Extern rendement meten: verwacht extern rendement BuSO OV 3 en OV4 scholen in kaart gebracht

Elke
Van Averbeke

BUSO-leerlingen kijken vol vertrouwen naar de toekomst

Leerlingen succesvol laten doorstromen naar het vervolgonderwijs of naar de arbeidsmarkt is het hoogste doel van ons secundair onderwijs. Aan jongeren die in het buitengewoon secundair onderwijs ( BUSO ) zitten, werd nog nooit gevraagd wat zij van hun toekomst verwachten. Elke Van Averbeke, studente aan het Instituut voor Onderwijs- en Informatiewetenschappen, bracht hierin verandering.
De keuze tussen arbeid of verdere studie blijkt voor deze jongeren bepaald te worden door de aard van hun beperking.
Leerlingen met een lichamelijke handicap ( type 4 ) hebben een voorkeur voor vervolgonderwijs ( 83% ). Hun eigen school is daarbij de populairste plaats om verder te studeren.  Bijna allemaal ( 98 % ) verwachten ze het eerste jaar van die opleiding met succes af te ronden.
Jongeren met een licht mentale handicap ( type 1; 53 % ) en met karakteriële stoornissen ( type 3; 55 % ) kiezen eerder voor werk. Van diegenen die nu al een beroepsopleiding volgen, kiest 80% voor een job. Ook hier een positief toekomstbeeld : 95 % verwacht binnen een jaar werk te vinden. De informatie die hun school biedt over hun jobmogelijkheden stelt 83 % tevreden.
Die ondersteuning van de school en de voorbereiding op de zoektocht naar werk zijn belangrijk. Uit cijfers van de VDAB blijkt dat 35 % van de BUSO schoolverlaters na één jaar nog werkloos is.
Van Averbeke onderzocht ook of sociaal economische factoren een rol speelden bij de keuze arbeid/studie. De opleiding van de moeder, beroepsstatus van de vader, economisch kapitaal en de samenstelling van het gezin bleken echter geen invloed te hebben.
De onderzoekster baseerde haar resultaten op schriftelijke vragenlijsten. Die werden naar de 92 BUSO-scholen in Vlaanderen gestuurd die algemeen-, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs (opleidingsvorm 3 en 4) aanbieden. 244 leerlingen stuurden ze ingevuld terug.

   

Download scriptie (1.21 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2013