Union Minière: politieke inmenging in aanloop naar de Congolese onafhankelijkheid?

Jeroen
Laporte

Union Minière: politieke inmenging in aanloop naar de Congolese onafhankelijkheid?

“Nous sommes là pour faire du cuivre, non de la politique,” is te lezen in het jaarverslag van Union Minière du Haut-Katanga (UMHK) van 1958. De mijnbouwgigant had zich in de aanloop naar de Congolese onafhankelijkheid (1960) naar eigen zeggen enkel bezig gehouden met het mijnwezen. Briefwisseling tussen het lokale bestuur van UMHK in Congo en de bedrijfsleiding in België vertelt echter een ander verhaal. Jules Cousin, die aan de leiding stond van het bedrijf in Elisabethstad, schreef begin 1959 aan de UMHK directie in Brussel het volgende: “Nous avons toujours voulu rester neutres. J’estime que c’est une erreur et que nous devons carrément supporter les groupements politiques qui feront de la bonne propagande”. Mijn thesis onderzoekt welke van deze twee stellingen het dichtst aansluit bij de werkelijkheid: heeft UMHK zich afzijdig gehouden van elke politieke inmenging of heeft het bedrijf getracht de politiek te beïnvloeden om haar economische belangen te beschermen?

UMHK was ongetwijfeld het bekendste koloniale bedrijf in Belgisch Congo. De mijnbouwonderneming werd opgericht in 1906 en kreeg in de koloniale periode een grote bewegingsvrijheid van het Belgische koloniaal bestuur. Hierdoor kon het haar economisch monopolie verder uitbouwen, al begon er vanaf de jaren ’40 een steeds grotere druk te komen van de nieuwe sociale groepen in Congo die aangetrokken werden door de lokroep van de onafhankelijkheid.

Mijn onderzoek spitst zich toe op een uiterst belangrijke en complexe periode uit de koloniale geschiedenis (1945-1960). Het werpt nieuw licht op de wijze waarop het machtigste bedrijf in Congo reageerde op de snelle ontwikkelingen in Congo. Dit gebeurt aan de hand van origineel archiefonderzoek van de briefwisseling van de belangrijkste bedrijfsleiders van UMHK in België en Congo.

Union Minière als politieke speler in Congo

Grote bedrijven proberen vaak de politiek te beïnvloeden om hun belangen te beschermen. Mijn onderzoek toont aan dat Union Minière in de naoorlogse periode een gediversifieerde strategie volgde om het hoofd te bieden aan politieke veranderingen in de kolonie. UMHK richtte haar pijlen vooral op de toenemende dreiging van het communisme met het risico op de nationalisering van het bedrijf. Daarnaast wilde het bedrijf de ‘subversieve’ propaganda van de vakbonden en de nieuwe Congolese politieke partijen tegengaan. Ten slotte probeerde Union Minière ook een zekere ‘goodwill’ tot stand te brengen bij de Congolese bevolking om op die manier het postkoloniale tijdperk voor te bereiden.

Componenten van de politieke strategie

In mijn onderzoek ga ik in op zes methoden die Union Minière hanteerde binnen haar politieke strategie. Ten eerste was er de rechtstreekse beïnvloeding van de Belgische politieke wereld. De bestuurders van UMHK hadden geregeld contacten met de sleutelfiguren van het Belgische koloniaal bestuur: politici van alle toonaangevende politieke partijen, de opeenvolgende gouverneurs-generaal, ministers van Koloniën en zelfs koning Boudewijn. Ten tweede steunde UMHK verschillende anticommunistische bewegingen en was ze medeoprichter van private inlichtingendiensten in de kolonie. Ten derde mengde UMHK zich rechtstreeks in de Congolese politiek door een eigen politieke partij in Congo (Union Congolaise) op te richten en uitgebreide steun te verlenen aan een gevestigde partij (Conakat). Ten vierde richtte Union Minière haar aandacht op de opkomende vakbonden in Congo. Ten vijfde verstrekte UMHK directe en indirecte steun aan verschillende Congolese kranten. Last but not least richtte de strategie van UMHK zich ook op de ondersteuning van de katholieke missies.

Een snel evoluerende strategie

De politieke strategie van Union Minière kan worden opgedeeld in drie fasen. Een eerste fase (1945-1955) kan worden omschreven als ‘business as usual’ met een zekere mate van onderschatting van de politieke realiteit die zich op dat moment voltrok in Belgisch Congo. Hoewel de aanpak van het bedrijf aanvankelijk weinig veranderde, begonnen de bedrijfsleiders zich geleidelijk zorgen te maken over de snelle opmars van het communisme. De onderneming steunde diverse anticommunistische bewegingen en was medeoprichter van een private inlichtingendienst in de kolonie. In een tweede fase (1956 – eind 1959) trachtten de bestuurders van UMHK tijd te winnen en de ontwikkelingen in Congo te vertragen. Onder druk van de onafhankelijkheid van een aantal andere Afrikaanse landen en het ontstaan van politieke bewegingen in Congo groeide het besef dat er verandering op til was. Hier startte UMHK met haar gediversifieerde aanpak om de antikolonialistische gevoelens in te tomen en het behoud van haar bedrijfsbelangen te verzekeren. In een derde fase (eind 1959-1963) was er een sterke intensivering en radicalisering van de politieke acties van Union Minière. Het bedrijf maakte onder meer de keuze om een gevestigde politieke partij in Katanga te steunen (Conakat van Moïse Tshombe). Deze strategiewijziging had alles te maken met de politieke toestand in Congo, die in een stroomversnelling was terecht gekomen. Ook na de onafhankelijkheid van Congo bleef UMHK deze strategie volgen. Wanneer Tshombe enkele dagen na de onafhankelijkheid de afscheiding van Katanga aankondigde, twijfelde Union Minière niet. Het bedrijf begon met een grootschalige steun aan de secessiebeweging aan de internationaal niet-erkende Katangese staat. Deze hulp van Union Minière zou de ruggengraat vormen van deze beweging, die met behulp van een huurlingenleger drie jaar lang strijd leverde tegen de nieuwe Congolese machtshebbers.

Samengevat kunnen we stellen dat Union Minière du Haut-Katanga op verschillende manieren heeft getracht de touwtjes in handen te houden in de chaotische dekolonisatieperiode. De manier waarop het bedrijf dit deed lag niet altijd formeel vast. Toch anticipeerde UMHK steeds flexibel en met grote middelen op de snel evoluerende omstandigheden in Congo. Hoewel de politieke strategie een wisselend succes kende, slaagde het bedrijf er toch in om haar belangen te bestendigen in de periode voorafgaand, tijdens en na de dekolonisatie. De invloed van Union Minière op de Congolese politiek zou pas in 1967 gebroken worden, toen het bedrijf door president Mobutu genationaliseerd werd.

 

Download scriptie (2.66 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Gent
Thesis jaar
2016
Promotor(en)
Eric Vanhaute
Thema('s)