Socio-economische effecten en aanvaardbaarheid van rekeningrijden in Vlaanderen

Steffi
Deprez

Rekeningrijden als sociaal verantwoord beleid

Van 2008 tot 2030 verwacht het Federaal Planbureau een toename in het verkeersvolume van personenwagens met 23%. Samen met het wegverkeer nemen ook de nadelen ervan zoals fileleed, luchtvervuiling, lawaai en ongevallen, toe. De overheid kan een aantal acties ondernemen om de negatieve impact van het verkeer op de samenleving te beperken. Het gaat hierbij o.a. om sensibiliseringscampagnes, emissienormen, belastingvoordelen voor de gebruikers van bepaalde vervoerstypes, subsidies voor de aanschaf van milieuvriendelijkere voertuigen en belastingen op het bezit of het gebruik van de wagen. Een concreet voorbeeld van dit laatste is “Rekeningrijden”. Dit is een variabele tolheffing afhankelijk van tijd, plaats en andere elementen die de negatieve effecten van wegverkeer bepalen. Via rekeningrijden kan de overheid de weggebruiker doen betalen voor de extra file die hij veroorzaakt. De Vlaamse gemeenschap als geheel zou hier wel bij varen.

Niettegenstaande transporteconomen en -onderzoekers de voordelen van rekeningrijden reeds jaren in de verf zetten, blijkt de aanvaardbaarheid van het systeem over het algemeen laag te zijn. Denk maar aan krantenkoppen als “Geen trek in rekeningrijden (De Standaard, 31/07/2014)” en “6 op 10 testers tegen rekeningrijden (GVA 31/07/2015)” na het kleinschalige proefproject dat vorig jaar rond Brussel plaatsvond. De belangrijkste redenen voor de lage aanvaardbaarheid zijn de daling in welvaart voor de weggebruikers, de mogelijkheid dat armere gezinnen meer getroffen worden dan rijkere, de idee dat het systeem niet in staat zou zijn om de files daadwerkelijk te reduceren en het gebruik van de tolinkomsten.

Toch zijn er steeds meer stemmen die opgaan pro de invoering van rekeningrijden voor personenwagens. Getuige hiervan de media die koppen met titels als “Rekeningrijden werkt (De Morgen 10/07/2014)”, “'Rekeningrijden als onpopulaire maar zinvolle maatregel (Knack, 04/11/2014)” en “Rekeningrijden geen taboe meer (De Redactie.be 25/06/2015)”. Ook Vlaams minister van mobiliteit Ben Weyts (N-VA) is voorstander van een belasting op het gebruik van de wegen i.p.v. op het bezit van een wagen. De minister plant in 2016 zelfs een grootschalig proefproject dat de slimme kilometerheffing voor personenwagens moet testen.

Naar aanleiding van de bezorgdheden over de sociale effecten van rekeningrijden, focuste deze thesis op de korte termijn effecten van rekeningrijden op Vlaamse gezinnen ingedeeld naargelang hun inkomen. Zowel de aanpassingen van de gezinnen in termen van afgelegde afstanden als de verschillen in belastingbetalingen ten opzichte van de huidige situatie, kwamen aan bod. Deze resultaten werden vervolgens gelinkt aan de aanvaardbaarheid van het systeem. Het onderzoek veronderstelde een vereenvoudigde berekening van de hoogte van de tolgelden volgens drie scenario’s. Elk scenario ging ervan uit dat de inkomsten uit tolheffing gebruikt worden om bestaande belastingen (Belasting op Inverkeerstelling, Jaarlijkse Verkeersbelasting en brandstofheffingen) te verminderen.

Het blijkt dat de implicaties van rekeningrijden op het aantal afgelegde kilometers door de gezinnen naargelang het gezinsinkomen afhankelijk zijn van de precieze modaliteiten van het beschouwde systeem. De verwachte inkomsten die de overheid uit rekeningrijden wil halen en de precieze belastingen die ze vermindert, blijken van doorslaggevend belang. Rekeningrijden zorgt in geval van de drie beschouwde scenario’s steeds voor een belastingvermindering voor gezinnen met een netto maandinkomen lager dan 2 000 EUR terwijl voor alle andere gezinnen de te betalen belastingen toenemen. De huidige transportbelastingen in Vlaanderen treffen de middenklasse het zwaarst. Zowel rijkere als armere gezinnen betalen proportioneel t.o.v. hun inkomen minder belastingen. Hoe meer het gebruik van de wagen belast wordt i.p.v. het bezit ervan, hoe meer lasten er op de schouders van rijkere gezinnen terechtkomen. Rekeningrijden staat volgens elk scenario garant voor een eerlijkere belastingverdeling dan nu het geval is. Dit resultaat is erg positief naar de aanvaardbaarheid van het systeem toe.

Het gebruik van de inkomsten uit tolheffing voor het verlagen van andere, meer forfaitaire, transportbelastingen vormt een kenmerk van de geanalyseerde scenario’s dat positief kan bijdragen aan de aanvaardbaarheid van rekeningrijden. Op deze manier slaagt het systeem er ook in de welvaart van de weggebruiker te waarborgen. Hoe dan ook maakt rekeningrijden idealiter steeds deel uit van een pakket aan maatregelen. Andere onderdelen van dit pakket kunnen zijn: een belastingvermindering elders, verbeteringen in het openbaar vervoer en investeringen in infrastructuur voor voetgangers en fietsers. Een belastingvermindering elders kan zowel een reductie van andere transportbelastingen zoals geanalyseerd in deze thesis, als bijvoorbeeld een lastenverlaging op arbeid betekenen. Ook een hertekening van het beleid rond bedrijfswagens behoort tot de mogelijkheden.

Om de publieke opinie te overtuigen van de positieve maatschappelijke effecten van rekeningrijden is het van uitermate belang dat de overheid duidelijk communiceert. Op die manier is het mogelijk de publieke opinie te overtuigen van de gunstige effecten die rekeningrijden kan hebben. Een testfase van het systeem laat toe de Vlamingen vertrouwd te maken met de modaliteiten en positieve gevolgen van rekeningrijden op het verkeersvolume en de algemene welvaart.

De conclusies die voortkomen uit deze thesis onderstrepen de gunstige effecten die rekeningrijden, als onderdeel van het algemene mobiliteitsbeleid, kan hebben op de welvaart van de Vlaamse gezinnen. Misschien resulteert dit binnen afzienbare tijd in krantenkoppen als “Massaal fileleed voltooid verleden tijd door invoeren van rekeningrijden” en “Rekeningrijden enthousiast onthaald met groot volksfeest”? Laat ons hopen.

Download scriptie (2.37 MB)
Universiteit of Hogeschool
Universiteit Antwerpen
Thesis jaar
2015