan archeologische screenings

“Dat terwijl de overheid in 2019 zo’n 1,1 miljoen euro besteedde aan de commerciële archeologische sector. Hiervan ging ongeveer 100.000 euro naar subsidies voor projectontwikkelaars die met archeologie te maken kregen. Het overige miljoen diende als onderzoeksgeld voor archeologen om te werken met data uit deze commerciële opgravingen.”

Booming business

De wetgeving zorgt dus voor veel frustraties bij projectontwikkelaars. Maar ook archeologen juichen de verplichte screenings niet unaniem toe. Zo leeft de frustratie dat de overheid archeologie, een wetenschappelijke discipline, heeft gecommercialiseerd.

Bij archeologen leeft de frustratie dat de overheid hun discipline heeft gecommercialiseerd


Hermans en Bornauw: “Archeologiebedrijven die de screenings en opgravingen uitvoeren, zijn als paddenstoelen uit de grond geschoten. Omdat projectontwikkelaars deze werken snel en goedkoop willen laten uitvoeren, gaan ze meestal in zee met het bedrijf dat de laagste prijs vraagt of de snelste afhandeling belooft. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van het archeologisch onderzoek. Het is een doorn in het oog van academische archeologen, die niet staan te springen om met de verzamelde gegevens aan de slag te gaan.” Wordt de wetgeving dan niet beter ten grave gedragen als er zo weinig animo voor is?

Toenadering

Hermans en Bornauw spraken in hun onderzoek met de betrokken actoren en merkten toch de nodige toenadering. “Veel kritiek dateert van bij de inwerkingtreding van de wetgeving. De overheid gaf daar gehoor aan en zorgde bijvoorbeeld voor een aantal administratieve versoepelingen. Hoewel de huidige wetgeving nog wel tekortkomingen kent, zijn veel actoren intussen eerder tevreden dat er nu effectief een solide wetgeving voor archeologie bestaat.”

Mediterrane honing

Toch kaart het onderzoek nog een groot werkpunt aan bij de Vlaamse overheid, die sterker moet investeren in publiekswerking. “Ondanks de toegenomen investeringen in archeologisch onderzoek, hoort het publiek weinig over wat bij opgravingen wordt ontdekt. Want hoewel ze in Leuven de handtas van grootmoeder Tobback niet hebben gevonden, stootte men er wel op eeuwenoude sporen van mediterrane honing, duurdere vissoorten en hoogstaand glas- en aardewerk. Zo tonen de opgravingen aan dat het Leuvense stadscentrum al zo’n 1.000 jaar geleden bewoond was door een welstellende bevolking.”

Promotor: prof. dr. Michael Dooms & prof. dr. Barbora Wouters

Lees de scriptie


Dit artikel verscheen in de wintereditie van de Vlaamse ScriptieKrant